Amsterdam, 29 mei 2018 – De Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) doet onderzoek naar twee dochterbedrijven van het beursgenoteerde bouwbedrijf VolkerWessels. Dit naar aanleiding van een verdenking van corruptie. Er wordt onderzocht of de twee dochterbedrijven steekpenningen hebben betaald in ruil voor het verkrijgen en uitvoeren van opdrachten.
Het FIOD-onderzoek wordt geleid door het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM). Er zijn verschillende projecten die worden onderzocht door de FIOD. Eén daarvan is de aanleg van de zogenoemde ‘Causeway Swing Bridge’ door VolkerWessels op Sint Maarten in 2013.
Volker Construction International (VCI)
Niet eerder bekend geworden informatie die het OM in een openbare civiele procedure voorlegde aan het gerechtshof op Sint Maarten was aanleiding voor een stuk dat het Financieel Dagblad (FD) gisteren schreef. Uit deze openbare civiele procedure blijkt het bestaan van een strafonderzoek naar de rol van VolkerWessels-dochterbedrijf Volker Construction International (VCI) bij de aanbesteding en bouw van de brug. VCI is een houdster- en financieringsmaatschappij voor het ontwerpen, aannemen en uitvoeren van bouwprojecten buiten Nederland. VCI diende twee offertes in voor de bouw van de brug. Sint Maarten wees het eerste voorstel af vanwege de hoge kosten en een slecht design. Volgens het OM verkoos Sint Maarten bij een onnavolgbare herevaluatie alsnog het eerder afgewezen dure ontwerp. Het winnende, dure bod werd tijdens de bouw nog eens bijna 10% duurder, blijkt uit het artikel van het FD. Het uitverkoren duurste voorstel van VolkerWessels zou $39,5 miljoen kosten. Dat werd $43,5 miljoen. Het OM stelt dat de zakelijke verklaringen ontbreken voor de keuze van de duurste variant en voor het 10% duurder worden daarvan. Om die reden heeft het OM het vermoeden dat persoonlijke belangen van betrokkenen mogelijk een rol hebben gespeeld.
Dochterbedrijven VolkerWessels niet meer actief
Volker Stevin Caribbean (VSC) is het andere dochterbedrijf van VolkerWessels dat wordt onderzocht. Dit is terug te lezen in een persbericht dat VolkerWessels maandagavond zelf uitgaf naar aanleiding van vragen van het FD. VolkerWessels stelt in dit persbericht dat beide bedrijven op Sint Maarten sinds 2014 niet meer actief zijn. Dit omdat VolkerWessels besloten heeft zich op de meer winstgevende thuismarkten te focussen in Nederland, Engeland, Noord-Amerika en Duitsland. Bovendien stelt VolkerWessels in het persbericht dat op de bouw van de brug verlies is geleden. De aanleg was 32 miljoen euro waard, maar uiteindelijk bleven de dochterondernemingen met een verlies van ongeveer 1,5 miljoen euro zitten.
Wanbeleid havenbedrijf Sint Maarten
Het strafonderzoek naar VolkerWessels kwam eind vorige week aan de orde bij het gerechtshof op Sint Maarten, tijdens de behandeling van het verzoek van het OM om een civiele enquête naar mogelijk wanbeleid door het havenbedrijf van Sint Maarten. Het FD schrijft dat dit staatsbedrijf via de uitgifte van een obligatielening van $150 miljoen de bouw van de brug door VolkerWessels financierde. Het OM voert deze financiering op als één van de vijf aanwijzingen voor wanbeleid van de haven. Met de opbrengst van de obligatielening herfinancierde de haven $100 miljoen aan bestaande leningen. Met de rest betaalde het havenbedrijf de brug.
In juni vorig jaar zijn er op verzoek van het OM meerdere bedrijfspanden op Sint Maarten doorzocht, waaronder een trustkantoor en het kantoor van de havendochter Simpson Bay Lagoon Authority Corporation. Ook in Nederland is een bedrijfspand van een dochter van VolkerWessels doorzocht. Volgens het FD kan het OM geen nadere informatie verstrekken omdat het onderzoek nog loopt.
Het hof beslist 26 juni aanstaande over het enquêteverzoek. Op 11 juni dient bij de rechtbank op Sint Maarten een eerste zitting van een strafproces tegen havendirecteur Mark Mingo. Het OM verdenkt hem en twee medeverdachten van $8 miljoen aan corruptie.