Amsterdam, 1 december 2016 – Het heeft even geduurd maar nu hebben leden van de Tweede Kamer eindelijk overeenstemming bereikt over de samenstelling van de onderzoekscommissie die zich op de Nederlandse link met de Panama Papers zal richten. Vanwege de focus van de partijen op hun verkiezingscampagnes is het waarschijnlijk dat de commissie pas na de verkiezingen met de uiteindelijke bevragingen kan beginnen, zo meldde NRC gisteren.
Naar aanleiding van de onthullingen in het kader van de zogenoemde Panama Papers zal de onderzoekscommissie de rol van Nederlandse fiscale adviseurs en trustkantoren daarin belichten. Trouw en het Financieele Dagblad hebben sinds april 2016 veelvuldig gepubliceerd over financiële en fiscale constructies en daarbij de wereldwijde onthullingen in de Nederlandse context geplaatst. De drie initiatiefnemers van het parlementaire onderzoek PvdA, SP en GroenLinks hadden aanvankelijk ook hun pijlen gericht op de rol van multinationals en hun gebruik van gunstige Nederlandse fiscale constructies. Hiervoor kregen zij echter geen meerderheid in de Tweede Kamer.
Mini-enquête – zware vorm van onderzoek naar Panama Papers
De mini-enquête, oftewel parlementaire ondervraging, is een nieuwe vorm van parlementair onderzoek met als doel meer helderheid te verschaffen over een bepaald onderwerp. Het is een verkorte versie van de parlementaire enquête, de zwaarste vorm van onderzoek die de Tweede Kamer ter beschikking heeft. Kamerleden zijn bevoegd om personen en (vertegenwoordigers van) organisaties op te roepen en te verhoren. De ondervragingen zijn publiek en de opgeroepen personen zijn verplicht om te verschijnen en onder eed antwoord te geven op de vragen van kamerleden. Ook is in de wet geregeld dat afgelegde verklaringen en overgelegde documenten als bewijs kunnen worden gebruikt in een strafrechtelijke procedure naar onder meer meineed en omkoping van een getuige of deskundige.
Ondervragingen waarschijnlijk niet voor maart 2017
Nadat het voorstel voor de mini-enquête begin oktober met een krappe meerderheid werd aangenomen, was het de bedoeling van de initiatiefnemers om de ondervragingen nog voor de kerst te laten plaatsvinden. Men werd het echter niet eens over de samenstelling van de commissie waardoor de procedure vertraging heeft opgelopen. En nu hebben de partijen het druk met hun verkiezingsprogramma’s en campagnes.
De voorbereidingen van de mini-enquête zullen tot de verkiezingen van 15 maart 2017 bij de meeste partijen onderaan de prioriteitenlijst staan. Het is daarom te voorspellen dat de ondervragingen niet voor maart volgend jaar van start zullen gaan.
Financiële constructies, fiscale adviseurs en trustkantoren
Het zal tegen die tijd bijna een jaar geleden zijn dat het international consortium van onderzoeksjournalisten ICIJ, waar Trouw en het Financieele Dagblad bij horen, in april 2016 de Panama Papers publiceerden. Toen kwam aan het licht dat ook Nederlandse individuen en rechtspersonen worden genoemd in het groot aantal gelekte documenten met gegevens van internationale cliënten die gebruik maakten of samenwerkten met het Panamese Mossack Fonseca om grote vermogens buiten het zicht van de fiscus in belastingparadijzen te stallen.
Het parlementaire onderzoek biedt de kans voor de volksvertegenwoordigers om de rol die de Nederlandse financiële sector bij internationale belastingconstructies speelt grondig te analyseren en bevragen.
Ook DNB doet onderzoek naar financiële sector na Panama Papers
De mini-enquête komt tegemoet aan de toenemende vraag vanuit de maatschappij naar meer helderheid omtrent de schaduwkanten van de financiële sector. Ook De Nederlandsche Bank (DNB) is mede naar aanleiding van de Panama Papers een onderzoek begonnen naar constructies rondom het onderwerp belastingontwijking. Dit onderzoek zal in 2017 voortgezet worden. Het heeft als onderwerp de betrokkenheid van financiële instellingen in Nederland bij het faciliteren van financiële constructies die de zichtbaarheid van personen en bedrijven voor overheidsinstanties (zoals de belastingdienst) belemmeren.