Utrecht, 20 mei 2020 – Minister Hoekstra van Financiën erkent dat juist gezien het grote aandeel van Nederland in de wereldexport, het voor ons land van groot belang is om buitenlandse corruptie te voorkomen en te bestrijden. Hij verwijst hierbij echter naar oude maatregelen. Dit blijkt uit de beantwoording van nieuwe kritische Kamervragen over de slechte positie van Nederland in het Exporting Corruption-rapport van Transparency International, die de minister in maart dit jaar nog ten onrechte relativeerde.
De vragen van Tweede Kamerleden Sneller en Groothuizen (beiden D66) van 19 maart jl. volgden op de eerdere reactie van minister Hoekstra van 3 maart jl. De minister geeft nu onder andere nadere toelichting op zijn eerdere reactie op de conclusie van het Exporting Corruption-rapport uit 2018.
Nederland wil toch wél actiever handhaven op buitenlandse omkoping
In maart relativeerde de minister de conclusie van het Exporting Corruption-rapport van Transparency International dat de Nederlandse justitie “beperkt actief” is in haar handhaving tegen buitenlandse omkoping in het kader van de Anti-Bribery Convention van de OESO. Hoekstra wees er toen op dat het aandeel van Nederland in de wereldexport relatief hoog is, en onze belangrijkste handelspartners landen zijn met beperkte corruptierisico’s.
TI-NL reageerde hierop door te wijzen op het feit dat het Exporting Corruption-rapport, net als de OESO zelf, juist oog heeft voor deze verhoudingen. Zo behoren de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, landen met een groter aandeel in de wereldexport dan Nederland, wél tot de hoogste categorie van landen die actief handhaven.
De minister erkent nu desgevraagd dat Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een hoger aandeel in de wereldexport hebben, terwijl ze een vergelijkbaar exportprofiel kennen. In navolging hiervan vervolgt de minister dat hij het van belang vindt:
“(..) dat Nederland een zo effectief mogelijk handhavingssysteem heeft, welke past bij het Nederlands exportprofiel en onze inzet om buitenlandse en niet-ambtelijke corruptie te bestrijden. Vanzelfsprekend leren wij van de aanpak van onze buurlanden.”
Minister pronkt met oude maatregelen
De minister lijkt onze mening te delen dat het grote aandeel van Nederland in de wereldexport juist zou moeten leiden tot versterking van de Nederlandse inspanningen om omkoping in het buitenland te bestrijden. Gevraagd naar concrete extra maatregelen om dit voor elkaar te krijgen, verwijst de minister echter eerst naar oude maatregelen, die in het Exporting Corruption 2018-rapport al zijn meegenomen (zie het rapport, p. 67,68). Als “verdere investeringen” noemt de minister de oprichting van het anti-corruptie centrum (ACC) binnen de FIOD en de oprichting van het themateam corruptie bij het OM, dat zou hebben geleid tot meerdere nieuwe strafrechtelijke onderzoeken. Zowel het ACC als het themateam corruptie OM zijn echter in 2016 al opgericht.
Aanbevelingen aan de Nederlandse overheid
TI-NL dankt de Kamerleden voor hun kritische doorvragen. Wij juichen toe dat de minister zegt lering te trekken uit de aanpak van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Omdat toelichting ontbreekt, is TI-NL benieuwd wat de minister in navolging van deze landen wilt verbeteren in de Nederlandse handhaving om Nederlandse bedrijven die in het buitenland omkopen harder aan te pakken. Daarnaast willen we de minister vragen welke nieuwe maatregelen, genomen sinds 2018, ervoor gaan zorgen dat de effectiviteit van het handhaven tegen buitenlandse omkoping zal verbeteren ten opzichte van voorgaande jaren.
De aanbevelingen uit het Exporting Corruption-rapport 2018:
- Evalueer en verbeter de bescherming voor melders van misstanden.
- Implementeer de vierde anti-witwasrichtlijn van de EU, inclusief het UBO-register.
- Ontwikkel een beter beleid inzake schikkingen met aandacht voor asset recovery en de rol van gedupeerden.
- Verhoog het aantal zaken betreffende buitenlandse omkoping met daadwerkelijke vervolging en voer een volledige rechtszaak uit tegen één of meer personen of bedrijven die verantwoordelijk zijn voor actieve buitenlandse omkoping.
- Vergroot de rechtsbevoegdheid over buitenlanders in dienst van Nederlandse bedrijven betrokken bij buitenlandse omkoping.
- Bewustmaking van met name kleine- en middelgrote ondernemingen over hun mogelijke rol bij buitenlandse omkoping en de gevolgen daarvan.
Transparency International is bezig met het opstellen van het Exporting Corruption-rapport 2020. Publicatie daarvan wordt komend najaar verwacht.