Corruptie voedt klimaatverandering: de VS fossiele brandstoflobby

Anne Scheltema BeduinBelangenverstrengeling, Corruptie, Feature, Internationaal, Lobbyen, Milieu / klimaat, Private sector

Amsterdam, 2 december 2016 – In het tweede artikel van het dossier ‘Corruptie en Klimaatverandering’ wordt gekeken naar de invloed van de fossiele brandstoflobby op het energiebeleid van de Verenigde Staten. De VS is ’s werelds grootste economie en – na China – het meest vervuilende land ter wereld. Nog steeds wordt er meer dan 80% van de energie die de inwoners gebruiken uit fossiele brandstoffen gewonnen. De Amerikaanse energie database ‘EIA’ verwacht dat de consumptie van olie tot 2040 gelijk zal blijven, de gasconsumptie zal stijgen en de kolenconsumptie af zal nemen.

De VS was een van de landen die in 2001 niet het Kyoto protocol ratificeerde, en heeft jarenlang geweigerd om een juridisch bindend klimaatverdrag te ondertekenen. Nu loopt het land ver achter op andere landen als het aankomt op duurzaam energiegebruik en het inperken van uitstoot. In de Energy Architecture Performance Index (EAPI) staat de VS op plaats 48 wereldwijd, en in de categorie ‘duurzaamheid’ scoort het land zelfs lager dan 102 andere landen.

Waarom heeft dit machtige land zo weinig bereikt op het vlak van duurzame energie? Een reden hiervoor is de invloed die grote internationale bedrijven hebben op het debat over klimaatverandering. Sommige bedrijven lobbyen agressief om wetenschappelijk onderzoek naar klimaatverandering en bijpassend beleid tegen te gaan. Via donaties aan politici en onderzoekers belemmeren ze vooruitstrevend klimaatbeleid.

Onethisch lobbyen

Lobbyen wordt vaak geassocieerd met bedrijven die politici overmatig beïnvloeden om te zorgen dat politiek beleid aansluit bij hen belangen. Alhoewel dit gebeurt, is het een misvatting dat lobbyisten enkel de democratie ondermijnen in hun poging om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. In feite zijn lobbygroepen onmisbaar voor het democratische proces: ze verstrekken specialistische informatie aan politici die niet over diepgaande of sectorspecifieke kennis beschikken en soms geen middelen of tijd hebben om die kennis voor elk onderwerp op te doen.

Er is echter wel een probleem met lobbyen: één groep belangen wint het meestal van de rest. Grote ondernemingen hebben de mankracht en financiële middelen om dagelijks invloed uit te oefenen op beleidsvorming. Deze bedrijven dragen dan ook voor 80% bij aan al het geld dat wordt uitgegeven aan lobbyen. Daarnaast zorgen de relaties tussen politici en lobbyisten mogelijk voor belangenverstrengeling en onethisch gedrag.

Transparency International (TI) heeft een rapport uitgebracht over ‘verantwoord lobbyen’ waarin ze onethische lobbypraktijken onder de loep nemen. Hiertoe behoren het ontkennen van wetenschappelijk bewijs, het financieren van politieke kandidaten of partijen, en het beïnvloeden van beleid door ambtenaren banen aan te bieden – ook bekend als de draaideur. Al deze methoden zijn relevant binnen de brandstoflobby in de VS.

De Amerikaanse Brandstoflobby

Wereldwijd is er nog steeds veel politieke steun voor de fossiele brandstoffen sector. Zo zijn de subsidies voor olie, gas en kolen hoger dan die voor duurzame energie. Ook is het opmerkelijk dat vertegenwoordigers van grote energiebedrijven, zoals ExxonMobil, Shell, BP en Chevron, aanwezig waren bij de klimaattop in Marrakech (Marokko) afgelopen november.

Veel bedrijven zeggen wel klimaatverandering als een groot gevaar te zien, maar financieren tegelijkertijd organisaties die ‘groen’ klimaatbeleid tegenhouden. De organisatie InfluenceMap schat dat de private sector jaarlijks meer dan 500 miljoen dollar uitgeeft om klimaatbeleid te belemmeren.

klimaatverandering

Vooral in de VS is de fossiele brandstoflobby erg machtig en weet deze lobby het beslissingsproces op meerdere manieren te beïnvloeden. Ze profiteren hier dan ook aanzienlijk van: de organisatie Oil Change International schat dat in 2014 Amerikaanse subsidies voor fossiele brandstoffen 37,5 miljard bedroegen.

De drie genoemde onethische lobby methoden komen dan ook met enige regelmaat voor. Hieronder enkele voorbeelden:

– Ontkenning wetenschappelijk bewijs:

Peabody Energy, het grootste kolenmijn bedrijf in de VS, heeft meerdere organisaties gesteund die klimaatverandering ontkennen. Toen het bedrijf failliet ging in april 2016 werd duidelijk dat het meer dan 25 lobby organisaties en een aantal politieke organisaties financierde. Deze groepen werkten plannen om koolstofemissies te verminderen tegen en ontkennen klimaatverandering. De oprichter van het Climate Investigation Center zei dat hij nog nooit een bedrijf had gezien dat zo een uitgebreide groep aan organisaties financierde.

– Politieke financiering:

Fossiele energiebedrijven krijgen volgens de organisatie the Price of Oil een winst van 5800% voor elke dollar die ze uitgeven aan lobby praktijken. Deze bedrijven steunen politieke campagnes met grote bedragen, zowel de campagnes voor leden van het congres als voor de presidentsverkiezingen. Zo hebben olie-, gas-, en koolbedrijven hebben meer dan 1 miljoen dollar aan Hillary Clintons presidentiële campagne gedoneerd.

– Draaideur:

Een onderzoek naar de draaideur tussen de fossiele brandstofsector en de politiek toont aan hoe bedrijfslobbyisten constant van rol wisselen met politici en ambtenaren. Meerdere stafleden van de Bush en Obama administraties zijn bij grote fossiele brandstofbedrijven gaan werken als lobbyisten. Ze worden gerekruteerd voor hun connecties met beleidsmakers en leden van de regering. Dit kan ervoor zorgen dat deze bedrijven een onevenredig grote invloed op het wetgevingsproces hebben.

afkoelingsperiode

Politiek Leiderschap

Ondanks de tegenstribbelingen van de private sector presenteerde President Obama in 2015 het ambitieuze Clean Power Plan, waarin plannen staan om koolstofemissies te verminderen en om het genereren van wind- en zonne-energie te stimuleren. Afgelopen september tekende de VS het Parijs klimaatakkoord, een historisch akkoord waarmee het land beloofde het tegengaan van klimaatverandering als hoogste prioriteit te beschouwen.

Met de verkiezing van Donald Trump tot president zijn er echter twijfels of de VS met hem als leider het klimaatbeleid radicaal zal omgooien. Trump ontkent dat klimaatverandering door mensen wordt veroorzaakt en heeft verklaard dat hij de VS onder het Parijs Akkoord uit wil halen. Ook wil hij dat het land meer kolen, olie en gas gaan produceren, en dat de financiële steun voor klimaatonderzoek wordt verminderd.

Dit heeft wereldwijd voor de nodige kritiek gezorgd. Klimaatgroepen hebben verklaard dat de VS morele en juridische obligaties heeft om zich aan het Parijs Akkoord te houden. Alhoewel het land geen leidinggevende rol heeft in het vormen van klimaatovereenkomsten, heeft het toch een leidinggevende functie als grootste economie en grote vervuiler. Om koolstofemissies terug te dringen en schone energie te stimuleren zal het een belangrijke stap zijn om de invloed van de fossiele brandstoflobby in te perken. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar overal ter wereld.

Door: Gabriëlle Smith