Amsterdam, 14 januari 2019 – De Rijksrecherche heeft opdracht gekregen te onderzoeken of er sprake is van mogelijke corruptie bij de aanbestedingsprocedure van alcoholtesters voor de politie. In februari 2018 al zou het bedrijf Tomar, een leverancier van alcoholtesters die buiten de boot viel bij de aanbesteding, aangifte hebben gedaan tegen de Nationale Politie omdat er sprake zou zijn van misleiding, machtsmisbruik, chantage en bedrog bij deze aanbesteding met een waarde van 10 miljoen euro.

Het is niet de eerste keer dat de Nationale Politie wordt geconfronteerd met een mogelijke corruptiezaak. In 2016 schikte Volkswagen-importeur Pon een corruptiezaak bij politie en defensie voor 12 miljoen euro. Pon, de grootste auto-importeur van Nederland, zou zich tussen 2001 en 2011 schuldig hebben gemaakt aan het fêteren van ambtenaren met als doel aanbestedingen van honderden miljoenen euro’s binnen te halen.

Aangifte al een jaar geleden

Na de geruchtmakende Pon-corruptiezaak dreigt een nieuwe aanbestedingsaffaire voor de Nationale Politie. Dit keer zijn nieuwe alcoholtesters onderwerp van onderzoek naar mogelijke misstanden bij de aanbesteding van de testers. Bijna een jaar geleden deed de directeur van concurrerend aanbieder Tomar aangifte van de vermeende corruptie bij de aanbesteding. Naast de aangifte diende Tomar diende ook met succes een klacht in bij de commissie van aanbestedingsexperts, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken waar ondernemers kunnen klagen over overheidsaanbestedingen. Daarop werd een deel van de aanbesteding opnieuw gedaan, maar Tomar viel wederom buiten de boot.

Tomar levert apparatuur aan politie- en brandweerkorpsen in Europa en deed via een dealer mee aan de aanbesteding. De opdracht ging echter naar concurrent Dräger Nederland. Volgens de directeur van Tomar omdat het programma van eisen zodanig was opgesteld, dat enkel dat bedrijf in aanmerking kon komen.

Onderzoek vertraagd door capaciteitsgebrek

De directeur zou vijf aangiftes hebben gedaan bij de Rijksrecherche wegens misleiding, machtsmisbruik, chantage en bedrog. Een van de aangiftes zou tegen korpschef Erik Akerboom zijn, omdat die volgens de directeur verantwoordelijk zou zijn voor onjuiste verklaringen die politiewoordvoerders aflegden tegenover de media naar aanleiding van zijn aangiftes.

De Rijksrecherche zou aanvankelijk niet mee hebben gewerkt, maar de directeur kreeg wel steun van de Commissie van Aanbestedingsexperts. De vijf aangiften werden daarop samengevoegd tot één, waarna het OM besloot om de Rijksrecherche alsnog onderzoek te laten doen. Dat onderzoek heeft volgens het Landelijk Parket echter een half jaar vertraging opgelopen door capaciteitsgebrek bij de Rijksrecherche. Als die capaciteit wel beschikbaar komt, zal eerst worden vastgesteld of de politie een strafbaar feit heeft gepleegd. Daarna is pas eventuele vervolging mogelijk.