Amsterdam, 6 februari 2018 – In 2017 betaalden elf bedrijven bij elkaar ruim €1,55 miljard om zaken te schikken die de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) hebben overtreden. Recordschikkingen onder de FCPA waren onder anderen Telia Company AB (Zweden) met een schikking van €805 miljoen, nu op nummer 1 in de top tien grootste schikkingen ooit, en Keppel Offshore & Marine (Singapore) met €352 miljoen en op nummer 7 van de lijst van de tien grootste FCPA boetes aller tijden.
In 2017 werd er onder de FCPA in totaal voor ruim 1,55 miljard euro (1,92 miljard dollar) geschikt door elf bedrijven. De twee blockbusters Telia Company en Keppel Offshore & Marine eindigden het jaar in de top tien grootste schikkingen ooit.
Ter vergelijking met voorgaande jaren
- In 2016 betaalden 27 bedrijven 1,99 miljard euro om schikkingen te treffen onder de FCPA.
- In 2015 betaalden 11 bedrijven 1,07 miljard euro.
- In 2014 betaalden 10 bedrijven 1,25 miljard euro.
- In 2013 betaalden 12 bedrijven 588 miljoen euro.
- In 2012 betaalden 12 bedrijven 208 miljoen euro.
- In 2011 betaalden 15 bedrijven 508,6 miljoen euro.
- In 2010 betaalden 23 bedrijven 1,44 miljoen euro.
- In 2009 betaalden 11 bedrijven 518 miljoen euro.
- In 2008 betaalden 11 bedrijven 760 miljoen euro.
Top 5 grootste FCPA-schikkingen 2017
- Telia Company AB (september 2017): schikte voor €805 miljoen om de overtredingen op de FCPA te beslechten. Drie Nederlandse dochterondernemingen van Telia hebben tussen 2007 en 2010 steekpenningen aan Gulnara Karimova, de presidentsdochter van Oezbekistan, betaald. Daarom gaat een deel van de schikking, nl. €229 miljoen, naar de Nederlandse schatkist. Deze schikking staat op nummer 1 in de top 10 grootste schikkingen ooit.
- Keppel Offshore & Marine (december 2017): trof een schikking ter waarde van €352 miljoen voor het betalen van steekpenningen in Brazilië en staat op plaats 7 in de top 10 grootste FCPA-schikkingen ooit.
- SBM Offshore (november 2017): ingestemd met het betalen van een strafrechtelijke boete van €192 miljoen miljoen om FCPA-misdrijven in Brazilië, Angola, Equatoriaal Guinea, Kazachstan en Irak. Deze transactie had betrekking op ongeoorloofde betalingen aan handelsagenten en buitenlandse overheidsfunctionarissen in de periode van 2007 tot en met 2011.
- Rolls-Royce (januari 2017): ging akkoord met een strafrechtelijke boete van €138 miljoen voor een wereldwijde samenzwering om de Foreign Corrupt Practices Act te schenden. De DOJ-actie was onderdeel van een resolutie van 800 miljoen dollar voor onderzoek door Amerikaanse, Britse en Braziliaanse autoriteiten. DOJ diende een misdadige informatie en uitgestelde vervolging bij federaal hof in Columbus, Ohio op 20 December in. De documenten waren tot 17 januari verzegeld.
- Odebrecht (april 2017): werd op 21 december 2016 schuldig bevonden voor samenzwering bij het schending van de FCPA. Volgens de autoriteiten in Brazilië, de Verenigde Staten en Zwitserland, zijn Odebrecht en Braskem schuldig aan het omkopen van managers van Petrobras in ruil voor contracten. Odebrecht schikte in 2017 voor €75 miljoen.
Corruptiebestrijding als “cash cow”
Er bestaat een heersende gedachte dat de FCPA met haar hoge boetes als “cash cow” wordt gebruikt door de Amerikaanse autoriteiten. Voormalig DOJ-aanklager Matthew Jacobs stelt zo het volgende: “The Department of Justice has figured out that conducting investigations of corporations is a lucrative business. This is the one area of government activity that actually brings money in rather than shoots money out. We’re talking about literally billions of dollars that the government is able to collect … as long as there’s a budget issue it’s not too cynical to say that … generating revenue is a factor in bringing these cases.”
Ellen Podgor, expert op het gebied van white collar crime onderschrijft dit: “FCPA is a cash cow. Big companies, most of whom are quite vulnerable, will do anything to avoid a civil or criminal trial. FCPA becomes a cost of doing business. The money flows into the government.”