Amsterdam, 25 januari 2017 – Vandaag lanceert Transparency International haar Corruption Perceptions Index 2016 waarin corruptie en ongelijkheid centraal staan. Dit jaar rangschikt de index 176 landen op het waargenomen niveau van corruptie in de publieke sector. In tegenstelling tot vorig jaar zijn er dit jaar meer landen op de index die hun score hebben verslechterd dan landen waarvan de score is verbeterd. Het jaar 2016 toonde aan dat systematische corruptie en sociale ongelijkheid elkaar overal ter wereld versterken. We hebben gezien dat dit leidt tot aanzienlijke ontevredenheid over de politiek, hetgeen vruchtbare grond heeft gegeven voor de opkomst van populistische politici.
Corruptie en ongelijkheid gaan hand in hand
Corruptie en ongelijkheid voeden elkaar. Dit creëert een vicieuze cirkel van corruptie, ongelijkheid in machtsverdeling en een ongelijke verdeling van welvaart binnen de samenleving. Zoals de Panama Papers hebben gedemonstreerd, is het nog steeds te gemakkelijk voor de rijken en machtigen om de ondoorzichtigheid van het mondiale financiële systeem te gebruiken voor zelfverrijking ten koste van het algemeen welzijn. Wat in ieder geval duidelijk is geworden, is dat corruptie gelijkheid en ontwikkeling in de weg staat.
Corruptie is geen op zichzelf staand probleem. Corruptiebestrijding is een middel om andere wereldproblemen zoals armoede, ongelijkheid, klimaatverandering, milieuvervuiling, geweld en oorlogen aan te pakken, aldus Lotte Rooijendijk, Communications & Project Officer bij Transparency International Nederland.
Opkomst populistische politici is waarschuwingssignaal
Mensen hebben genoeg van de loze beloften van politici om corruptie aan te pakken en velen wenden zich daarom tot populistische politici die beloven het systeem te veranderen en de cyclus van corruptie te doorbreken. Toch verergert dit slechts het probleem.
In landen met populistische of autocratische leiders, zien we democratieën dikwijls in verval raken, en een verontrustend patroon ontstaan van pogingen het maatschappelijk middenveld af te breken, de persvrijheid te beperken, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te verzwakken. In plaats van kapitalisme aan te pakken, installeren die leiders meestal nog ergere vormen van corrupte systemen, zei José Ugáz, de voorzitter van Transparency International Nederland.
De indexscores van Hongarije en Turkije – landen die de opkomst van autocratische leiders hebben gezien – zijn in de afgelopen jaren gedaald en het waargenomen niveau van corruptie is gestegen. In tegenstelling is de score van Argentinië, die een populistische regering heeft verdreven, aanzienlijk verbeterd.
“Alleen wanneer er vrijheid van meningsuiting, transparantie in alle politieke processen en sterke democratische instellingen zijn, kan het maatschappelijk middenveld en de media de machthebbers verantwoordelijk houden. Alleen zo kan corruptie succesvol worden bestreden”, aldus Ugáz.
Corruption Perceptions Index 2016
De Corruption Perceptions Index 2016 dekt de perceptie van de publieke sector corruptie in 176 landen. De score van de CPI 2016 is opgebouwd uit dertien verschillende bronnen. Alle bronnen beoordelen de perceptie van corruptie in de publieke sector: het waargenomen niveau van elke vorm van machtsmisbruik door eenieder die deze macht toevertrouwd heeft gekregen binnen de regering of een overheidsinstantie.
Denemarken en Nieuw-Zeeland presteren het beste met scores van 90, op de voet gevolgd door Finland (89) en Zweden (88). Hoewel er geen enkel land is dat corruptievrij is, delen de landen aan de top dezelfde kenmerken wat betreft openbaarheid van bestuur, persvrijheid, burgerlijke vrijheden en onafhankelijke rechtsstelsels.
Grote dalers zijn onder anderen Qatar, Koeweit, Bahrein, Saoedi-Arabië, Jordanië, Syrië, Macedonië, Mexico, Zuid-Soedan, Chili, Mozambique en Ghana.
Voor het tiende jaar op een rij, is Somalië de hekkensluiter van de CPI, met dit jaar een magere score van 10 op de index. Zuid-Soedan is de tweede onderaan de lijst met een score van 11, gevolgd door Noord-Korea (12) en Syrië (13). Landen onderaan de index worden gekenmerkt door wijdverbreide straffeloosheid voor corruptie, slecht bestuur en zwakke instellingen.
“Landen in onrustige regio’s, vooral in het Midden-Oosten, hebben de meest substantiële dalingen gezien dit jaar. Qatar is de grootste daler in vergelijking met de index van 2015 met een afname van 10 punten. De FIFA-schandalen, het onderzoek naar het besluit om het WK in 2022 te hosten en de gerapporteerde mensenrechtenschendingen van arbeidsmigranten zijn duidelijk van invloed geweest op de perceptie van corruptie in het land”, aldus José Ugáz.
Nederland in de CPI 2016
Ook Nederland kent dit jaar een substantiële daling en staat in de CPI 2016 op plaats acht, één plaats hoger dan vorig jaar (correctie doorgevoerd op: 13-09-2017). Het aantal punten (0 tot 100, waarbij 0 zeer corrupt en 100 zeer schoon is) bepaalt de plaats op de index. Nederland scoorde dit jaar 83 punten, in 2015 waren dat nog 84 punten (correctie doorgevoerd op: 13-09-2017).
Waar komt deze achteruitgang vandaan?
De grootste verandering in de CPI 2016 van Nederland is afkomstig door een relatief lage score voor de Sustainable Governance Index (SGI) van de Bertelsmann Foundation, met slechts 71 van de 100 punten. De SGI beoordeeld de kwaliteit van de democratie. De denktank van de Bertelsmann Foundation heeft in het kader van dit onderzoek de volgende vraag gekregen: “In welke mate wordt voorkomen dat ambtenaren en politici misbruik maken van hun ambt voor privébelangen?”
De Bertelsmann Foundation is kritisch ten opzichte van het Nederlandse anti-corruptiebeleid:
The Netherlands is considered a corruption-free country. This may well explain why its anti-corruption policy is relatively underdeveloped. The Dutch prefer to talk about “committing fraud” rather than “corrupt practices,” and about improving “integrity” and “transparency” rather than openly talking of fighting or preventing corruption, which appears to be a taboo issue.
Volgens de bron is onderzoek naar corruptie in Nederland veel meer gericht op kleinschalige corruptie door ambtenaren dan op grand corruption door burgemeesters, wethouders, provinciale bestuurders, volksvertegenwoordigers en ministers. De Nederlandse wetgeving is in veel gevallen verder gegaan dan de ontworpen EU-richtlijnen. Echter heeft de Nederlandse regering in termen van beleid te weinig actie genomen om corruptie aan te pakken. Hoewel bijna alle publieke sector organisaties inmiddels een integriteitsgedragscode hebben, betekent deze “soft law” maatregel dat “harde” regels en sancties tegen fraude, corruptie en oneigenlijk gebruik van publieke macht maar zelden worden toegepast.
Onderontwikkeld anti-corruptiebeleid
Bovenstaande geeft weer dat Nederland in vergelijking met andere landen in de regio, nog altijd een onderontwikkeld anti-corruptiebeleid voert, met name wat betreft het vervolgingsbeleid. Het aantal vervolgde misdrijven in Nederland is relatief laag en wettelijke sancties worden maar zelden toegepast. Een goed voorbeeld hiervan is de zaak Van Rey waarin de voormalig wethouder van Roermond in 2016 werd veroordeeld vanwege corruptie, “verkiezingsgeknoei“ en het schenden van de geheimhoudingsplicht van de vertrouwenscommissie. Ondanks de stevige delictsomschrijving volgde een schrale taakstraf van 240 uur – een zeer lichte strafmaat die symptomatisch is voor het gebrek aan aandacht voor integriteit binnen gemeentes in Nederland. Juist op dit punt geeft de uitspraak van de rechter in de Van Rey zaak onvoldoende duidelijkheid: een duidelijk signaal dat corrupt gedrag niet acceptabel is in onze samenleving ontbreekt. Ook de bagatelliserende reactie van Van Rey zelf – “Iedereen doet het” – laat zien dat de algemene overtuiging dat corruptie nooit gerechtvaardigd is, nog niet tot iedereen is doorgedrongen in Nederland. Het Openbaar Ministerie gaat dan ook in hoger beroep en stelt terecht: “een beetje corrupt bestaat niet”.
Het is tijd dat we ook in Nederland corruptie, vriendjespolitiek en belangenverstrengeling serieus nemen. Juist in een klein land, met het poldermodel, vergaande publiek-private samenwerking en het actief bevorderen van het dragen van verschillende petten, is het belangrijk scherp te hebben waar de grenzen liggen op het gebied van integriteit en wat een acceptabele bestuurscultuur behelst, zegt Anne Scheltema Beduin, directeur van Transparency International Nederland.
In Nederland valt nog veel winst te behalen in het tegengaan van belangenverstrengeling, een hardere aanpak van integriteitsschendingen en in het vergroten van het algemeen bewustzijn over corruptie en integriteit. Desondanks is het belangrijk te constateren dat er ook veel goede ontwikkelingen zijn ingezet. Zo publiceerde de Nederlandse overheid in 2015 een integrale visie op de preventie en bestrijding van corruptie, biedt de strafwet verdergaande mogelijkheden om financieel-economische criminaliteit aan te pakken en strenger te bestraffen, en wordt er vanaf 2016 structureel €20 miljoen meer besteed voor de bestrijding van witwassen en corruptie. Verder werd op 1 juli 2016 de Wet Huis voor Klokkenluiders aangenomen en opende het Huis voor Klokkenluiders officieel haar deuren.
De keur aan rechtszaken vanwege corruptie en machtsmisbruik die in Nederland recentelijk de revue hebben gepasseerd, de daling op de CPI en de heersende taboe rondom corruptie, laten zien dat we ons in Nederland onverminderd en met extra energie in moeten zetten tegen corruptie, aldus Frank Erftemeijer, voorzitter Transparency International Nederland.
Transparency International is the global civil society organisation leading the fight against corruption.
Contact media:
Lotte Rooijendijk (TI Nederland)
T: +31 6 81 08 36 27
E: l.rooijendijk@transparency.nl / communicatie@transparency.nl
Chris Sanders (TI Secretariat)
T: +49 30 34 38 20 666
E: press@transparency.org
For dagelijkse updates over anti-corruptie updates volg ons op:
Twitter: https://twitter.com/transparencynl
Facebook: https://www.facebook.com/transparencynl
Of meld je aan via: https://www.transparency.nl/word-lid/