Amsterdam, 30 april 2018 – Eerder al berichtte Transparency International Nederland over de vermeende omkoping van een dochterbedrijf van het Nederlandse familiebedrijf SHV naar aanleiding van onderzoek van NRC. Het dochterbedrijf zou jarenlang omstreden commissies hebben betaald aan bedrijven in het Midden-Oosten. NRC schrijft nu dat de FIOD strafrechtelijk onderzoek doet naar drie dochterbedrijven van SHV: Econosto en Mammoet worden naar verluidt verdacht van oplichting, omkoping, valsheid in geschrifte en overtreding van de sanctieregelgeving, en Nutreco van omkoping en misleiding. Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie zou de verdenkingen hebben bevestigd. Volgens NRC wordt het moederbedrijf SHV niet officieel als verdachte aangemerkt.
SHV Holdings is een groot Nederlands concern met activiteiten op het gebied van energie, groothandels, diervoeding, beleggen en zwaar transport. SHV is het grootste familiebedrijf van Nederland met zo’n 60.000 werknemers wereldwijd actief in 58 landen.
De eerste verdachte: Econosto
Begin vorig jaar al meldde NRC op basis van eigen onderzoek dat dochterbedrijf Econosto Mideast, een bedrijf dat industriële afsluiters en pijpverbindingen verkoopt, jarenlang steekpenningen zou hebben betaald aan bedrijven in het Midden-Oosten in ruil voor opdrachten. Het zou om ongeveer een miljoen euro per jaar aan omstreden commissies zijn gegaan waarvoor ook een schaduwboekhouding werd bijgehouden. De volledige schaduwboekhouding van de betalingen zou nu in handen zijn van justitie. De toenmalige accountant PwC zou hier volgens NRC van op de hoogte zijn geweest en de gang van zaken in een intern verslag ‘misleidend’ hebben genoemd. Het accountantskantoor zou het bestuur van Econosto hebben gewaarschuwd dat PwC “serieus twijfelde over de wettigheid van de betalingen”, maar keurde kennelijk de boekhouding ondertussen wel goed.
Naast de steekpenningen, zou de onderneming handel hebben gedreven met Iran terwijl er een handelsembargo gold en zouden klanten van Econosto zijn misleid. Ook werden industriële afsluiters en pijpverbindingen, waarvan werd gezegd dat ze uit Nederland kwamen, eigenlijk in China gemaakt. Na een wisseling van accountant, van PwC naar KPMG, werd de omkoping gemeld bij de Financial Intelligence Unit (FIU) van de Nederlandse overheid. Eind 2015 viel SHV zelf het eigen dochterbedrijf in Dubai binnen – deze vestiging heeft haar deuren op verdenking van structurele omkoping inmiddels gesloten.
De tweede en derde verdachte: Mammoet en Nutreco
Ook Mammoet, gespecialiseerd in zwaar transport, zoals van zware magneten van MRI-apparaten, wordt verdacht van omkoping. Het transportbedrijf zou 3 miljoen euro aan steekpenningen hebben betaald aan een tussenpersoon voor het bergen van scheepswrakken in een baai in Mauritanië, een project waarmee 40 miljoen euro aan EU-gelden is gemoeid. Mammoet zou hetzelfde hebben gedaan voor een vergelijkbaar bedrag voor de kust van Irak. Ook bij de hijskranentak van Mammoet zou sprake zijn van omkoping in het Midden-Oosten.
Tot slot is de FIOD een onderzoek gestart bij Nutreco, een Nederlandse diervoederfabrikant, die in Oekraïne steekpenningen zou hebben betaald en in Chili klanten zou hebben misleid door ze meer te laten betalen voor dierenvoeder dan op papier zou zijn afgesproken. In oktober 2016 viel de Chileense mededingingsautoriteit het kantoor van Nutreco in Osorne, Chili binnen.
Mogelijk ook een vierde dochter verdacht buiten Nederland
Naast de drie Nederlandse onderzoeken, wordt er ook gesproken over een vierde dochter van SHV in Duitsland, die een boete van rond de 100 miljoen euro boven het hoofd hangt vanwege kartelafspraken in 2007. SHV zou dit bedrag deels al hebben gereserveerd.
De rol van de accountant
NRC onderstreept dat PwC serieuze twijfels had over de wettigheid van de betalingen, maar dat desondanks de accountant de boekhouding bleef goedkeuren. Accountantsorganisaties zijn wettelijk verplicht om bij een vermoeden van fraude bij een controle te melden. In het geval van Econosto bijvoorbeeld lijkt het erop dat geen van de betrokken partijen de zaak heeft gemeld bij de relevante autoriteiten. Dat gebeurde volgens de berichtgeving dus pas toen KPMG de boekencontrole in 2015 over nam van PwC. Een wissel van accountant is sinds 2016 verplicht voor beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen. De gang van zaken bij SHV onderstreept nut en noodzaak van een dergelijke wissel.
Begin april werd bekend dat er naar aanleiding van de zaak rondom SHV tuchtklachten zijn ingediend door financieel toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) tegen twee betrokken accountants van PwC. De accountants van PwC moeten zich voor de Accountantskamer in Zwolle verantwoorden voor hun rol in de kwestie rondom de steekpenningen bij de dochterondernemingen van SHV, over de jaren 2011 tot en met 2014.
Schikking met SHV
Na de externe melding van KPMG in 2015, stelde SHV een onderzoek in naar de misstanden en zou de betrokken medewerkers hebben ontslagen. In december 2016 zegde SHV toe mee te werken aan het onderzoek van de FIOD en overhandigde de opgevraagde documenten. Het afgelopen jaar zouden meerdere gesprekken hebben plaatsgevonden tussen de FIOD en medewerkers van SHV. Uit het onderzoek kwamen ook mogelijke strafbare feiten bij andere dochters aan het licht. Volgens NRC zou het Openbaar Ministerie in de richting van een schikking gaan met SHV.