Neurologische reactie op bedrog

Lotte RooijendijkCorruptie, Feature, Integriteit, Internationaal, Nationaal, News, Nieuws, Onderzoeken

Amsterdam, 4 november 2016 – Kleine leugens maken het pad vrij voor leugens en bedrog van steeds grotere schaal. Voor het eerst is er empirisch bewijs dat dit een biologisch fenomeen is, zoals fraudeurs al langer aangaven in anekdotes. Zij beweerden dat hun grootschalige misdaden het resultaat waren van een ‘sneeuwbaleffect’ van kleinere overtredingen. De wetenschappers vonden dat de amygdala in het brein hiervoor verantwoordelijk is.

Bevindingen

Vier onderzoekers van University College London en Duke University publiceerden in oktober 2016 hun onderzoek ‘The brain adapts to dishonesty’ in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Neuroscience. Hierin presenteerden ze de resultaten van hun onderzoek naar het effect van achtereenvolgende leugens op processen in de hersenen. In hun laboratorium onderzoek vonden ze dat het herhalen van leugens zorgde voor verminderde signalen van de amygdala.

De amygdala is een deel van de hersenen dat wordt geassocieerd met emoties. De wetenschappers verklaarden dat dit aantoont “dat het signaal in de amygdala gevoelig is voor de geschiedenis van oneerlijk gedrag”. De eerste daad van bedrog kan zo bijvoorbeeld veel angst en stress om bestraft te worden oproepen, maar naarmate degene dit vaker doet neemt de reactie af.

Experiment met bedrog

In het laboratorium experiment deden 80 volwassen deelnemers mee. De deelnemers zagen herhaaldelijk een foto van een glazen pot gevuld met munten. Hun taak was om een partner, gespeeld door een acteur, via de computer advies te geven over hoeveel munten in de pot zaten. De partners kregen de foto minder lang en minder duidelijk te zien, en konden dus een minder goede schatting maken. De deelnemers wisten niet dat hun partners bij het onderzoek waren betrokken.

De proef werd meerdere keren herhaald, en de motivatie achter de keuze om te liegen of niet verschilde. Er waren vier scenario’s: in een scenario kwam oneerlijkheid de deelnemer ten gunste, maar was dat nadelig voor zijn partner. Daarnaast waren er ook scenario’s waar de partner baat had bij liegen ten koste van de deelnemer; waarbij de deelnemer én partner profiteerden van oneerlijkheid; en waarbij beiden juist nadeel hadden van leugens.

Als de deelnemer er persoonlijk gewin bij had, nam oneerlijkheid in adviezen over het aantal munten in de pot toe tijdens de 60 herhalingen. In het scenario waarbij de deelnemer en de partner baat hadden bij bedrog logen de deelnemers meer, waarschijnlijk omdat ze bij deze leugens een ‘morele’ reden hadden om oneerlijk te zijn. Overigens logen de deelnemers nooit zo veel als mogelijk was geweest.

Vijfentwintig deelnemers voerden de tests uit terwijl er scans van hun hersenactiviteit werd gemaakt met een fMRI (functional magnetic resonance imaging of beeldvorming met magnetische resonantie). Hieruit bleek dat adaptatie aan oneerlijk gedrag kon worden geïdentificeerd met de amygdala. Herhaling van bedrog leidde tot een verminderde respons van de amygdala, en dus een verminderde emotie bij het liegen. De onderzoekers zagen een duidelijk patroon: hoe groter de afname van signalen uit de amygdala, hoe groter de volgende leugen voor eigen gewin.

Preventie en detectie van bedrog op kleine schaal

Het is het eerste empirische onderzoek dat aantoont dat oneerlijk gedrag toeneemt wanneer het wordt herhaald. Naast herhaling was ook eigen gewin een doorslaggevende factor bij de toename van bedrog. Een belangrijke limitatie in het onderzoek is dat de deelnemers geen terugkoppeling op hun acties ontvingen. Dit is in de realiteit wel het geval, door bijvoorbeeld een verandering in beloning of straf.

De bevinding kan aanzienlijke implicaties hebben op hoe men kleine overtredingen opspoort en bestraft. Om corruptie en fraude tegen te gaan kan het dus lonen om de nadruk te leggen op preventie en detectie van bedrog op kleine schaal. Hierdoor kan men zorgen dat het sneeuwbaleffect van constant toenemende ernst van misdrijven wordt gestopt. Ook gaven de wetenschappers aan dat het aannemelijk is dat hetzelfde proces van escalatie optreedt bij risico-nemend en gewelddadig gedrag. Verder onderzoek kan hopelijk meer duidelijkheid geven over hoe we dergelijke escalatie kunnen voorkomen.

Door Gabrielle Smith