Xi

President Xi Jinping’s controversiële kruistocht tegen corruptie in China

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Internationaal, Nieuws

Amsterdam, 2 november 2017 (door Hugo Gilden) – President Xi Jinping’s strijd tegen corruptie door partijambtenaren in China heeft reeds de nodige slachtoffers geëist. In 2018 zullen verschillende anti-corruptieorganen worden samengevoegd in de National Supervisory Commission (NSC). Met de komst van deze commissie zal naast corruptie door partijambtenaren met meer aandacht worden gekeken naar corruptie binnen andere sectoren van de samenleving. Xi’s campagne tegen corruptie wordt echter geplaagd door scepsis en controverse.

Xi jaagt op tigers én flies in strijd tegen corruptie

Kort na zijn aantreden in 2012 kondigde president Xi Jinping aan een intensieve campagne tegen de corruptiecultuur onder partijambtenaren te gaan voeren. Xi zou de aanwezige corruptie binnen zijn partijapparaat zien als een smet op het functioneren daarvan. Bovendien is corruptie één van de hoofdoorzaken van het wantrouwen in de overheid dat onder veel Chinezen heerst, zo wijst een onderzoek naar de publieke opinie uit. In Xi’s aangekondigde strijd tegen corruptie zouden de activiteiten van zowel tigers als flies, ofwel hoog-en lager geplaatste ambtenaren, onder de loep worden genomen.

Hoewel er vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de ware motivaties achter het disciplineren van bepaalde partijleden, is dit geen loos dreigement gebleken. Tot op heden zijn reeds 1,34 miljoen flies bestraft voor kleinschalige corruptie op dorps-en provincieniveau. Daarnaast, zo presenteert het door de overheid gecontroleerde Chinadaily, 280 tigers op ministerieel niveau, 8.600 afdelingshoofden en 66.000 provinciechefs. De meest prominente en geruchtmakende zaken zijn door de BBC in een overzicht geplaatst.

Chinese anti-corruptieorganen

Het orgaan dat momenteel de verantwoordelijkheid draagt voor het signaleren en bestraffen van corruptie door partijambtenaren is de Central Commission for Discipline Inspection. Het CCDI, waarvan het statige hoofdkantoor wordt omringd door hoge muren, is niet onomstreden. Het CCDI werkt niet geheel onafhankelijk en houdt er een weinig transparante en integere werkwijze op na. Door het CCDI beschuldigden kunnen zonder proces verbaal worden gedetineerd en hebben geen recht op verdediging. Bovendien wordt stelselmatig gebruik gemaakt van uitputtings- en martelmethoden, zo wordt hier bericht door Human Rights Watch.

Rond de komende jaarwisseling zullen de werkzaamheden en de organisatie van het CCDI worden samengevoegd met dat van corruptie bestrijdende organen die zich richten op corruptie binnen andere sectoren van de economie en samenleving. Met de aankondiging van het NSC wordt gesproken van een wezenlijke intensivering van en aanvulling op China’s anti-corruptiebeleid. Deze aanvulling zal met name zichtbaar worden in een vergrote aandacht op de bestrijding van corruptie binnen het Chinese bedrijfsleven. In het Chinese bedrijfsleven bestaat, zo lijkt het, een diepgewortelde en moeilijk uit te bannen corruptiecultuur. In deze context wordt vaak verband gelegd met het op reciprociteit en loyaliteit gebaseerde culturele concept guanxi. Ook wordt door de buitenlandse media met argusogen gekeken naar de nauwe banden die tussen personen uit het bedrijfsleven en de politieke elite lijken te bestaan.

Voorzitter CCDI zélf beschuldigd van corruptie

Een opvallend verschil tussen het CCDI en de NSC zal de afwezigheid van Wang Qishan zijn. Wang was als secretaris van het CCDI hét gezicht van China’s anti-corruptiebeleid en werd door de Economist zelfs als de op één na machtigste staatsman gezien. De reden voor Wang’s aftreden lijkt te moeten worden gezocht in het feit dat hij de wettelijke leeftijdsgrens van 68 is gepasseerd. Saillant detail is echter wel dat Wang Qishan nadrukkelijk wordt beschuldigd van corruptie door de geruchtmakende klokkenluider Guo Wengui.

Guo Wengui is een Chinese miljardair die na zelf te zijn beschuldigd van corruptie het land heeft verlaten en zich tijdelijk heeft gevestigd in de Verenigde Staten. Guo plaatst in zowel video- als tekstvorm berichten op door de Chinese overheid geblokkeerde, maar met enige technische kennis te omzeilen, internetpagina’s. Daarin beschuldigt hij Wang Qishan en anderen van corruptie. Er wordt Guo gebrekkige bewijsvoering verweten, maar hij weet een groot publiek te bereiken en zijn inspanningen als klokkenluider lijken voor de nodige opschudding te zorgen.

Fundamentele verandering nodig

Hoewel Xi’s campagne tegen corruptie wordt geplaagd door de nodige controverse en onderhevig is aan kritiek, zijn de gepubliceerde cijfers indrukwekkend. Met de aangekondigde hervormingen binnen de organisatie van het nationale anti-corruptiebeleid lijkt de ingezette koers resoluut en ambitieus te worden doorgevoerd. Wat de werkelijke effecten van het anti-corruptiebeleid en Xi Jinping’s leiderschap zullen zijn, is nog niet met zekerheid te zeggen. Vooralsnog lijkt de kans gepakt te worden als corrupte ambtenaar nog steeds klein (gezien de bevolkingsgrootte en het grote aantal ambtenaren) en is systematische corruptie wijdverbreid. Echter geeft het strenge anti-corruptiebeleid van Xi Jinping wel een positief signaal af dat corruptie niet meer getolereerd wordt binnen de Chinese samenleving.

Om corruptie écht tegen te gaan zou China fundamenteel moeten veranderen. Corruptie wordt mogelijk gemaakt door onduidelijke eigendomsrechten, het gedecentraliseerde staatsbestuur, en het gebrek van democratische controles op de macht van politici door een onafhankelijke rechterlijke macht, vrijheid van pers, en politieke competitie. De NSC zal als autoritair regime het beleid op deze fronten niet veranderen, en kan dus geen werkelijke veranderingen in de cultuur van corruptie brengen.