Amsterdam, 27 augustus 2018 – Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een rotte bedrijfscultuur de kans op corruptie vergroot. Doctor Madelijne Gorsira, die onlangs op het onderzoek promoveerde, legde afgelopen zaterdag aan Jort Kelder bij ‘dr Kelder en Co’ op NPO Radio 1 in één minuut uit hoe een organisatieklimaat een belangrijke voorspeller kan zijn of iemand zich corrupt gaat gedragen.
Gorsira en haar collegaonderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam hebben aangetoond dat er een verband bestaat tussen de bedrijfscultuur en de kans dat corrupte gedragingen plaatsvinden. De resultaten suggereren dat werknemers die hun werkklimaat als meer egoïstisch en minder ethisch zien, ook minder persoonlijke en sociale normen ervaren die ze ervan zou moeten weerhouden corrupt gedrag te vertonen. Het onderzoek toont daarmee aan dat een egoïstisch bedrijfsklimaat haar werknemers kwetsbaar maakt voor corruptie. Dat impliceert ook dat het opruimen van enkele rotte appels misschien voor korte tijd een oplossing biedt, maar er nog altijd een grotere kans bestaat dat er opnieuw corruptie zal plaatsvinden.
Indicaties voor een criminogene bedrijfscultuur
Begin dit jaar schreef Transparency International Nederland (TI-NL) over een onderzoek van Alison Taylor, adjunct professor bij Fordham Law School. Alison Taylor stelde in haar artikel in de Harvard Business Review dat bedrijven een gebrek aan ethiek en moraliteit vooral zien als een individueel probleem. Foutieve drijfveren en mechanismen waar bedrijven soms al jaren van doordrongen zijn, worden vaak niet grondig onderzocht, waardoor de organisatie geïnfecteerd zal blijven door het “corruptievirus” – zelfs bij een verandering in de managementstijl of aanpassing van het compliance-beleid.
Alison Taylor stelt dat een vervuild ethisch klimaat binnen een bedrijf niet gezien kan worden als een individueel probleem. Zo schrijft zij dat het geheel van een groep meer is dan de som der delen. Mensen gedragen zich namelijk anders wanneer zij deel uitmaken van een team. Bovendien zijn de verklaringen voor ethische schandalen incompleet zonder een focus op de dynamiek van een groep.
Rekensom of zwak moreel besef?
Ook Gorsira stelt in haar proefschrift dat er bij het ontstaan van corruptie eerder sprake is van een zwak moreel besef – beïnvloed door de omgeving – dan een individuele kosten-baten afweging. Veel wetenschappers, zo zegt Gorsira, richten zich in onderzoek op die kosten-baten afweging; levert het omkopen van die ambtenaar mij meer op dan (het risico om) gepakt worden? In ‘dr Kelder en Co’ vertelt Gorsira dat ze het experiment op een artikel uit Nature baseerde. Het onderzoek dat in 2014 gepubliceerd werd, richtte zich specifiek op de bankensector. In het artikel wordt beschreven hoe het bankier-zijn meespeelt bij onethisch gedrag. Als bankiers worden herinnerd aan hun werk, zijn zij eerder geneigd zich onethisch te gedragen dan wanneer zij worden herinnerd aan hun persoonlijke identiteit. Dat zou in theorie dus betekenen dat enkel de associatie met de werkcultuur zou leiden tot onethisch gedrag en diezelfde corrupte bankier thuis het schoolvoorbeeld van integriteit kan zijn.
Het is niet eenvoudig om verbanden vast te stellen als het gaat om corruptie, omdat er meerdere factoren meespelen die je niet simpelweg in een laboratorium tegen elkaar kunt wegstrepen. Denk aan verschillen in persoonlijkheid of verschillen in perceptie van goed of kwaad. Toch is het onderzoek van Gorsira et al. (2018) het eerste empirische onderzoek dat een verband tracht te stellen tussen een rot organisatieklimaat en het ontstaan van corrupt gedrag.
Perceptie en corruptie
Gorsira vroeg honderden werknemers bij zowel private als publieke organisaties hoe zij het klimaat op het werk ervaarden. Ook werd hen gevraagd naar persoonlijke en sociale normen ten opzichte van omkoping. Het onderzoek toont aan dat werknemers die de werkcultuur als meer egoïstisch en onethischer ervaren, zich minder moreel gedwongen voelen om zich van corrupte gedragingen te weerhouden, wat hen automatisch kwetsbaarder maakt voor daadwerkelijke corruptie. Alhoewel de perceptie van een onethische bedrijfscultuur niet hetzelfde is als de daadwerkelijke bedrijfscultuur, is het die perceptie op basis waarvan mensen acteren.
Aan de luisteraars van NPO Radio 1 legt Gorsira uit dat de onderzoeksresultaten betekenen dat organisaties zelf een grote rol spelen in de strijd tegen corruptie. Door het aanmoedigen van integer gedrag en het fatsoeneren van de organisatiecultuur kan een organisatie op een preventieve wijze ervoor zorgen dat haar werknemers minder geneigd zijn zich corrupt te gedragen.
Over één dag en nacht ijs
Cultuurveranderingen zijn er niet van de één op de andere dag en laten we ons bovendien niet zomaar opleggen. Vernieuwing is anders, onvoorspelbaar en voelt dus kwetsbaar aan. We houden ons daarom over het algemeen graag vast aan oude gewoontes. Verandering ten tijde van kwetsbaarheid vergt dus een sfeer van openheid en vertrouwen. Volgens dr. Pauline Voortman, auteur van het boek ‘Vertrouwen werkt’ (2012), is vertrouwen de basis voor het werken aan integriteit.
Zoals TI-NL eerder berichtte, vindt op 26 en 27 september 2018 de Dag en Nacht van de Integriteit plaats, waar dr. Pauline Voortman een lezing zal geven over waarom vertrouwen de basis is voor het werken aan integriteit en hoe je vertrouwen kunt bevorderen en beïnvloeden. Wederzijds vertrouwen zorgt in organisaties voor gezonde tegenspraak. Het bevordert dat medewerkers om hulp vragen, elkaar aanspreken op gedrag, (openlijk) fouten durven maken, kritisch zijn op eigen prestaties en mogelijke misstanden melden. De Dag en Nacht van de Integriteit, gevuld met verhalen uit de praktijk en wetenschap, gekoppeld aan de actualiteit, is een jaarlijks congres op het gebied van integriteit en integriteitsbevordering in de publieke sector.
Aanmelden
De Dag van de Integriteit wordt gehouden op 27 september 2018 van 09.30 – 16.30 uur in De Observant, Stadhuisplein 7 in Amersfoort.