directieassistenten

De toezichtprioriteiten van De Nederlandsche Bank voor de komende jaren

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Due diligence, Feature, Nationaal, Nieuws, Wetgeving, Witwassen

Amsterdam, 22 november 2017 – Uit de gisteren gepubliceerde ‘Visie op Toezicht 2018-2022’ blijkt dat technologie en klimaat belangrijke toezichtprioriteiten zijn van de Nederlandsche Bank (DNB). De financieel-technologische innovatie en de impact van de ontwikkeling van het klimaat staan hoog op de toezichtagenda van DNB. Bovendien blijft de bestrijding van financieel-economische criminaliteit onverminderd hoog op de prioriteitenlijst van de toezichthouder staan.

Met de gepubliceerde visie en vooruitblik wil DNB laten zien hoe zij haar toezichthoudende taken nadere invulling geeft teneinde de Nederlandse financiële instellingen hun verplichtingen en toezeggingen na te laten komen en bij te laten dragen aan een stabiel financieel systeem en duurzame welvaart. De documenten zijn samengesteld in dialoog met de financiële sector en het maatschappelijk middenveld (waaronder Transparency International Nederland) en vormen onderdeel van de verantwoordingscyclus voor de toezichttaken van DNB.

Ondanks herstel transitie nog niet ten einde

DNB stelt dat de financiële sector in het afgelopen decennium na de crisis een noodzakelijke transitie heeft doorgemaakt naar een grotere financiële weerbaarheid. De visie van de toezichthouder leest dat de crisis heeft geleerd dat de financiële sector en de toezichthouder voortdurend alert moeten zijn op nieuwe risico’s en uitdagingen. Hoewel de Nederlandse economie de afgelopen jaren herstel laat zien, is de transitie nog niet ten einde.

Omdat nieuwe partijen constant de markt blijven betreden met behulp van technologische toepassingen, zien we de dienstverlening verbeteren en marktverhoudingen veranderen. Bestaande bedrijfsmodellen komen hierdoor onder druk te staan door de langdurig lage rente, en financiële instellingen en toezichthouders worden geconfronteerd met internationale veranderingen (denk aan de Brexit). DNB ziet gelijktijdig ook convergentie van de Europese financiële toezichtregimes, zoals in het gemeenschappelijke bankentoezicht.

Veranderd klantgedrag maakt consument kritischer

DNB merkt op dat het speelveld in snel tempo verandert door nieuwe nationale en internationale wetgeving, en noemt als voorbeelden de nieuwe betaalrichtlijn PSD2, de invoering van een nieuw pensioencontract en een herstel- en resolutiekader voor verzekeraars. Veranderend klantgedrag betekent dat consumenten kritischer zijn dan voorheen, meer inzicht willen hebben bijvoorbeeld in waar hun geld in wordt belegd, en ook van financiële instellingen verwachten dat deze financieel economische criminaliteit tegengaan.

De toezichthouder bekent ook dat er door invoering van nieuwe wet- en regelgeving in reactie op de crisis, een zekere regelmoeheid is ontstaan in de financiële sector.

Hoewel het goed is om te kijken naar de effecten van de vele post-crisisregels, vraagt de geschetste dynamiek van de omgeving om waakzaamheid van financiële regelgevers en toezichthouders. Vooral in goede tijden is intensief en streng toezicht van het grootste belang om de opbouw van excessen tegen te gaan, aldus DNB.

Voor de laatste crisis kende we een lange periode van deregulering. De les die hieruit getrokken kan worden is dan ook om vooruit te kijken en toekomstige crises te voorkomen in plaats van te genezen.

Toezichtprioriteiten: financieel-economische criminaliteit

Financieel-economische criminaliteit kent vele verschijningsvormen zoals bijvoorbeeld witwassen, corruptie, financiering van terrorisme, handel met voorwetenschap en het niet naleven van sancties. De bestrijding hiervan heeft hoge prioriteit voor DNB, omdat financieel-economische criminaliteit het vertrouwen in het financiële stelsel kan aantasten. Financiële instellingen hebben een sleutelrol in deze bestrijding door te signaleren en te weren dat criminele geldstromen door het financiële stelsel lopen; de zogenoemde “poortwachtersfunctie”.

Grootschalige financieel-economische criminaliteit, zoals serieuze corruptiegevallen, is niet mogelijk zonder hulp van financiële instellingen en andere professionele dienstverleners, merkt Arjen Tillema, bestuurslid van Transparency International Nederland, op.

“Voor de preventie van dergelijke criminaliteit is hun poortwachtersfunctie dan ook van groot belang. Vragen met wie doen we precies zaken en waarom (“het mag wel, maar past het ons ook?”) moeten steeds vroeger gesteld worden. Dat vergt veel van afdelingen zoals Ethics & Compliance, Legal en Audit, maar vooral ook van de eerstverantwoordelijke in het bedrijf, de business, en het bestuur voorop. De beloning komt zelden meteen, maar is niet minder belangrijk: een schoner financieel stelsel en geen potentieel ontwrichtende schandalen voor de instelling”, aldus Tillema.

toezichtprioriteiten

Volgens DNB staat de bestrijding van financieel-economische criminaliteit onverminderd hoog op de agenda. Vooral trustkantoren in Nederland zullen met stevige handhavingsmaatregelen worden aangepakt door DNB in geval van wetsovertredingen en misstanden. Ook internationaal heeft de bestrijding van financieel-economische criminaliteit hoge prioriteit. Zo blijven de EU en de VS verdere maatregelen doorvoeren om financieel-economische criminaliteit tegen te gaan, zowel door middel van wetgeving als op het gebied van handhaving. Sinds 2009 hebben de vijftig grootste Amerikaanse en Europese banken inmiddels ruim 270 miljard euro USD aan boetes opgelegd gekregen, vanwege bijvoorbeeld betrokkenheid bij corruptie, witwassen, overtreding van sanctieregels, manipulatie van benchmarks en misleiding. Dit bedrag geeft aan dat de financiële sector voortdurend kwetsbaar is voor financieel-economische criminaliteit.

Faciliterende rol instellingen zorgt voor toenemende ophef

Ondanks al deze maatregelen signaleert DNB dat de financiële instellingen in Nederland hun rol van poortwachter nog onvoldoende op zich nemen. De instellingen lopen risico op dit gebied maar er wordt onvoldoende gedaan om deze risico’s in te perken. DNB stelt regelmatig weerstand te ervaren wanneer de toezichthouder de instelling hierop wijst. Echter is een minimalistische uitleg en mechanische toepassing van wettelijke eisen onwenselijk voor een integere bedrijfsvoering en het bestrijden van financieel-economische criminaliteit.

Bovendien kan dergelijk gedraag ook botsen met de juridisch relevante eis van maatschappelijke betamelijkheid. Een voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van financiële instellingen bij schimmige, fiscale constructies, zoals meest recentelijk onthuld in de Paradise Papers en de Panama Papers. De faciliterende rol van financiële instellingen kan hierbij terecht leiden tot toenemende maatschappelijke ophef. Door wettelijk gezien legale geheimhouding blijkt het nu nog veel te moeilijk en tijdrovend om de identiteit van de uiteindelijke belanghebbende (UBO), diegene die aan de touwtjes trekt, te achterhalen en te onderzoeken. Daarom is meer transparantie op het gebied van de UBO absoluut noodzakelijk. Eén van de hulpmiddelen om agressieve fiscale structuren tegen te gaan, is de invoering van een UBO-register, leest het in april verschenen onderzoeksrapport van Transparency International Nederland.