SHV

SHV verwikkeld in omkoopschandaal door steekpenningen dochterbedrijf

Lotte RooijendijkAlgemeen

Amsterdam, 3 maart 2017 – Een dochterbedrijf van handelshuis SHV zou jarenlang omstreden commissies hebben betaald aan bedrijven in het Midden-Oosten in ruil voor opdrachten. Dat meldde NRC op basis van de accountant en eigen onderzoek. Het dochterbedrijf Econosto kwam na een overname in 2009 in handen van SHV en zal binnenkort haar deuren sluiten op verdenking van structurele omkoping van inkopers van klanten in ruil voor opdrachten. De top van SHV zou hier volgens NRC vanaf hebben geweten maar lang niets hebben gedaan. Het zou om ongeveer een miljoen per jaar aan commissies zijn gegaan waarvoor ook een schaduwboeking werd bijgehouden.

Het gaat om het dochterbedrijf Econosto Mideast in Dubai, een bedrijf dat industriële afsluiters en pijpverbindingen verkoopt aan oliebedrijven in het Midden-Oosten. Naast de commissies die naar verluidt werden betaald, zou de onderneming handel hebben gedreven met Iran terwijl er een handelsembargo gold en zouden klanten van Econosto zijn misleid. Industriële afsluiters en pijpverbindingen waarvan werd gezegd dat ze uit Nederland kwamen, werden eigenlijk in China gemaakt. Door een wisseling van accountant werd de omkoping gemeld bij de overheid en eind 2015 viel SHV zelf het eigen dochterbedrijf in Dubai binnen. Een woordvoerder van het OM wil tegen de krant niet inhoudelijk op het dossier ingaan.

Rol accountant van SHV

Het dochterbedrijf van SHV heeft naar verluidt jarenlang inkoopbetalingen afgeboekt als personeelskosten. Volgens NRC zou PwC hiervan op de hoogte zijn geweest en de gang van zaken in een intern verslag ‘misleidend’ hebben genoemd. Het accountantskantoor zou het bestuur van Econosto hebben gewaarschuwd dat PwC “serieus twijfelde over de wettigheid van de betalingen” maar bleef de boekhouding ondertussen wel goedkeuren.

Accountantsorganisaties zijn wettelijk verplicht om bij een vermoeden van fraude bij een controle te melden aan een officier van justitie of een politieambtenaar. In het geval van Econosto deed lange tijd geen enkele partij wat hij moest doen, namelijk de zaak melden bij de relevante autoriteiten en de praktijken beëindigen. Om dat te bereiken was een wisseling van accountantskantoor nodig. In 2015 nam KPMG de boekencontrole over van PwC en vond de omstreden commissies in het Midden-Oosten wel reden om deze als omkoping te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU) in Nederland. Een wissel van accountant is sinds 2016 verplicht voor beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen. De gang van zaken bij SHV onderstreept het de zin van een dergelijke wissel.

SHV heeft sindsdien advocatenkantoor De Brauw ingehuurd voor intern onderzoek die zich liet ondersteunen door forensisch experts van Deloitte. Eind 2015 zou SHV samen met de Brauw dochterbedrijf Econosto in Dubai zijn binnengevallen. Het Openbaar Ministerie geeft aan dat “corruptie prioriteit heeft” en dat signalen daarvoor “worden beoordeeld op aanknopingspunten voor strafrechtelijk onderzoek”.

Omkoping dupeert de samenleving

Omkoping is een schadelijke praktijk die het vertrouwen in de samenleving ondermijnt en die iedereen op kosten jaagt. De prijs van producten en diensten wordt doorgaans simpelweg verhoogd met het bedrag dat is besteed aan het betalen van smeergelden. Deze praktijken zijn in weerwil van wat soms wordt gedacht, niet beperkt tot corrupte ambtenaren, politici of zakenlieden in een willekeurige bananenrepubliek. Er zijn vele voorbeelden te noemen van omkoping met de meest recentelijke omkopingszaken van Ballast Nedam in Saoedi-Arabië en smeergeldbetalingen in het Midden-Oosten door een dochterbedrijf van SHV. Met regelmaat worden omkoping en smeergelden onrechtmatig gejustificeerd met de lokale omstandigheden in een bepaald land. “Als je in land X geen steekpenning betaalt, is het niet mogelijk om zaken te doen.” Elke ondernemer moet zich beseffen dat hij/zij hier de Nederlandse wet overtreedt met alle gevolgen van dien (boetes, reputatieschade).

Het zijn vaak de grote ondernemingen die in corruptiezaken een schikking met justitie treffen en een boete betalen zonder schuld te erkennen. Het OM speelt de hoofdrol bij het schikken van buitenlandse corruptiezaken. Er wordt geen oordeel geveld door een rechter, enkel het bedrijf moet akkoord gaan met het schikkingsvoorstel van justitie – en doet dat vaak maar al te graag. Voor het bedrijf betekent het geen slepende rechtszaak met de bijbehorende media-aandacht en geen openbare uitspraak met alle onaangename details die voor reputatieschade zorgen. Het grootste voordeel van schikken voor een bedrijf is dat het tot op zekere hoogte invloed uit kan oefenen op de uitkomst. Het gaat hier vooral over de hoeveelheid informatie: wat wordt openbaar en welke details blijven geheim? Daarnaast bekent een bedrijf door te schikken nog geen schuld en is er geen rechter die het bedrijf schuldig verklaart. Een volgende fase zou moeten zijn dat bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van onwettige handelingen binnen een bedrijf en dat justitie ook leidinggevenden vervolgt en de rechter persoonlijke boetes en gevangenisstraffen oplegt.