Amsterdam, 14 april 2021 – Lousewies van der Laan is inmiddels een halfjaar directeur van Transparency International Nederland. De oud-politica van D66 wil de invloed van de ngo vergroten. “We moeten niet alleen goede rapporten schrijven, maar ook de politieke arena in.”
Ze zit graag “aan de knoppen om de wereld wat beter te maken”. Carrière maken voor status, aanzien of geld: dat past niet bij Lousewies van der Laan. En tijdens je werk mooie reizen maken en overnachten in luxe hotels: “Leuk, maar voor het verdienen van mijn brood word ik daar niet blij van.” Een drijfveer om de wereld beter achter te laten dan je hem vond, heeft Van der Laan altijd al gehad. Tussen 1999 en 2006 streefde ze daarnaar als politica voor D66 in het Europees Parlement en de Tweede Kamer, en van 2009 tot 2011 werkte ze bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Sinds een halfjaar is Van der Laan directeur van Tranparency International Nederland (TI-NL). Ook in deze functie wil ze de wereld veranderen. “Tijdens mijn sollicitatiegesprek heb ik gevraagd: ‘In hoeverre zijn jullie bezig met het zoeken van oplossingen en eventueel sluiten van compromissen?’ Ik ben heel erg van de oplossingen: alleen maar de schijnwerpers zetten op wat er mis is, dat past niet bij mij.”
Je bent nu een halfjaar directeur van TI-NL. Hoe vind je het?
“Ik vind het super! Het onderwerp integriteit fascineert me: er zitten juridische aspecten, psychologische aspecten en emotionele aspecten aan vast. Bovendien is de oplossing voor het probleem heel complex. Je hebt natuurlijk ook ngo’s [non-gouvernementele organisaties red.] die zich bezighouden met zaken die meer tot de verbeelding spreken, zoals hongerige kinderen. Een heel belangrijk thema, en niemand zegt: die kinderen moeten maar honger lijden of doodgaan. Integriteit is complexer; er zijn grijze gebieden. Maar je merkt ook dat zaken beginnen te verschuiven. Vijftien jaar geleden kon je steekpenningen nog van de belasting aftrekken; dat kunnen we ons nu niet meer voorstellen. We zitten midden in een omwenteling op dit gebied: het is als het ware een olietanker die draait. Om daar onderdeel van te zijn, om die olietanker de juiste kant op de krijgen: dat vind ik geweldig.”
Speelden de thema’s corruptie en integriteit al eerder een rol in je leven?
“Ik heb altijd een sterk rechtvaardigheidsgevoel gehad: dat deugt niet, dat kan niet. Toen ik achttien was, verhuisde ik met mijn ouders van Texas naar Barbados. Mijn vader werkte voor de Wereldgezondheidsorganisatie en had een permit om medicijnen door te laten. Ons gezin kwam daardoor onder druk te staan van lokale criminelen, want die vonden dat wel handig: een meneer met een pasje die drugs mocht doorlaten. We werden bedreigd, en soms werden er zelfs berichten in ons huis achtergelaten: ‘We weten waar je woont, je moet meewerken.’ Echt heel eng. Corruptie zit dan al jong op je radar.”
Was je ook tijdens je politieke carrière bezig met dit thema?
“Hoewel ik woordvoerder Justitie en Politie was, was corruptie toen nog niet zo’n groot onderwerp als nu. Maar ik ging er op een gegeven moment wel op letten: die personen gaan samen uit eten en dan wordt er iets geregeld. Dat noemen we in Nederland ‘vriendjespolitiek’: een klein woordje, maar dat is natuurlijk niet oké. Als burgers bij jou als Kamerlid aankloppen met problemen, en je wil hen helpen, dan moet je dat doen bij iedereen. Niet alleen bij de mensen die jij toevallig kent, of wanneer je er persoonlijk voordeel uit kunt halen.
“Nog een concreet voorbeeld: op een gegeven moment kregen alle Kamerleden een uitnodiging voor het Cirque du Soleil. Ik ging daar naartoe en gaf het kaartje de volgende dag keurig op in het geschenkenregister. Bij de voorstelling had ik veel collega’s gezien, dus ik dacht: ik ga eens checken of zij dat ook hebben opgegeven. Ik keek de volgende dag, een week later opnieuw, en een maand later nog eens, maar ik was de enige. Het was totaal geen thema; niemand was daarmee bezig.”
Waarom vind jij corruptiebestrijding en integriteit wel belangrijk?
“Wanneer regels niet worden gehandhaafd, kan dat ongelofelijk negatieve effecten hebben. Kijk maar naar het negeren van interne meldingen, waardoor het mis ging bij de Toeslagenaffaire. En sommige mensen zullen denken: ‘als niemand zich aan de regels houdt, waarom zou ik het dan wel doen?’ Het is lastig om een cultuur te creëren waarin je dit soort dingen aan de kaak kunt stellen, want regelmatig worden mensen dan weggezet als klikspaan. Terwijl een melding heel nare dingen kan voorkomen. Niet alleen de volgende Toeslagenaffaire, ook burn-outs en frustratie bij mensen die niet worden gehoord.”
Hoe zie je de rol van TI-NL in de samenleving?
“Wij zijn de enige ngo die zich richt op corruptie en goed bestuur. We werken wel samen met ngo’s die zich bezighouden met bijvoorbeeld mensenrechten of digitalisering. Maar puur op corruptie en goed bestuur zijn we de enige in Nederland. Daar zie ik dus veel kansen, en een grote verantwoordelijkheid. In het gigantische politieke krachtenveld met enerzijds een machtige overheid en anderzijds rijke multinationals en lobbykantoren moet er ook iets zijn wat de burger beschermt. Het maatschappelijk middenveld met ngo’s, media en wetenschap, soms geholpen door de politiek en onafhankelijke rechters: dat moeten we bewaken.
“De kleine ngo’s die tegen die almacht van de grote belanghebbenden ingaan: ik zie dat als David en Goliath. Ik vind het de rol van de politiek om niet alleen maar naar Goliath te luisteren, maar ook naar David. En we zijn misschien klein, maar we kunnen alsnog invloed hebben. Gandhi zei ooit: ‘Het feit dat je klein bent, hoeft niet te betekenen dat je machteloos bent. Wie ooit heeft geprobeerd om te slapen met een mug in de kamer, die weet dat.’”
Welke strategie hanteert TI-NL?
“Als belangenbehartiger moet je weten wat je inhoudelijk wilt, hoe het politieke proces verloopt, en op welk moment je welke boodschap moet inzetten. Op het politieke speelveld is namelijk een constante wisselwerking tussen politici, ambtenaren en media: politici lezen kranten, krantenartikelen geven aanleiding tot Kamervragen, ambtenaren worden beïnvloed door Kamervragen.
“Een van de dingen die ik in het afgelopen halfjaar bij TI-NL heb geconstateerd: er worden heel goede rapporten geschreven, maar deze vormen vaak het einde van het project. We hebben nu besloten: een rapport is de helft van het project. Dus niet alleen onderzoek doen, maar ook advocacy: de politieke arena in. Zorgen dat je adviezen beleid worden. Daar ligt natuurlijk ook mijn persoonlijke expertise: het beïnvloeden van de politieke processen. Wat ik bijvoorbeeld weet: wanneer je een doorwrocht juridisch stuk naar Kamerleden opstuurt, is de kans vrij klein dat ze het zelf lezen. Maar als je in drie zinnen je punt maakt, denken ze: ‘Oké, dit is interessant, hier gaan we vragen over stellen.’ Dat doorwrochte stuk heb je trouwens wel nodig voor een wetstraject.”
Kun je een voorbeeld geven van die activiteit van TI-NL in de politieke arena?
“We zijn voor het eerst heel actief geweest rondom de verkiezingen. Zo hebben we een integriteitskieswijzer gelanceerd, die specifiek ging over de aandacht voor integriteit in de verkiezingsprogramma’s. Ook kregen alle nieuwe Kamerleden begin april een brief waarin we ze feliciteren met hun benoeming en waarin we een aantal onderwerpen noemen waarmee we samen aan de slag willen. Anti-witwassen bijvoorbeeld, een veilige meldcultuur bij de overheid en politieke integriteit. We leggen uit welke tools we hebben, en gaan vervolgens een kennismakingsrondetafel doen. De bedoeling is dat we nieuwe relaties gaan opbouwen, want je moet zorgen dat je in verschillende Kamercommissies goede relaties hebt. Dan kan je – op het moment dat een specifiek onderwerp aan de orde is – zeggen: ‘Kamervragen stellen?’”
Wat is op dit moment een belangrijk thema voor TI-NL?
“We willen dat de agenda’s van bewindslieden openbaar worden, zodat je kan zien wie met wie lobbyt. Neem het plan om de dividendbelasting af te schaffen: ik ben heel benieuwd hoe vaak Unilever bij zijn oud-werknemer Mark Rutte op bezoek is geweest. Want dat plan stond in geen enkel verkiezingsprogramma, en toch was het een wetsvoorstel met grote financiële gevolgen: zeer interessant. Dan denk je: ‘Waar komt dat vandaan? Wie heeft met wie gesproken?’ Nu worden de agenda’s van de bewindslieden elke week op de website van de Rijksvoorlichtingsdienst geplaatst, maar daarna zijn ze weg. Ik heb gezegd: ik wil graag een dataset, zodat je de agenda’s systematisch kan doorzoeken, in plaats van elke week een screenshot maken. Dat is natuurlijk onzin.”
Waarom is een transparante lobbycultuur zo belangrijk?
“Waar we bang voor zijn, is een Amerikaans systeem waarbij geld de doorslag geeft. Een mooi voorbeeld is de lobby van Heinz, die probeerde om ketchup geaccepteerd te krijgen als groente in Amerikaanse schoolmaaltijden. Heinz gaf miljoenen aan allerlei senatoren en congresleden. Dan verbaast het mij niet dat er zo’n definitie van groenten komt. Om dat te voorkomen, willen we weten: wie geeft er geld, en wie maakt vervolgens lobbyafspraken?”
Transparency International Nederland lobbyt zelf ook. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Waar het om gaat, is het creëren van een gelijk speelveld. Daarom willen we graag dat alle agenda’s openbaar worden. Of het gaat om gesprekken met Shell, Transparency International, de Katholieke Kerk, de Consumentenbond of de vakbond: dat maakt niet uit. Transparantie is voor ons echt een doel op zich. Want als mensen weten dat iets naar buiten komt, houden ze zich vaak beter aan de regels.”