Amsterdam, 10 september 2021 – Transparency International Nederland ging in gesprek met staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief over de aanpak van belastingontduiking en witwassen in Nederland. Hoewel ons land de afgelopen jaren goede stappen maakte in het aanpakken van belastingontduiking en witwassen, is het nog niet voldoende. Vooral schimmige trustkantoren die hierbij faciliteren moeten onder de loep.
Nederland maakt goede stappen om af te komen van het imago als een van de grootste belastingparadijzen en witwaswalhalla’s ter wereld. De invoering van de Wet bronbelasting, de inmiddels proactieve houding van Nederland in discussies rondom de aanpak van belastingontduiking vanuit Europa en de OESO en de schikkingen van het Openbaar Ministerie met ING Bank en ABN AMRO aangaande witwassen zijn hier belangrijke voorbeelden van. Het gesprek van TI-NL voorzitter Paul Vlaanderen en directeur Lousewies van der Laan met Hans Vijlbrief begon dan ook met lof voor de geboekte vooruitgang.
Toch zijn deze maatregelen nog niet voldoende. Het is al meerdere keren internationaal vastgesteld dat Nederland te weinig handhaaft. Uit Exporting Corruption, een onderzoek van TI naar het niveau van handhaving bij buitenlandse omkoping, blijkt dat Nederland herhaaldelijk slecht scoort op dit gebied. Hierdoor is de impact van goede maatregelen helaas beperkt. Er zijn nog te weinig structurele middelen in mensen en geld om financiële criminaliteit effectief aan te pakken. Er is een proactieve analyse nodig van mogelijke sluiproutes rondom belastingontduiking. TI-NL pleit ook voor meer sanctiebevoegdheid voor De Nederlandsche Bank.
Toekomst van trustkantoren in Nederland
Trustkantoren spelen een belangrijke rol in het faciliteren van financiële criminaliteit. Deze kantoren, die doorstroomvennootschappen beheren en financiële diensten aanbieden, zijn de laatste jaren meerdere malen betrokken geweest bij schandalen rond witwassen en belastingontduiking, blijkt regelmatig zoals door onderzoek via de Luanda Leaks, LuxLeaks en de Panama Papers. Begin 2020 werd onthuld hoe Angolese Presidentsdochter Dos Santos als presidentsdochter grote belangen verwierf in olie, telecom en diamanten en circa 2 miljard euro zou hebben onttrokken aan de Angolese staatskas. Nederlandse trustkantoren speelden hierbij een belangrijke faciliterende rol. Ook het Nederlandse waterbouwbedrijf Van Oord was mogelijk betrokken bij een van de projecten van Dos Santos, waarbij drieduizend families met geweld uit hun huizen werden gezet om plaats te maken voor het stadsontwikkelingsproject.
De toekomst van trustkantoren in Nederland is op dit moment onduidelijk. Op verzoek van demissionair minister Hoekstra heeft bureau SEO Economisch Onderzoek een onderzoek uitgevoerd naar trustdienstverlening in Nederland. Dit onderzoek laat zien dat het mogelijke aandeel van de illegaliteit in de trustsector substantieel is. Er is een groot aantal partijen dat zich aan de wetgeving voor trustkantoren onttrekt.
Naar aanleiding hiervan kondigt demissionair minister Hoekstra in een Kamerbrief maatregelen aan. Naast, onder andere, het aanscherpen van de wetgeving, komt er een onderzoek naar de toekomst van de trustsector in Nederland. Dit omdat demissionair minister Hoekstra ‘twijfels heeft over de toegevoegde waarde van een sector die een zeer hoog integriteitsrisico oplevert en grote moeite heeft om de wetgeving na te leven.’ Hij wil onderzoeken of bij trustdienstverlening integriteit wel voldoende te waarborgen is.
In dit onderzoek concentreert demissionair minister Hoekstra zich op “de economische voor- en nadelen” van de trustkantoren. TI-NL ziet liever een integraal onderzoek, waarbij ook de gevolgen voor de veiligheid in Nederland en het buitenland wordt mee genomen. De moord op Peter R. de Vries maakt weer duidelijk hoeveel macht georganiseerde misdaad heeft in Nederland. Die criminele opbrengsten moeten worden witgewassen en daarbij worden vaak dezelfde constructies gebruikt als voor belastingontwijking.
“De prijs van de ondermijning van onze rechtsstaat en de veiligheid moet worden meegenomen in de analyse van de minister”, aldus TI-NL directeur Lousewies van der Laan. “Daarbij betalen burgers van corrupte landen ook een prijs in armoede en geweld, waarin Nederland faciliteert. Als je alleen naar economische effecten in Nederland kijkt, zouden deze aspecten buiten schot blijven”. TI-NL steunt het initiatief van de demissionair minister en het aangekondigde onderzoek naar de effecten van een volledig verbod. De verschillende wettelijke initiatieven om het toezicht door de overheid aan te scherpen hebben tot nu toe weinig resultaat behaald. Handhaving is binnen en buiten de gevestigde trustkantoren een groot probleem.
Gebruik van het UBO-register
Een middel dat kan helpen in het tegengaan van belastingontduiking en witwassen is het UBO-register. In het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) staan de mensen die een uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een bedrijf of organisatie. Hierdoor is het een cruciale schakel in het traceren van de eindverantwoordelijken. Een effectief UBO-register kan helpen bij het aan het licht brengen van illegale geldstromen, zoals criminele opbrengsten, financiering van terrorisme en belastingontduiking.
Het Nederlandse UBO-register is nu niet goed toegankelijk en niet goed doorzoekbaar. Een opvrager kan niet zoeken op naam van een UBO; de gegevens zijn enkel opvraagbaar per onderneming. Zoeken op personen of herkennen van patronen is daarom niet mogelijk. Hierdoor wordt het oorspronkelijke doel van het register – het tegengaan van onder meer witwassen en corruptie – niet goed gediend. Bovendien heeft Nederland gekozen om een paywall in te voeren. Het UBO-register gaat €2.50 per dossier rekenen. Hoewel dit volgens de minister “slechts kostendekkend” is en “behapbaar voor maatschappelijke partners in de strijd tegen corruptie en witwassen”, lijkt hij over het hoofd te zien dat onderzoek doen naar de uiteindelijke belanghebbenden in de praktijk niet bestaat uit één enkel verzoek, maar tientallen zo niet honderden verzoeken moeten worden gedaan.
Verder mogen bedrijven er niet van uitgaan dat de UBO-informatie klopt, waardoor ze alsnog veel compliancerisico’s lopen en extra kosten moeten maken voor klantenonderzoek. Dit maakt dat bedrijven veel moeten investeren in het register, maar er in de praktijk niks voor terugkrijgen. Dat is slecht voor het draagvlak van deze maatregelen.