Amsterdam, 19 juni 2018 (door Katinka Pennings) – ‘Een ingenieursbureau dat niet moeilijk doet over steekpenningen’, zo schrijft NRC afgelopen vrijdag. Het gaat om Tebodin, een internationaal opererend advies- en ingenieursbureau uit Den Haag, in handen van het Duitse bouwconcern Bilfinger SE.
NRC beroept zich op documenten van Der Spiegel. De Duitse krant is in het bezit van honderden pagina’s aan vertrouwelijke e-mails, facturen en andere documenten, waaruit kan worden opgemaakt dat er door Tebodin op grote schaal via derden smeergeld is betaald aan ambtenaren in onder meer Oman, Abu Dhabi, Vietnam, China en India. De betalingen hadden als doel om onder meer opdrachten en licenties bij de overheid binnen te halen.
Slangenstreken
Tebodin, het vlak na de Tweede Wereldoorlog opgerichte ingenieursbureau, werd in 1968 onderdeel van de Hollandsche Betongroep (HBG). HBG werd vervolgens in 2002 overgenomen door de BAM groep, bij toeval net nadat uitkwam dat het Openbaar Ministerie met onder andere HBG een miljoenenschikking zou treffen omtrent de fraude bij de bouw van de Schipholtunnel. In 2012 werd Tebodin door de BAM groep doorverkocht aan het Duitse bouwbedrijf Bilfinger SE. Dat er dan al twee jaar sprake is van corrupte praktijken bij Tebodin zou pas jaren daarna uitkomen. Op het moment van overname is Bilfinger SE zelf nog verwikkeld in een corruptiezaak die zich afspeelt in Nigeria, waar het bouwbedrijf in 2013 een miljoenenschikking voor treft met het Amerikaanse ministerie van Justitie. Een van de vereisten die daarbij een rol speelde, betrof het op orde krijgen van de interne controles. Bilfinger SE stelde daarop een nieuw hoofd interne onderzoeken aan. De kritische nieuwe aanwinst, Marie-Alix von Meiningen, plaatste al snel de focus op een aantal merkwaardige betalingen vanuit dochterbedrijf Tebodin. Later zou blijken dat het grondige speurwerk haar niet in dank zou worden afgenomen. Op weg naar Oman voor onderzoek werd een kopje thee, met daarin vermoedelijk het koningscobra-gif, von Meiningen bijna fataal. Even later werd haar ontslag aangevraagd.
Corrupte praktijken bij Tebodin
Volgens NRC speelden de corrupte praktijken bij Tebodin zich af tussen 2010 en 2015, rond het moment dat voormalig bestuursvoorzitter van Tebodin, Jack Overkamp, van baan wisselde. Hem wordt verweten in ieder geval twee omstreden betalingen te hebben goedgekeurd. Een van die betalingen doet zich voor in India; een Australische klant heeft binnen een week een bouwvergunning nodig voor de bouw van een fabriek, die via Tebodin geregeld moet worden. Die vergunning wordt met goedkeuring van Overkamp – zo bleek later – via steekpenningen aan een aantal prominente Indiase figuren, aan de klant verleend. Bij deze betaling zou het niet blijven. Naar aanleiding van de Nigeriaanse corruptiezaak bij Bilfinger, onderzoekt het Amerikaanse ministerie van Justitie ook de vermeende corruptie bij Tebodin. Of het ook in Nederland zal leiden tot een onderzoek is niet bekend.
Corrupte sector?
Zoals Transparency International Nederland (TI-NL) al eerder berichtte, is de bouwsector een gevoelige branche als we in termen van corruptie spreken. Naast dat er veelal sprake is van grote hoeveelheden facturen, afspraken en openbare aanbestedingen, is er bij het gros van de bedrijven in het algemeen te weinig kennis van de risico’s van corruptie. In mei van dit jaar schreef TI-NL dat slechts vier op de tien Nederlandse bedrijven een beleid hebben om corruptie en fraude te voorkomen. Dat is minder dan het wereldwijde gemiddelde van zes op de tien bedrijven met een dergelijke aanpak. Dat blijkt uit de Global Fraud Survey 2018 van accountantsorganisatie EY, een onderzoek onder 2250 bestuurders in 55 landen. Het onderzoek toont aan dat 38 procent van de bestuurders wereldwijd nog steeds meent dat omkoping en corruptie in de zakenwereld sterk aanwezig zijn. In de bouw in het bijzonder ontbreekt het dan ook niet aan recente voorbeelden, zoals de smeergeldbetalingen bij Ballast Nedam, het lopende onderzoek naar corruptie bij dochterbedrijven van bouwbedrijf VolkerWessels, valse facturen bij Bouwbedrijf RWC in Rotterdam en vermeende corruptie bij de Amsterdamse ‘Wibautveste’.
Dat de bouwsector wellicht sneller ten prooi valt aan intransparante praktijken, werd ook in de EU anti-corruptie rapportage (2014) van de Europese Commissie onderstreept. De eerste, en tevens laatste, anti-corruptie rapportage sluit aan bij het onderzoek van EY, waarin de Europese Commissie stelde dat ‘Member States lack coherent risk assessment mechanisms or sector-specific strategies to tackle corruption in vulnerable sectors’. Dat er is besloten geen gevolg te geven aan het EU anti-corruptie rapport, had nogal wat voeten in de aarde; afgelopen week berichtte Transparency International EU wederom over de belangrijke rol van de Europese Commissie in de strijd tegen corruptie.