Amsterdam, 11 februari 2021 – Naar aanleiding van de toeslagenaffaire schreef Lousewies van der Laan, directeur van Transparency International Nederland, onderstaande blog. Betere klokkenluidersbescherming had de zaken eerder aan het licht kunnen brengen en had veel leed kunnen voorkomen. En nog steeds heeft de Nederlandse overheid haar klokkenluidersbescherming niet op orde.
De toeslagenaffaire, waarbij burgers ten onrechte als fraudeurs werden gebrandmerkt, kwam in de afgelopen maand tot een apotheose met het aftreden van kabinet-Rutte III. Beterschap werd andermaal beloofd. Maar het vernietigende rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie loog er niet om: signalen van misstanden werden door de ambtelijke top jarenlang niet opgepakt. Meerdere klokkenluiders deden melding van de spijkerharde aanpak van de Belastingdienst, maar werden stelselmatig genegeerd.
Voormalig ambtenaar Pierre Niessen deed al tien jaar geleden melding van misstanden bij de afhandeling van toeslagen. Volgens Niessen waren de ‘rotte appels’ de toenmalige directeur en verschillende managers. Sandra Palmen-Schlangen was vaktechnisch coördinator, een hoge juridische positie, bij de Belastingdienst. Zij riep al in 2017 op tot compensatie voor de gedupeerde ouders en een beleidsverandering bij Toeslagen, maar werd ook niet gehoord. Ook blijkt uit Ongekend onrecht dat ambtenaren al tussen 2013 en 2014 hun zorgen uitten over het harde beleid bij politieke beleidsbepalers, zoals Lodewijk Asscher en Eric Wiebes, die onderdeel waren van de Ministeriële Commissie Aanpak Fraude.
Vanuit onze jarenlange ervaring met klokkenluidersbescherming weten we waarom mensen niet overgaan tot melding: ze zijn bang voor repercussies, ze weten niet hoe het moet of ze denken dat het geen verschil maakt. Hoe anders zou alles zijn gelopen als klokkenluiders niet stelselmatig werden genegeerd.
Klokkenluiders worden geregeld gestraft voor hun moed. Nederlands’ bekendste voorbeeld is klokkenluider Frits Veerman, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw de noodklok luidde toen nucleaire gegevens uit Nederland worden gesmokkeld. Het heeft grootste gevolgen voor Veerman: hij verliest zijn baan, krijgt de BVD op bezoek en wordt genegeerd door de overheid. Onlangs sprak TI-NL met Veerman, die nog altijd een strijd voert om eerherstel te krijgen. Een recenter voorbeeld is het ontslag van de Nigeriaans-Britse klokkenluidster Fidelia Onoghaife, tot 2019 werkzaam op de Nederlandse ambassade in Nigeria. Ze kaartte misstanden door de Nederlandse ambassadeur aldaar aan, maar werd door het ministerie van Buitenlandse Zaken ‘beloond’ met een schorsing. Nog datzelfde jaar werd Onoghaife ontslagen. De rechtbank Den Haag concludeerde dat het ontslag een direct gevolg was van de klokkenluidersmelding.
Het is een bekend beeld voor TI-NL: de klokkenluider krijgt sancties, een schorsing of een ontslag aan zijn of haar broek. Er ontstaat op deze manier angst voor repercussies bij potentiële klokkenluiders, een reden om af te zien van het melden van misstanden. Daarnaast is het voor veel potentiële klokkenluiders onduidelijk hoe een misstand te melden. Daarom heeft TI-NL vorig jaar december de Speak Up Guidelines voor werknemers en werkgevers gepubliceerd, om meldbeleid bij organisaties te implementeren.
Binnen de overheid en de Belastingdienst is een cultuuromslag noodzakelijk. De ambtelijke top geeft aan dit nooit meer te willen, maar daarom moeten ze nu laten zien dat ze klokkenluidersbescherming eindelijk serieus gaan nemen. TI-NL heeft de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd werk te maken van de tekortkomingen in de Wet Huis voor Klokkenluiders. Het ‘Huis’ moet worden heringericht: de organisatie moet sanctionerende bevoegdheden krijgen. Daarnaast moet het Huis juridische en financiële ondersteuning bieden aan klokkenluiders.
Ook is het anoniem rapporteren van misstanden nog altijd niet mogelijk volgens de bestaande Wet. Een doorn in het oog van TI-NL. Zonder anonimiteit zullen veel potentiële klokkenluiders het niet aandurven een misstand te melden uit angst voor de mogelijke repercussies. Minister Ollongren wil geen aanpassing van de wet op dit punt, terwijl dit juist kan bijdragen aan meer openheid binnen organisaties. Verbeterde wetgeving is toch echt nodig om een nieuwe toeslagenaffaire te voorkomen.
De klokkenluidersbescherming moet werken en mensen moeten zich veilig voelen, maar het moet uiteindelijk niet alleen afhangen van wetgeving. Een cultuuromslag is nodig. Er moet een cultuur ontstaan waarin er daadwerkelijk naar mensen wordt geluisterd, en ze niet worden afgewimpeld door leidinggevenden. Daarbij moeten we ook af van de zogenoemde Rutte-doctrine, waarbij interne documenten zo min mogelijk met de buitenwereld worden gedeeld. Uit Ongekend onrecht blijkt dat deze doctrine de burelen van politiek Den Haag beheerst. Onder het mom van persoonlijke beleidsopvattingen werd geen informatie verstrekt aan de Tweede Kamer, en werden incomplete stukken aan de commissie geleverd. Op de ministeries kan een angst- en zwijgcultuur ontstaan, die erop gericht is de minister uit de wind te houden. Informatie wordt achtergehouden, zodat er geen politieke consequenties volgen. Dat is slecht voor de rechtstaat.
We hebben nog een lange weg te gaan om een volgende toeslagaffaire te voorkomen, maar betere bescherming van klokkenluiders en het serieus nemen van melders van misstanden is een belangrijk onderdeel van dat proces.
Lousewies van der Laan
Voor eventuele (pers)vragen kunt u mailen naar communicatie@transparency.nl of bellen naar 0681083627.