Amsterdam, 14 november 2018 – Het Openbaar Ministerie (OM) vordert ruim 7,3 miljoen euro terug van een van de hoofdverdachten uit het zogenaamde ‘Andes-proces’. Dit proces vond plaats in 2015, en betrof allerlei criminele activiteiten, waaronder witwassen, afpersing, bedreiging en mishandeling. De veroordeelde gaf leiding aan een criminele organisatie die zich bezighield met deze strafbare feiten.
Het laatste inkomen dat de veroordeelde aan de Belastingdienst had doorgegeven dateerde uit 2003. Daarna deed hij van alles om zijn (illegaal verkregen) vermogen te verbergen. Hij liet zijn geld bewaren door vrienden en bekenden, en had geen bankrekeningen of baan in Nederland.
Toch was hij niet zo zorgvuldig in het geheim houden van zijn vermogen. Hij gaf het namelijk uit aan vakanties, (gepantserde) auto’s, merkkleding, sierraden en prostituees. Al met al goed voor uitgaven van ruim 7 miljoen euro, tussen 1 januari 2000 en 27 mei 2013. Veel van deze uitgaven zijn gereconstrueerd op basis van de (telefoon)gesprekken die de politie via verborgen microfoons kon afluisteren.
Na aftrek van het legaal verdiende geld bleef een bedrag van 7.364.975,51 euro over, waarvan het OM nu zegt dat hij het wederrechtelijk heeft verkregen. Ook van anderen heeft het OM geldbedragen teruggevorderd. Op 18 december a.s. doet de rechtbank uitspraak.