Amsterdam, 14 april 2017 – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft eind maart gevangenisstraffen tot vier jaar geëist tegen acht verdachten op grond van ambtelijke omkoping, valsheid in geschrift en witwassen bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De hoofdverdachte is het voormalig hoofd van de afdeling technisch beheer bij de RUG. Uit onderzoek van de FIOD blijkt dat de hoofdverdachte met hulp van medewerkers misbruik zou hebben gemaakt van zijn positie door gunsten en giften te vragen aan installatie- en bouwbedrijven in ruil voor opdrachten van de RUG.
De zeven andere verdachten die zijn aangeklaagd betreffen de vrouw en de zoon van de hoofdverdachte, de toenmalige vriendin van zijn zoon, twee directeuren van betrokken bedrijven, een ondergeschikte en een materialenhandelaar. Door het OM zijn tegen deze verdachten celstraffen tot 3,5 jaar geëist. De verdachten worden verdacht van het onderhouden van een netwerk aan de hand van vriendendiensten, schijnconstructies en valse facturen.
Corruptie een vorm van verregaand machtsmisbruik
Door de praktijken van de hoofdverdachte zou de RUG naar schatting zeker 1.1 miljoen euro nadeel hebben geleden in de afgelopen zeven jaar. Door onderzoek van de FIOD kwam aan het licht dat de hoofdverdachte samen met de andere verdachten misbruik zou hebben gemaakt van zijn positie. Alle verdachten zouden hebben geprofiteerd van het machtsmisbruik.
De officier van justitie benadrukte de verschillende aspecten van corruptie tijdens de zitting en zei: “Bij corruptie draait het niet enkel om de centen. Geld is slechts één van de aspecten. Corruptie is een doortrapte vorm van fraude, het is een vorm van verregaand machtsmisbruik.”
Volgens het OM is de hoofdverdachte de aanstichter van de grootschalige fraude en heeft hij de bedrijven maar ook collega’s en familie in de frauduleuze praktijken meegesleept. Naast de geëiste celstraffen van het OM, eist de officier van justitie dat de verdachten het illegaal verkregen voordeel aan de Rijksuniversiteit terugbetalen, omdat misdaad niet mag lonen.
Heerser van eigen koninkrijk
De hoofdverdachte vroeg installatiebedrijven in ruil voor opdrachten bij de RUG om privégunsten, die later verhaald konden worden op de RUG. Op deze manier zou de hoofdverdachte op kosten van de RUG duizenden euro’s per jaar aangenomen hebben via de bedrijven. Zo zou hij zijn zoon en schoondochter op de loonlijst hebben gezet bij twee betrokken bedrijven. De zoon en schoondochter werkten naar alle waarschijnlijkheid amper tot niet voor de bedrijven in de praktijk. Wel zouden ze jarenlang uitbetaald zijn. De bedrijven zouden op hun beurt deze loonkosten doorberekenen aan de RUG. Deze constructie zou zijn zoon 300.000 euro bruto opgeleverd hebben, terwijl zijn zoon in totaal slechts drie weken en drie dagen zou hebben gewerkt. Naast de loonkosten van zijn zoon zou de hoofdverdachte veel meer activiteiten hebben laten verhalen bij de Rijksuniversiteit via de betrokken bedrijven. Zo zouden de prijzen en de barbecue van de jaarlijkse viswedstrijd van de visvereniging van de hoofdverdachte zijn verhaald op de RUG onder de noemer: ‘onderhoud stofzuiger’. Ook de kosten van het opknappen van zijn huis zou hij aan de Rijksuniversiteit Groningen hebben doorberekend.
De betrokken bedrijven zouden ook flink hebben geprofiteerd van het machtsmisbruik van de hoofdverdachte. In ruil voor hun giften en gunsten zouden de bedrijven verzekerd zijn van verschillende opdrachten bij de RUG. Op de facturen van deze opdrachten die ze naar de RUG stuurde, zouden ze de loonkosten van de zoon van de hoofdverdachte hebben doorberekend. Een win-win situatie voor de verdachten, waar de Rijkuniversiteit Groningen dubbel de dupe van bleek te zijn. De officier van justitie stelt dat de hoofdverdachte zich “de heerser van zijn eigen koninkrijk” voelde en zich onaantastbaar waande door op listige wijze, met veel valse stukken waaronder valse opdrachten en een stroom aan vervalste facturen, de corruptie wist te verhullen.
Onregelmatigheden in de boekhouding
Na het faillissement van een installatiebedrijf waarmee de RUG samenwerkte, ontdekte de FIOD onregelmatigheden in de boekhouding van het bedrijf en kwam zo de hoofdverdachte op het spoor. In januari 2016 is de hoofdverdachte door de FIOD gearresteerd, vier maanden voordat hij met pensioen zou gaan. De hoofdverdachte heeft in totaal 45 jaar in dienst gezeten bij de RUG. De RUG heeft zodra de vermeende fraude aan het licht kwam, de verdachten ontslagen en aangifte gedaan bij de politie.
Aangezien de fraude niet door de RUG in eigen administratie terug te vinden zou zijn, is het niet verwonderlijk dat de RUG niet op de hoogte was van de fraudepraktijken van haar werknemers. De persoon die verantwoordelijk was voor de bestelling van de opdrachten van de bedrijven bij de RUG, was ook verantwoordelijk voor de controle. Doordat alle betrokkenen profiteerde van deze constructie bleef de fraude lang verborgen. Universiteitsbestuurder Poppema stelt: ‘’Je ziet het pas als het door hebt.’’
Toch blijft het de vraag waarom de RUG deze handelingen door dezelfde verantwoordelijke liet ondernemen, en consequent de fraude tot op een bepaalde hoogte mogelijk maakte. Na de aanhouding door de FIOD heeft de RUG een extern bureau ingeschakeld om een intern onderzoek uit te voeren. Aan de hand van de onderzoeksresultaten zouden de medewerkers van de RUG zijn ontslagen. Naar aanleiding van het fraudeschandaal begint de RUG een integriteitsprogramma en wordt er gekeken naar versterking van de controlefunctie.