Amsterdam, 20 november 2018 – Vandaag houdt minister Blok in Den Haag een congres voor topambtenaren uit heel Europa. Het voornaamste onderwerp is zijn voorstel om individuele mensenrechtenschenders wereldwijd aan te pakken. Dit voorstel, dat uitvoering geeft aan een verzoek van de Tweede Kamer dit onderwerp te agenderen, ligt gevoelig, mede vanwege de oorsprong ervan.
Blok hoopt dit jaar nog de politieke steun van alle EU-lidstaten te kunnen krijgen om het voorstel te realiseren. Hij denkt de angel eruit gehaald te hebben door de naam ‘Magnitsky’ uit het voorstel weg te laten. Naar eigen zeggen is het voorstel hierdoor “[a]politiek en enkel gericht op individuen”.
Bill Browder, CEO van een fonds dat ooit het grootste buitenlandse investeringsfonds in Rusland was en voorvechter voor zogenaamde Magnitsky-wetgeving, noemt deze zet van Blok “immoral and unjust”. Volgens Browder is het expliciet benoemen Magnitsky “the least we can do to remember him and honour his sacrifice”.
Magnitsky
Sergei Magnitsky, voormalig Russische advocaat, kwam in 2008 miljoenenfraude en corruptie door de Russische overheid op het spoor. Hij werd gearresteerd en belandde in 2009 in een Russische cel. In zijn cel zou hij ziek zijn geworden en is hij overleden. Het vermoeden bestaat dat hij is mishandeld en aan zijn verwondingen is overleden.
Sinds enkele jaren lobbyt Browder in onder meer Nederland voor wetgeving om betrokkenen bij mensenrechtenschendingen en corruptie, zoals diegenen die volgens hem verantwoordelijk zijn voor de dood van Magnitsky, effectief te bestraffen. Op 3 april 2018 nam de Kamer de motie Omtzigt c.s. (22 112 – 2529) aan waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken of er in de Europese Unie voldoende draagvlak is voor sanctiemaatregelen op EU-niveau. Als er in de EU onvoldoende draagvlak blijkt te bestaan, draagt het parlement de regering op wetgeving in Nederland voor te bereiden.
Thematisch sanctieregime
In antwoord op Kamervragen over de wijze waarop de regering deze motie zou uitvoeren, noemde Blok een thematisch sanctieregime tegen mensenrechtenschenders een “waardevolle aanvulling op het bestaande Europese externe mensenrechteninstrumentarium en de geografische sanctieregimes.” Praktisch zou dit inhouden dat door een dergelijk nieuw instrument persoonsgerichte sancties mogelijk zijn tegen mensenrechtenschenders, zoals bijvoorbeeld bevriezing van tegoeden en reisbeperkingen. Hij hoopt daarmee hun gedrag te veranderen en wijst verder op het preventieve effect dat uitgaat van dergelijke maatregelen.
Voor het voltooien van een dergelijk instrument is instemming van alle Europese lidstaten nodig. Blok legt uit dat het niet “vanzelfsprekend [kan] rekenen op steun van alle lidstaten”. Het congres van vandaag dient daarom als “diplomatiek noodzakelijk voorwerk”. Het alternatief, waarbij Nederland (in navolging op de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Baltische landen) eigen wetgeving aanneemt, heeft volgens Blok “slechts zeer beperkte impact en [maakt] Nederland bovendien kwetsbaarder voor tegenmaatregelen.”