Amsterdam, 31 juli 2017 – Naar aanleiding van onthullingen in de Panama Papers heeft de hoogste rechtbank van Pakistan de minister-president Nawaz Sharif uit zijn ambt gezet op grond van vermeende corruptie en witwassen. Volgens Pakistaanse media is ook de minister van Financiën Ishaq Dar uit het ambt gezet. Een onderzoekcommissie heeft vastgesteld dat Sharif en zijn familie niet konden verantwoorden hoe zij aan hun geld komen. Volgens plaatselijke media wordt er ook een strafrechtelijk onderzoek gedaan naar Sharif.
De affaire rondom de minister-president van Pakistan begon na onthullingen in de Panama Papers. In april werd een speciale commissie opgericht om onderzoek te doen naar het vermogen van Sharif en zijn familie. Nu de commissie heeft geconcludeerd dat er een enorm groot verschil is tussen de inkomsten en het vermogen van familie Sharif, kan Sharif volgens het hooggerechtshof niet langer aanblijven. Ook heeft Sharif en zijn familie volgens de commissie vervalste documenten opgesteld om de waarheid te maskeren.
Lettertype verraadt vervalsing
Het gaat om documenten waarmee de dochter van de Pakistaanse premier, Maryam Nawaz Sharif, haar onschuld in een corruptiezaak heeft willen aantonen. Ze zou via schimmige constructies de eigenaar zijn van dure appartementen in Londen. Die beschuldiging volgde op onthullingen uit de Panama Papers die de Pakistaanse premier en zijn familie al een jaar achtervolgen.
Met een Tweet en bijgesloten afbeeldingen van de zogenaamde overeenkomst uit februari 2016 wilde Maryam Nawaz aantonen dat ze de beheerder en niet de eigenaar is van de luxueuze appartementen in Londen. Echter bleken haar documenten getypt te zijn in Calibri, een lettertype dat ten tijde van de datum op de documenten nog helemaal niet in Word zat. De commissie die in opdracht van de overheid onderzoek doet naar corruptie door de familie Sharif concludeert daarom dat de documenten vervalst zijn.
Uitspraak rechter Pakistan
De rechter deed afgelopen vrijdag uitspraak over de vermeende corruptie van de premier: “Hij komt niet meer in aanmerking om een eerlijk lid van het parlement te zijn, en hij verzaakt zijn taak als minister-president.” Ook de minister van Financiën Ishaq Dar zou door de rechtbank uit het ambt zijn gezet. Dar is de vroegere accountant van Sharif en leverde documenten aan justitie over de rijkdom van de premier en zijn familie, inclusief een lijst met bezittingen in de Britse hoofdstad.
De aanleiding van de afzetting zijn beschuldigingen van corruptie en witwassen. Sharif (67) heeft deze beschuldigingen altijd tegengesproken. Volgens hem is er sprake van een samenzwering tegen hem. Voor de uitspraak van het hof waarschuwde de premier dat een afzetting het land zou kunnen destabiliseren.
Sharif kreeg eerder levenslang voor corruptie
Het is niet de eerste keer dat Sharif in verband wordt gebracht met corruptie. In 1999 kreeg Sharif levenslang voor onder meer belastingontduiking en landverraad. Sharif, die in ballingschap in Londen leefde nadat hij was afgezet, beloofde om in plaats van de celstraf tien jaar lang weg te blijven uit Pakistan. In 2007 bepaalde het hooggerechtshof dat hij vervroegd mocht terugkeren. Bij zijn aankomst op de luchthaven van Islamabad, de hoofdstad van Pakistan, werd hij direct aangehouden op grond van corruptie en naar Saoedi-Arabië gedeporteerd. Eind 2007 probeerde Sharif nogmaals uit ballingschap terug te keren naar Pakistan en kreeg toen wel toestemming om te blijven. Zijn partij deed mee aan de parlementsverkiezingen maar Sharif zelf mocht niet op het stembiljet staan, omdat hij een strafblad had. Ondanks dat werd hij in mei 2013 alsnog voor de derde keer premier van het land.
Sharif maakte zijn eerste termijn (1990-1993) niet af omdat hij onder druk van het leger aftrad. Zijn tweede termijn (1997-1999) eindigde met een staatsgreep door het leger. Sinds Pakistan in 1947 onafhankelijk werd van Groot-Brittannië is er nog nooit een premier geweest die zijn termijn heeft uitgezeten. De laatste keer dat een Pakistaanse premier door het hooggerechtshof werd afgezet was in 2012. Toenmalig premier Gilani had zich volgens het hof schuldig gemaakt aan minachting, toen hij een corruptieonderzoek naar voormalig president Zardari weigerde te heropenen.
Premier schuift broer naar voren als opvolger
Op 28 juli 2017 vonniste de vijf rechters van het Pakistaanse hooggerechtshof unaniem dat Sharif onjuiste informatie heeft verstrekt over de hoogte van zijn financiële eigendom, waarop hij voor een periode van tien jaar onbevoegd is verklaard om als minister-president te dienen. Net nadat hij werd afgezet heeft hij zijn broer Shahbaz Sharif naar voren geschoven als zijn opvolger. Shahbaz was ten tijde van Sharifs regering leider van de provincie Punjab. Ook Shahbaz wordt beschuldigd van corruptie en verbleef eveneens lange tijd in ballingschap. Omdat Shahbaz Sharif eerst nog een zetel in het parlement moet zien te winnen, kiest het parlement aanstaande dinsdag tijdelijk een vertrouweling van Sharif als interim-premier.