sanctieregime

Oud-topmannen SBM Offshore veroordeeld tot drie jaar cel vanwege omkoping

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Internationaal, Nieuws, Schikkingen

Amsterdam, 3 oktober 2018 – Twee voormalig leidinggevenden van de in Nederland gevestigde SBM Offshore zijn in de Verenigde Staten veroordeeld vanwege hun rol in een internationaal omkoopschandaal.Voormalig SBM-topman Anthony Mace werd veroordeeld tot drie jaar cel en een boete van $150.000 (circa 130.000 euro) vanwege het omkopen van functionarissen bij staatsolie- en gasbedrijven in drie landen. Robert Zubiate, voormalig sales & marketing executive bij SBM USA werd in dezelfde zaak veroordeeld tot 2,5 jaar gevangenisstraf en een boete van $50.000.

De 66-jarige Mace was tussen 2008 tot 2011 bestuursvoorzitter bij SBM Offshore. Onder zijn bewind zou het in Schiedam gevestigde bedrijf vanuit Monaco miljoenen aan smeergeld aan Afrikaanse en Braziliaanse politici en medewerkers hebben uitgekeerd. Aanvankelijk was er een celstraf van vijf jaar tegen de oud-topman geëist, maar deze straf werd verlaagd na belastende verklaringen van Mace over andere SBM Offshore-bestuurders.

Omkopingsschandaal aan het licht door klokkenluider

Het omkopingsschandaal kwam aan het licht in 2012 toen een klokkenluider de omkopingspraktijken bekendmaakte. SBM schikte in de daarop volgende jaren al voor 400 miljoen dollar.

Het Serious Fraud Office, het anti-corruptiebureau in het Verenigd Koninkrijk, beschuldigde vorig jaar november twee voormalige SBM-leidinggevenden van omkoping van ambtenaren in Irak via een tussenpersoon in Unoil, in Monaco. Mace en Zubiate pleitten dezelfde maand beiden schuldig aan het omkopen van functionarissen binnen de oliestaatsbedrijven Petrobras, Angola’s Sonangol en GEPetrol in Equatoriaal Guinee. Volgens het pleidooi van Mace hebben andere werknemers van SBM de steekpenningen geïnitieerd voordat hij bestuursvoorzitter werd bij SBM Offshore.

Afgelopen vrijdag zei het Department of Justice (DOJ) dat Mace opzettelijk de aard van de betalingen probeerde te verhullen, en een separate spreadsheet bijhield met betalingen van meer dan $16 miljoen aan vijf mensen, hoewel hij ‘zich ervan bewust was dat die personen hoog in het vaandel stonden bij Equatoriaal-Guinese ambtenaren’.

Megaschikkingen voor SBM

Het bedrijf trof in 2014 al een schikking met justitie in Nederland en de Verenigde Staten ter waarde van 240 miljoen dollar, bestaande uit een boete van 40 miljoen dollar en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van 200 miljoen dollar. Deze transactie had betrekking op door de Openbaar Ministerie (OM) en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) geconstateerde ongeoorloofde betalingen aan handelsagenten en buitenlandse overheidsfunctionarissen in Equatoriaal Guinee, Angola en Brazilië in de periode van 2007 tot en met 2011. Die betalingen leveren ambtelijke en niet-ambtelijke omkoping alsmede valsheid in geschrifte op, aldus het OM.

Echter behielden de Amerikaanse autoriteiten daarbij expliciet het recht de zaak te heropenen als nieuwe informatie daar aanleiding voor zou geven. Dat gebeurde toen de twee oud-topmannen in november schuld bekende aan corruptie in het Braziliaanse omkoopschandaal. Begin september schikte SBM Offshore in dezelfde corruptiezaak voor ruim 41 miljoen euro met de Braziliaanse hoofdaanklager in Rio de Janeiro. In totaal werd 300 miljoen euro door het oliebedrijf betaald in de Braziliaanse affaire.

Individuele aansprakelijkheid

In schikkingszaken die het Openbaar Ministerie treft met een onderneming vanwege buitenlandse corruptie, zoals in 2014 de schikking met SBM, in 2017 de schikking met telecombedrijf Telia en in 2018 de schikking met ING, lijken natuurlijke personen en individuen van het bedrijf de dans te ontspringen. Tot op heden blijven leidinggevenden of verantwoordelijke werknemers vaak buiten schot voor hun rol in gepleegde strafbare feiten omdat zij zich verschuilen achter de organisatie of onderneming waar zij werkzaam zijn. Omdat bedrijven alleen op kunnen treden via mensen, lijkt het niet meer dan logisch dat individuen betrokken bij corruptie gestraft worden voor de corruptie handelingen die zij hebben verricht. Om corruptie effectiever aan te pakken zou er dan ook meer nadruk moeten worden gelegd op het aanpakken van individuen die betrokken zijn bij corruptie. Het vervolgen van de verantwoordelijke individuen heeft immers een groter afschrikwekkend effect dan het opleggen van een geldboete door middel van een schikking aan rechtspersonen.

Dat individuele vervolging nu wel wordt ingezet door de Amerikaanse autoriteiten in het omkoopschandaal rondom SBM Offshore is een belangrijke stap. Het lange tijdsbestek van de vervolging ligt in het feit dat het DOJ geen individuele veroordelingen wil aanvoeren wanneer de acties en onderzoeken van en naar het desbetreffende bedrijf nog gaande zijn. Ook is het ingewikkeld om bewijs te verkrijgen bij buitenlandse rechtsmachten en om dit bewijs vervolgens aan te voeren in de rechtszaal. Daarnaast blijft het voor openbaar aanklagers lastig om de juiste individuen te veroordelen, zelfs wanneer de onderneming volledig meewerkt.

Gedupeerden kunnen fluiten naar geld

Hoewel individuele vervolging zeer gewenst is, is het voor gedupeerden wel problematisch dat dit soort zaken in plea bargains afgehandeld worden. Daardoor kunnen zij niet participeren in de zaak en ook geen aanspraak maken op een deel van het geld. Zij zouden niet buiten spel gezet moeten worden doordat de zaak buiten de rechtszitting om afgedaan wordt. Bovendien blijven veel details rondom de afhandeling van de zaak door middel van plea bargains in nevelen gehuld.