Amsterdam, 14 november 2019 – Afgelopen maandag 11 november is het advies van Reinier van Zutphen, de Nationale Ombudsman, over het functioneren van het Huis voor Klokkenluiders naar buiten gekomen. Diezelfde dag volgden reacties van het bestuur van het Huis en de minister van Binnenlandse Zaken. Een korte weergave van het advies en de reacties. TI-NL komt later met een meer inhoudelijke en uitgebreide reactie.
Van Zutphen onderzocht op verzoek van het ministerie waarom het Huis drie jaar na oprichting nog steeds niet goed functioneert. Het Huis is in juli 2016 geopend, maar heeft sindsdien veel problemen gehad en functioneert nog niet goed. Na een kritisch rapport-Ruys in december 2017, stapte het hele bestuur van het Huis voor Klokkenluiders op. Ook nadien rommelde het intern bij het Huis. Van Zutphen onderschrijft in zijn rapport van 1 oktober 2019 de aanbevelingen uit het rapport-Ruys en neemt deze dan ook als uitgangspunt voor zijn advies.
Aanbevelingen Van Zutphen
De belangrijkste aanbevelingen uit het advies van Van Zutphen luiden als volgt:
- De minister moet haast maken met de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders, zodat de opbrengst van deze evaluatie kan worden benut in het wetgevingstraject ter implementatie van de Europese klokkenluidersrichtlijn;
- De enorme achterstand aan verzoeken tot onderzoek moet worden opgelost door het Huis enkel verzoeken van na 1 januari 2019 te laten behandelen. Verzoeken van vóór die tijd, zouden door een tijdelijke externe groep deskundigen, moeten worden behandeld;
- De wettelijke en bestuurlijke scheiding tussen de afdelingen advies en onderzoek van het Huis moeten worden opgeheven, om uitwisseling van kennis en ervaring tussen medewerkers te vergroten en het bestuur gezamenlijk verantwoordelijk te laten zijn;
- Daarbij geldt wel dat de afdeling advies minder inhoudelijk te werk zal moeten gaan. Om de schijn van partijdigheid in het doen van onderzoek, de kerntaak van het Huis volgens Van Zutphen, te voorkomen, zou het Huis zich in zijn advies aan klokkenluiders moeten beperken tot het geven van voorlichting, het verstrekken van relevante informatie en het op weg helpen van de klokkenluider naar een organisatie die hem kan ondersteunen. Juridische, psychosociale en financiële vormen van ondersteuning, zouden moeten worden ondergebracht bij een andere organisatie dan het Huis.
- De positie van de klokkenluider in de onderzoeken die het Huis naar de door de klokkenluider gemelde misstanden verricht, dient duidelijker te worden bepaald en beschreven;
- Het Huis zou een kennisinstituut moeten worden om in organisaties integriteit te bevorderen.
Reactie van het Huis voor Klokkenluiders en minister BZK
Het Huis voor Klokkenluiders zegt blij te zijn met het advies en het feit dat Van Zutphen toekomst in het Huis ziet. Het kan zich in vrijwel alle aanbevelingen vinden. Zo onderstreept het Huis het belang van een vervroegde evaluatie, en pleit het samen met de Ombudsman voor een onafhankelijk fonds dat mensen en geld beschikbaar stelt om de bijstand en steun te bieden die de afdeling Advies van het Huis niet kan bieden. Ook vraagt het om extra mensen om oude zaken te kunnen afronden.
De minister van Binnenlandse Zaken onderschrijft in een reactie op het advies nagenoeg alle aanbevelingen, maar zegt nog geen concrete middelen voor de uitvoering hiervan toe.
Transparency International Nederland vindt het positief dat ook Van Zutphen de minister aanbeveelt de evaluatie van de huidige wet te vervroegen. Een uitgebreide en meer inhoudelijke reactie op de overige aanbevelingen volgt binnenkort.