Amsterdam, 1 oktober 2018 – Vorige week maandag hoorde vastgoedgoeroe Rudy Stroink 21 maanden celstraf tegen zich eisen. Stroink zou voormalig Google-directeur Simon Tusha hebben omgekocht, met als doel huurverlenging van de Google datacentra in de grootste zeehaven van Noord-Nederland. Het prijskaartje van 1,7 miljoen euro dat aan de vermoedelijke omkoping hangt, wordt misschien nog aangevuld met een veroordeling voor omkoping, valsheid in geschrifte en het vormen van een criminele organisatie.
Het Financieele Dagblad (FD) had op 24 november 2016 de primeur in de Nederlandse media. ‘Vastgoedgoeroe Stroink vervolgd voor omkopen van Google-directeur’, zo luidde de kop die ochtend. Voor diegenen die de Amerikaanse media volgden, kwam dat niet uit het niets. In mei van datzelfde jaar berichtten diverse Amerikaanse kranten over steekpenningen die Tusha van vastgoedbedrijf TCN, waar Stroink destijds aan het hoofd stond, zou hebben ontvangen. Tusha stond voor de rechtbank onder meer terecht voor het ontduiken van inkomstenbelasting, waar hij in ieder geval schuld aan bekende. Overigens niet zijn eerste veroordeling, Tusha werd al eens veroordeeld voor het vervalsen van cheques voor hij in 2008 bij Google startte.
Architect Stroink tekent verkeerd
Diezelfde Google-directeur was verantwoordelijk voor een nieuw huurcontract met TCN ten aanzien van de Google datacentra, gevestigd in de Eemshaven in Groningen. Het inmiddels gefailleerde TCN, waar Stroink van 1994 tot aan het faillissement in 2012 aan het hoofd stond, werd onder meer bekend als ontwikkelaar van het Mediapark in Hilversum. In 2006 koopt Stroink met TCN een klein bedrijf in gebiedsontwikkeling van de gemeente Groningen. Dat maakt hem eigenaar van een al gebouwd datacentrum, dat verhuurd is aan Google. De bouw van een nieuw datacentrum een aantal jaren later was een veelbelovend plan, dat TCN grotendeels middels leningen kon financieren. Toen de crisis uitbrak was een nieuw huurcontract ten aanzien van de Google datacentra van groot belang om TCN overeind te houden. Die contractonderhandelingen zijn de ondernemer nu fataal.
Delta, toepasselijk gezien Stroinks opleiding als architect aan de TU Delft, is de naam van het strafrechtelijk onderzoek dat naar hem loopt. Het onderzoek ging van start in 2015 nadat het OM door Amerikaanse collega’s werd getipt. Die hadden in een onderzoek naar een grote cocaïnehandelaar een computer van een medewerker van Google aangetroffen, die zijn rekening ter beschikking had gesteld aan de drugshandelaar. Vervolgens trof de Amerikaanse justitie daarop informatie aan over de mogelijke steekpenningen van Stroink, zo schrijft de Volkskrant.
Geheimzinnige geldstromen
Het FD linkt in haar artikel van 24 november 2016 naar de procesdocumenten van de strafzaak omtrent Tusha destijds. Daarin zijn de momenten waarop de steekpenningen zijn overgemaakt nauwkeurig opgesomd. Het tiental betalingen werd van TCN via lege vennootschappen gevestigd in belastingparadijzen, de Britse Maagdeneilanden en het Caribische eiland Dominica, naar Tusha doorgesluisd. Die zogeheten shell companies waren in eigendom van Howard Weinberg, volgens de lokale autoriteiten opgezet op initiatief van Tusha die Weinberg als broker aannam om gelden weg te sluizen. Tusha bekende de feiten, maar verklaarde ze als gevolg van gebrekkig financieel advies vanuit Weinberg. Stroink huurde op zijn beurt Weinberg in als makelaar tussen zijn bedrijf en Google, maar ontkent dat hij wist dat de vergoedingen die Weinberg voor zijn rol ontving uiteindelijk bij Tusha terecht kwamen. Zowel Weinberg als Tusha zeggen te zijn omgekocht door TCN en verklaren dat Stroink overal van wist.
Om een contractverlenging voor de Google datacentra te faciliteren, betaalde Stroink volgens het OM dus in totaal 1,7 miljoen euro aan steekpenningen. Zijn motief? Volgens de Officier van Justitie de kredietcrisis, waardoor Stroink afhankelijk was huurbetalingen van Google. Het OM ontleent dat argument deels aan een aflevering van VPRO Tegenlicht van 2 februari 2009. In ‘de Strijd van Rudy Stroink’ wordt de vastgoedman gevolgd op het moment dat TCN hard door de crisis wordt geraakt. In die periode vond volgens het OM ook de vermeende omkoping plaats. Het Google datacentrum wordt verschillende keren in de uitzending genoemd en is volgens Stroink ‘een van de cashmachines van TCN’, zo schrijft NRC.
Veel geschreeuw maar weinig wol?
Stroink en zijn vrouw, die toentertijd feitelijk leidinggevende was bij TCN, worden nu vervolgd voor omkoping, valsheid in geschrifte en het vormen van een criminele organisatie. Binnen de sector kwam de verdachtmaking van Stroink als een verrassing. Juist hij was degene die zich als een van de weinige vastgoedondernemers uitsprak tegen omkoping. Ten tijde van de vastgoedfraude bij Philips en Rabo Bouwfonds was het Stroink die de sector opriep transparant zaken te doen. In meerdere interviews sprak hij bovendien over duurzaam ondernemen.
Stroink spreekt van een complot tussen Tusha en Weinberg. Ook voelt hij zich een slachtoffer van justitie. ‘Ik wil geen zielig verhaal ophangen, maar wel graag vertellen wat er volgens mij aan het systeem niet deugt. Ik ben eigenlijk al veroordeeld nog vóór een rechter naar mijn zaak heeft gekeken’, zo vertelt hij afgelopen juli in een interview aan de Volkskrant.
Stroink zegt belazerd te zijn door Tusha en ook zijn advocaat Willem Koops heeft geen goed woord voor de Amerikaan over. ‘Tusha is de grote boef in dit dossier. Mijn cliënt is hooguit mogelijk een kleine boef.’ Stroink blijft volhouden onschuldig te zijn. Of de rechter hem gelooft moet blijken. De uitspraak is naar verwachting op 22 november 2018.