De rol van Nederland in deze fiscale structuren is al jarenlang onderwerp in de discussie over belastingontwijking door multinationals. Naar aanleiding van de Panama Papers werd het debat weer aangewakkerd en vorige maand hoorde de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale Constructies nog twee weken lang deskundigen en getuigen over dit onderwerp. Ook Transparency International Nederland (TI-NL) werd uitgenodigd als expert naar aanleiding van laatste onderzoeksrapport van TI-NL over Ultimate Beneficial Ownership (UBO).
Data-analyse van CORPNET
De onderzoekers van CORPNET, onderdeel van de afdeling politicologie van de UvA, hebben onder leiding van Eelke Heemskerk een netwerkanalyse gemaakt van 71 miljoen concernrelaties. In totaal gaat het om 98 miljoen bedrijven en hun eigendomsrelaties over de hele wereld. Die analyse leverde 24 belastingparadijzen op en vijf grote doorstroomlanden, waaronder Nederland.
De resultaten van de data-analyse van CORPNET van de UvA zijn op maandag 24 juli gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports. CORPNET wil het verhitte debat over belastingparadijzen en offshore-transacties transparanter maken. Zo is er volgens de onderzoeksgroep nog steeds geen algemeen geaccepteerde definitie van een Offshore Financial Center (OFC). Een OFC is een jurisdictie die zakelijke en financiële diensten verleent aan bedrijven die niet in het rechtsgebied zijn gevestigd, op een schaal die veel groter is dan de economie van die jurisdictie. Het onderzoek is gemotiveerd door de populariteit van deze OFC’s onder grote multinationals om hun kapitaal over grenzen te verplaatsen en zo (legaal) hun belasting te verminderen.
Eelke Heemskerk, universitair hoofddocent bij de afdeling Politicologie en hoofdonderzoeker van CORPNET: “Het is vreemd dat we nog steeds geen algemeen geaccepteerde definitie van OFC’s hebben, ondanks hun omstreden rol. Het bepalen wie nu een OFC is, wordt dan ook steeds sterker gepolitiseerd. We hebben daarom een team samengesteld van politicologen én informatici. Door deze samenwerking hebben we een nieuwe ‘big data’-gedreven benadering kunnen ontwikkelen die op een slimme manier de eigendomsstructuren van bedrijven analyseert, en meet hoe zij gebruikmaken van bepaalde landen en rechtsgebieden. We hebben daarvoor algoritmen ontwikkeld die het wereldwijde netwerk analyseren van 98 miljoen bedrijven en 71 miljoen eigendomsrelaties, met verrassende uitkomsten.”
Nederland grootste doorstroomland belastingparadijs
Met de netwerkanalyse op basis van gedetailleerde bedrijfsinformatie kan nu achterhaald worden waar investeringsstromen beginnen, waar ze eindigen en via welke tussenbestemmingen ze lopen. Op basis van deze informatie onderscheiden de onderzoekers twee soorten OFC’s: 1. de sink-OFC’s oftewel belastingparadijzen die buitenlands kapitaal aantrekken en vasthouden en 2. de conduit-OFC’s, dit zijn doorstroomlanden waarlangs disproportionele bedragen naar de belastingparadijzen worden gesluisd.
CORPNET laat zien dat er wereldwijd 24 sink-OFC’s zijn, waaronder de welbekende offshore-gebieden als Luxemburg, Hongkong, de Britse Maagdeneilanden, Bermuda, Jersey en de Kaaimaneilanden. Er zijn slechts vijf landen die als conduit-OFC’s opereren en vanwege hun fiscaalvriendelijke regels en verdragennetwerk worden gebruik door multinationals om over hun interne geldstromen zo min mogelijk belasting te betalen: Nederland, Groot-Brittannië, Ierland, Singapore en Zwitserland. Gezamenlijk sluizen deze landen 47% van de offshore-investeringen van bedrijven naar sink-OFC’s. Nederland en Groot-Brittannië zijn daarbij de grootste spelers met respectievelijk 23% en 14% aandeel, gevolgd door Zwitserland met 6%, Singapore met 2% en Ierland met 1%.
Nederland behoort tot de belastingparadijzen
In verhouding tot de economie is de Nederlandse bankensector relatief groot. Zo bedraagt de som van de balansen van banken bijna vier keer het bruto nationaal inkomen (banking assets to GDP ratio) met 397% in 2014. Nederland heeft hiermee relatief gezien één van de grootste bankensectoren ter wereld en vloeien jaarlijks ongekend hoge bedragen door de Nederlandse bancaire sector. Dit heeft onder andere te maken met de 12.000 in Nederland gevestigde bijzondere financiële instellingen. Vanwege haar positie als één van de belangrijke financiële centra wereldwijd heeft Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid op het gebied van witwasbestrijding en het tegengaan van daaraan gerelateerde misdrijven, zoals corruptie, belastingontduiking, belangenverstrengeling en fraude.
De Nederlandse praktijk van geheime belastingafspraken met multinationals lokt belastingontwijking- en ontduiking uit. Maar liefst 91 van de 100 grootste multinationals heeft een Nederlandse vennootschap zonder noemenswaardige economische activiteiten in Nederland door middel van een brievenbusfirma gevestigd in ons land. Dit zijn Nederlandse vennootschappen zonder noemenswaardige economische activiteiten in Nederland. Ze hebben vaak ook geen personeel of kantoor en worden bestuurd door trustkantoren. De geldstromen van en naar deze vennootschappen, die grotendeels via Nederlandse banken vloeien, komen jaarlijks neer op ongeveer 4.000 miljard euro. Deze omvangrijke geldstromen brengen het risico met zich dat een deel daarvan betrekking heeft op illegale activiteiten.
Transparantie in belastingafspraken
Belastingverdragen en belastingafspraken van deze landen zorgen ervoor dat de afdracht aan de fiscus zeer beperkt blijft. Zo kunnen investeringen en leningen van multinationals en de daaruit volgende dividend- en rentebetalingen “fiscaal vriendelijk” de wereld overgaan. Om belastingafspraken transparant te maken, zijn alle EU-lidstaten sinds 1 januari 2017 verplicht de afspraken uit te wisselen met andere landen. Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker gaf onlangs aan lidstaten die zich niet houden aan deze afspraak op de vingers te tikken. Daarnaast heeft de commissie de 28 lidstaten gevraagd landen aan te dragen die nauwelijks of geen vennootschapsbelasting heffen, niet transparant zijn en niet meewerken aan internationale maatregelen tegen belastingontwijking.
In plaats van potentieel corrupte handelingen te vergemakkelijken, moeten landen uniforme wetgeving aannemen waarbij belastingconstructies als deze op de schop gaan. Advocatenkantoren en andere (financiële) professionals zouden bij het aannemen van klanten due diligence uit moeten voeren, welke nodig is om corruptie te voorkomen. Terwijl velen opmerken dat hun acties niet illegaal zijn, zou de nadruk moeten liggen op het integer handelen om corruptie wereldwijd een halt toe te roepen en “het paradijs” te herwinnen. Waarschijnlijk kunnen de vijf doorstroomlanden hun rol als tussenschakel bij fiscaal gedreven constructies alleen vervullen vanwege hun goede reputatie, politieke stabiliteit, goed ontwikkelde rechtsstaat, en door de vele belastingverdragen die ze hebben met andere landen. De doorstroomlanden zijn hoogontwikkelde landen die de middelen hebben om in te grijpen als ze daarvoor zouden kiezen.