Amsterdam, 15 november 2017 – Afgelopen dinsdag heeft het Openbaar Ministerie (OM) voor het gerechtshof in Den Haag opnieuw 24 maanden cel geëist tegen Jos van Rey, oud-wethouder van Roermond. Het is niet de eerste keer dat het OM 24 maanden cel eist tegen de VVD’er. In 2016 eiste het OM al een gevangenisstraf van twee jaar. Uiteindelijk werd van Rey, naar aanleiding van deze eis, op 12 juli 2016, door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur. Omdat deze straf aanzienlijk lager uitviel dan de eis van het OM, ging het OM meteen in hoger beroep. Ook Van Rey ging in beroep. Hij vindt dat hij niets heeft misdaan en gaat voor vrijspraak.
Het vonnis in 2016
In 2016 kwam de rechtbank tot dit magere oordeel gezien de leeftijd van Van Rey en de omvangrijke publiciteit rondom de rechtszaak. Gezien het blanco strafblad van Van Rey en het feit dat het jarenlange onderzoek “sporen in het leven van de verdachte [heeft] achtergelaten”, vond de rechtbank een gevangenisstraf niet passend. Dientengevolge werd voor alle feiten de maximale taakstraf opgelegd. De eis van het OM tot een beroepsverbod voor drie jaar in het openbaar bestuur legde de rechtbank naast zich neer. De kans op recidive achtte de rechtbank namelijk klein. In het vonnis in 2016 liet de rechtbank doorschemeren het geen glasheldere zaak te vinden, door termen te gebruiken als “vele tinten grijs”. Bovendien stelt de rechtbank dat Van Rey in zijn lange reeks van jaren als bestuurder van de gemeente Roermond vaak vanuit (initieel) goede motieven, met het oog voor de belangen van de gemeente en haar burgers, de grenzen opzocht en deze menigmaal, soms welbewust, overschreed.
De strafeis van 24 maanden in hoger beroep
“Een corrupte ambtenaar geeft het signaal af dat het ambtelijk apparaat beter of sneller werkt voor diegenen die dat kunnen betalen. De burger ervaart dat de overheid zich zelf niet aan de wet houdt terwijl juist de ambtelijke organisatie het goede voorbeeld moet geven: iedere burger heeft gelijke kansen en iedereen wordt gelijk behandeld. Juist de ambtenaar moet zich aan de regels houden. De ambtelijke organisatie functioneert dan ook slechts bij de gratie van het vertrouwen van de burger in het objectief en zakelijk functioneren van ambtenaren. Corruptie ondermijnt dat vertrouwen en tast daarmee de fundamenten van de democratische rechtsstaat aan.”
Zo begon advocaat-generaal Theo de Jong zijn strafeis in het hoger beroep in de zaak van Van Rey. Hij zegt juist wel een terugkerend patroon bij Van Rey te zien: regels die voor anderen gelden, gelden niet voor hem. De eisen in hoger beroep zijn dezelfde als anderhalf jaar geleden. Zo wordt er wederom 24 maanden gevangenisstraf geëist voor Van Rey. De aanklacht luidt:
- Omkoping
- Verkiezingsfraude (het gebruik van stempassen en volmachtbewijzen in strijd met de wet)
- Witwassen
Het OM eist ook weer een verbod voor Van Rey om een functie als gedeputeerde of wethouder te bekleden voor een periode van drie jaar.
Maatschappelijke voorbeeldfunctie
Het OM stelt dat de straf die de rechtbank op 12 juli 2016 heeft opgelegd geen recht doet aan de ernst van de zaak. Zo wordt er zwaar getild aan het gebrek aan integriteit bij de verdachte. Het OM acht een afkeuring door de rechter van essentieel belang om niet-integer gedrag en ambtelijke corruptie tegen te gaan. “Juist als wethouder van de gemeente bekleedde Van Rey een maatschappelijke voorbeeldfunctie”, aldus het OM. “Voor hem geldt bij uitstek: een beetje integer bestaat niet”.
Medeverdachte Van Pol
Naast de strafeis tegen Van Rey ligt er eveneens opnieuw een aanklacht tegen projectontwikkelaar Van Pol voor zijn betrokkenheid bij corruptie. Van Pol staat tegelijk met Van Rey terecht, maar de zaken zijn afgelopen dinsdag apart besproken bij het gerechtshof in Den Haag. Van Pol werd in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur. In hoger beroep heeft het OM opnieuw een gevangenisstraf van twee jaar geëist. Zo stelt het OM dat in de periode van 2004 tot 2012 Van Rey overstelpt is met giften en donaties door Van Pol. Dientengevolge werden veel projecten in het kader van stadsontwikkeling aan de bedrijven van Van Pol gegund. “Het is buitengewoon ernstig dat ondernemers op deze manier ambtenaren corrumperen ten gunste van hun onderneming”, aldus het OM.
Gebrek aan integriteit
Volgens het OM ligt de essentie van de zaak niet zozeer in het financiële voordeel dat Van Rey of Van Pol voor zichzelf heeft behaald maar in het gebrek aan integriteit bij Van Rey en bij de ondermijning van het ambtelijk apparaat door Van Pol. Bovendien acht het OM het bijzonderlijk kwalijk dat Van Rey inbreuk heeft gemaakt op het kiesrecht van burgers door illegaal gebruik van stempassen en volmachten.
Het gerechtshof in Den haag doet (naar verwachting) uitspraak op 20 december.