Zeker na het onderzoek van Transparency International Nederland, waaruit bleek dat in slechts 15 van de 28 lidstaten klokkenluiders wettelijk beschermd zijn, is dit een zeer positieve ontwikkeling. Vorige week werd het onderzoeksrapport gepubliceerd, waarin de huidige wetgeving betreffende klokkenluidersbescherming in de 28 lidstaten in beeld wordt gebracht. Ook is een online map geïntroduceerd, welke de verschillende niveaus van wettelijke klokkenluidersbescherming per EU-lidstaat laat zien.
Gebrekkige bescherming in meeste EU-lidstaten
Volgens het Europees Parlement bieden op dit moment slechts 10 EU-lidstaten passende juridische bescherming voor klokkenluiders (Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, Malta, Nederland, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk). In de meeste EU-landen is er dus gebrekkige bescherming voor klokkenluiders. In sommige landen zijn er alleen interne regelingen bij overheden of bepaalde sectoren, in andere landen ontbreekt bescherming geheel.
Klokkenluiders nu Europabreed beschermd
Voor bedrijven met meer dan 50 werknemers is het opzetten van een interne meldprocedure nu verplicht. Dit geldt ook voor gemeentes met meer dan 10.000 inwoners. Om de veiligheid van potentiële klokkenluiders en de vertrouwelijkheid van de informatie te verzekeren, stelt de wet klokkenluiders vrij om te kiezen of zij misstanden eerst intern melden of meteen naar toezichthouders en overheden stappen. Dit kan bij de bevoegde nationale autoriteiten of de relevante EU-instanties. Na een melding zijn zij verplicht advies en bijstand te verlenen, desnoods ook psychologisch en financieel. Ook worden vergeldingsmaatregelen tegen klokkenluiders door de wet expliciet verboden. Adviseurs, collega’s en familieleden die hulp hebben geboden vallen ook onder deze bescherming.
Aanleiding voor de Europese wet waren onthullingen in de afgelopen jaren zoals Dieselgate, Luxleaks en de Panama Papers. Deze schandalen illustreren het belang van de onthullingen van klokkenluiders voor het ontdekken en voorkomen van inbreuken op het EU-recht die schadelijk zijn voor het algemeen belang en het welzijn van de maatschappij, aldus het Parlement.