Amsterdam, 1 augustus 2018 – (door Friederycke Haijer) Nieuw-Zeeland staat al jaren in de top van Transparency International’s Corruption Perception Index. Toch kan zelfs Nieuw-Zeeland niet rustig achterover gaan leunen. Er zijn nog veel verbeteringen mogelijk, aldus professor Karin Lasthuizen in haar in haar inaugurele rede aan de Victoria University te Wellington in Nieuw-Zeeland. Lasthuizen was tot eind 2016 voor de Partij van de Arbeid lid van de Arnhemse gemeenteraad. Ze nam destijds ontslag om in Nieuw-Zeeland hoogleraar te worden. Dit artikel is een bewerking van een Nieuw-Zeelands nieuwsbericht over haar inaugurele rede.
Uitdagingen voor Nieuw-Zeeland
“Er zijn nieuwe risico’s voor onze integriteit waar we niet naïef over mogen zijn,” vertelde Lasthuizen aan haar publiek op de Victoria Business School, waar ze deel uitmaakt van de School of Management.
“Het geografisch isolement heeft Nieuw-Zeeland wellicht geholpen bij het creëren van een eigen cultuur met sterke ethische normen, en dit heeft ons mogelijk voor een lange periode beschermd, maar dit is aan het veranderen – tegenwoordig kunnen mensen hier veel sneller zijn en sociale media brengen andere wereldbeelden binnen het bereik van een muisklik. ”
Andere factoren die volgens Lasthuizen risico’s met zich meebrengen, zijn de internationale handel, “inclusief het zaken doen met meer corrupte landen in de Azië-Stille Oceaan regio”, en de invloed van “nieuwe generaties, zoals de millennials, die een andere kijk hebben: wat nu als ethisch wordt beschouwd, is niet hetzelfde als 20 jaar geleden “.
De inaugurele rede van Lasthuizen kreeg de titel ” Leading for Integrity: Opportunities and Challenges for Ethical Leadership in Aotearoa New Zealand” [Aotearoa is de Maori naam voor Nieuw-Zeeland]. De rede is grotendeels gebaseerd op door Lasthuizen en haar collega’s afgenomen interviews met 40 directeuren, bestuursvoorzitters en andere hooggeplaatste personen.
Kansen voor ethisch leiderschap
“Naar mijn mening kunnen we ambitieuzer worden dan we nu zijn,” zei Lasthuizen. “En hier zie ik een kans voor ethisch leiderschap. Het is algemeen bekend dat de toon aan de top in organisaties cruciaal is en we hebben het geluk dat we in Nieuw-Zeeland veel leiders hebben met een sterke integriteit – binnen de openbare dienstverlening, particuliere bedrijven, non-profit organisaties en binnen onze bredere gemeenschappen. Door te investeren in ethisch leiderschap kunnen we ethiek explicieter op de agenda zetten en de lat voor sectoren en organisaties nog hoger leggen”.
De omkopingszaak rond Auckland Transport van vorig jaar toonde aan dat Nieuw-Zeeland zeker niet vrij is van corruptie, aldus Lasthuizen. Ze vraagt zich af of “er mogelijk een algemeen gebrek aan bewustzijn bestaat over het belang van ethiek en wat het ons brengt”.
Ze citeerde een van haar respondenten, de directeur van de Nieuw-Zeelandse Autoriteit Financiële Markten, die zei: “Bij ethisch leiderschap gaat het erom dat ethiek altijd en overal van essentieel belang is. En die overtuigingen moet bij elke mogelijke gelegenheid uitgedragen worden.”
“In veel organisaties wordt integriteitsmanagement gelijkgetrokken met het naleven van wettelijke normen en regels, wat slechts een zeer beperkte benadering is”, zei Lasthuizen. “Iets kan legaal zijn, maar is het ook ethisch, het juiste om te doen?”
“Een op waarden gebaseerde aanpak voor integriteitsmanagement lijkt veelbelovender te zijn. Vooral wanneer het ons aanspoort om gesprekken te voeren over hoe goed ethisch gedrag er uit ziet en om goede werkwijzen te delen. Omdat we alleen aan onze hoge integriteitsnormen kunnen voldoen als streven naar excellentie. ”
Nieuw-Zeeland en het ‘kleine landen syndroom’
Een andere geïnterviewde, Jane Mitson, hoofdadviseur risico’s en integriteit bij de douanedienst van Nieuw-Zeeland, zei tegen het onderzoeksteam: “Ik denk dat de grote uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd waarschijnlijk te maken hebben met het syndroom van kleine landen.”
“Wat Wellington uniek maakt, zijn de nauwe banden tussen de publieke en private sectoren,” zei Lasthuizen hierover. “Zoals velen zeggen, Wellington is ‘een klein dorp’: iedereen kent elkaar. Professionele netwerken bestaan uit sterke banden en persoonlijke relaties. Dit creëert een typische Kiwi-cultuur van sociale cohesie, vriendelijke mensen en soepele interacties. Het nadeel is echter dat deze microkosmos leidt tot een verhoogde kans op belangenconflicten, vermenging van politiek met de openbare dienst, nepotisme in sollicitatieprocessen en vriendjespolitiek binnen werkomgevingen .”
Ethisch leiderschap en de kansen voor een gezonde werkomgeving
Onderzoek van de Victoria University van Wellington impliceert dat voortrekken door managers al dan niet bedoeld kan leiden tot pesterijen en intimidatie op het werk, zei Lasthuizen, eraan toevoegend dat in Nieuw-Zeeland veel meer wordt gepest op het werk dan in andere landen.
“Uit de Nieuw-Zeelandse diversiteitsenquête is gebleken dat in 2017 meer dan een derde van de respondenten pesten en intimidatie op het werk als een belangrijk probleem zag”, zei Lasthuizen. En “ethisch leiderschap kan enorm helpen bij het creëren van een ethisch en gezond werkklimaat, waarin mensen zich veilig voelen om tegen het management – en indien nodig tegen hun superieuren – te spreken over ongewenst gedrag. Dit betekent onder meer dat ethisch leiderschap de conflict-vermijdende en passief-agressieve werkcultuur moet aanpakken waar Kiwi’s vaak over praten.”
Elders in haar lezing benadrukte Lasthuizen een dringende behoefte aan een meer gevarieerde pool van leiders en managers, en verbond zij ethisch leiderschap aan “onze sociale verantwoordelijkheden”.
De volledige inaugurele rede van professor Lasthuizen kan hier bekeken worden.