Amsterdam, 8 januari 2021 (door Lotte Rooijendijk en Jens Blom) – Onlangs heeft Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief naar de Tweede Kamer gestuurd als reactie op een Nota over de Wet Huis voor Klokkenluiders die Transparency International Nederland (TI-NL) in het voorjaar van 2020 verstuurde. De Nota betreft de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders en de implementatie van de EU-richtlijn omtrent klokkenluidersbescherming. Hoewel de Minister verschillende aanbevelingen van TI-NL onderschrijft, blijven een aantal belangrijke wettelijke aanpassingen uit die noodzakelijk zijn voor een gedegen bescherming van klokkenluiders.
In de Nota van maart 2020 stelde TI-NL een aantal aanbevelingen voor ter bevordering van de positie van klokkenluiders in Nederland. Zo dient de bewijslast bij benadeling van een klokkenluider omgedraaid te worden zodat deze bij de werkgever terecht komt. Ook zou anoniem melden mogelijk moeten zijn en zou de definitie van een “misstand” in de Wet verder verduidelijkt moeten worden. Ook pleitte TI-NL voor een herinrichting van het Huis voor Klokkenluiders. De onderzoekende en adviserende capaciteiten van het Huis zouden moeten worden ondergebracht bij twee verschillende organisaties. Daarnaast zou het Huis een sanctionerende bevoegdheid moeten krijgen, en zou het door middel van ondersteuning moeten zorgen dat klokkenluiders in de tussentijd niet in de kou komen te staan.
Pilot ondersteuningsfonds voor klokkenluiders
In haar brief gaat de Minister in op de recente evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders, de mogelijkheden voor betere ondersteuning van klokkenluiders en de voorstellen van TI-NL. Op basis van haar verkenning, ziet de Minister in dat nadere ondersteuning van klokkenluiders wenselijk is en is het op dat punt eens met de aanbeveling van TI-NL klokkenluiders juridische, psychosociale en financiële ondersteuning te bieden. Met dat doel voor ogen stelt ze voor om te starten met een pilot voor een onafhankelijk fonds. TI-NL verwelkomt deze ambities en hoopt dat de regering hierin spoedig actie onderneemt. Uit de brief blijkt ook dat het Huis sinds de zomer van dit jaar een Maatschappelijke Adviesraad heeft ingericht. De taken van deze raad zijn adviseren, meedenken, tegenspraak leveren, als klankbord fungeren en, als het uitkomt, ambassadeurs voor het Huis zijn. Wie in deze adviesraad hebben plaatsgenomen is echter onduidelijk.
Maatschappelijke misstand blijft ‘abstract begrip’
Een van de conclusies die volgt uit de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders is dat het voor de ‘buitenwereld’ nog steeds onduidelijk is wanneer een situatie een maatschappelijke misstand betreft, zoals bedoeld in de Wet. Dit sluit aan bij een belangrijke zorg van TI-NL: de Wet legt niet uit wanneer het maatschappelijk belang in het geding is. Daarnaast vallen meldingen van een vermoedelijke schending of overtreding van interne regels of een drieging van een misstand buiten de boot. Melders van dit soort zaken, het overgrote deel van de meldingen, zijn dus niet wettelijk beschermd. Hoewel Ollongren beaamt dat er behoefte is aan meer duidelijkheid in de definitie van een misstand, ziet zij geen reden om dit aan te passen in de Wet. TI-NL betreurt deze conclusie, en hoopt hierin toch een verandering teweeg te kunnen brengen. Met het schrappen van de wettelijke eis dat het maatschappelijk belang in het geding moet zijn en het invoeren van een niet-uitputtende definitie van misstand, zal ook worden bijgedragen aan een cultuur in organisaties waar het melden en bespreken van zaken die “niet lopen” heel gewoon is.
Interne meldregelingen en anoniem melden
In het eindrapport van de evaluatie concluderen de onderzoekers dat het doelbereik van de Wet verbeterd kan worden door ervoor te zorgen dat alle organisaties een interne meldprocedure hebben, zij deze ook in de praktijk goed implementeren en bovendien op de juiste wijze toepassen. De Minister wijst erop dat meer en herhaaldelijk onderzoek naar de werking en de effecten van interne meldprocedures in de praktijk nodig is. TI-NL kan hier een relevante bijdrage aan doen. TI-NL doet sinds 2017 onderzoek naar de kwaliteit en effectiviteit van interne meldregelingen bij organisaties in Nederland met de studie Whistleblowing Frameworks. TI-NL heeft de laatste editie van dit onderzoek medio vorig jaar gepubliceerd en hoopt in de nabije toekomst weer een vervolgonderzoek in te kunnen stellen.
Uit ander recent onderzoek van TI-NL naar klokkenluiderswetgeving in EU-lidstaten blijkt dat slechts 11 lidstaten de mogelijkheid bieden om anoniem te rapporteren. Vaak leidt de angst om een klokkenluider niet aansprakelijk te kunnen stellen voor het kwaadwillig melden, tot een verbod op anoniem melden. Deze benadering houdt echter geen rekening met het belang van het bieden van effectieve bescherming aan de klokkenluider en erkent niet de waarde van anonimiteit als een bescherming tegen benadeling. Het lijkt erop dat wetgevers er de voorkeur aan geven kwaadwillende klokkenluiders af te schrikken in plaats van de kansen te vergroten zich bewust te worden van een inbreuk.
De Wet Huis voor Klokkenluiders schrijft enkel voor dat de werkgever vertrouwelijk omgaat met de melding en de identiteit van de melder, indien de melder dit verzoekt. Omdat anoniem melden niet mogelijk is onder de Wet, zullen melders, zeker wanneer de bescherming tekort schiet, zich eerder beschroomd voelen en kunnen potentiële meldingen uitblijven. In het geval van anonimiteit, loopt een melder een minder grote kans benadeeld te worden als gevolg van de melding. Helaas ziet de Minister “bij een algemene plicht om anonieme meldingen te moeten natrekken echter teveel voorzienbare maar ook onvoorzienbare problemen”. TI-NL is benieuwd naar welke problemen de Minister hier refereert.
Unieke kans bescherming klokkenluiders te verbeteren
TI-NL heeft, als enige NGO in Nederland actief op het gebied van klokkenluidersbescherming, vele jaren ervaring in pleitbezorging en probeert beleidsmakers te ondersteunen om te zorgen voor robuuste wetgeving ter bescherming van klokkenluiders. Mede door de actieve lobby van TI-NL voor een betere klokkenluidersbescherming in Nederland, is er een Wet en een Huis dat zich richt op de bescherming van klokkenluiders. Het is goed dat de Wet en het Huis er zijn. Daarmee worden transparantie en integriteit in Nederland bevorderd, een doelstelling waar wij ons voor inzetten. Maar Nederland verdient een Wet en een Huis die doen wat zij beloven, namelijk het daadwerkelijk beschermen en adviseren van moedige melders van misstanden én het adequaat en voortvarend aanpakken van die misstanden.
Met de komst van een Europese minimale standaard voor klokkenluidersbescherming in de vorm van de EU-klokkenluidersrichtlijn, waar TI-NL actief aan heeft bijgedragen, dient zich een unieke kans aan de bescherming van klokkenluiders aanzienlijk te verbeteren. Maar EU-richtlijnen zijn niet rechtstreeks van toepassing in EU-landen en laten ruimte over voor eigen interpretatie. Ze stellen doelen die EU-landen moeten bereiken maar het is aan elk land hun eigen wetten te schrijven om deze doelen te bereiken. Veel landen slagen er niet in om EU-richtlijnen om te zetten in adequate wetten, en een onjuiste omzetting van de klokkenluidersrichtlijn kan klokkenluiders verder in gevaar brengen en hen ontmoedigen om zich uit te spreken.
De eerste signalen van de omzetting van de EU-richtlijn in Nederlandse wetgeving zijn zorgwekkend. Nederland kiest in het recent gepubliceerde wetsvoorstel voor een minimalistische benadering en onnodige complexiteit. TI-NL heeft een uitgebreide reactie gegeven op het in consultatie gebrachte wetsvoorstel met concrete aanbevelingen voor verbetering. We hopen dat de aanbevelingen voortkomend uit de consultatie ter harte worden genomen door de wetgever en dat de Tweede Kamer bijstuurt en bijschaaft waar nodig voordat ze dit wetsvoorstel aannemen. Wij zullen Kamerleden ondersteunen waar nodig om deze kans op een aanzienlijke verbetering van het niveau van klokkenluidersbescherming met beide handen aan te grijpen en tot een goede implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn te komen.