De aardbevingen in Turkije en Syrië zijn een week geleden en inmiddels is het dodental opgelopen tot 33.000. De reddingsteams maken nu plaats voor de aanlevering van andere hulpmiddelen, zoals medicijnen en voedsel. In de nasleep van de aardbeving speelt de vraag op hoe de consequenties zó groot kunnen zijn. Het lijkt erop dat wijdverspreide corruptie heeft bijgedragen aan de vele doden en gewonden en de immense omvang van de schade.
Een aardbeving van deze omvang resulteert altijd in dodelijke slachtoffers, maar onderzoek wijst uit dat aardbevingen meer doden veroorzaken in landen met wijdverspreide corruptie. Slechte bouwkwaliteit is onlosmakelijk verbonden met het dodental van een beving, en deze zijn vaak het resultaat van corrupte praktijken in de bouwindustrie.
De bouwindustrie wordt gezien als de meest corrupte sector van de globale economie. Corruptie komt voornamelijk voor in de vorm van omkoping, veelal om inspecties te omzeilen en bouwlicenties te verkrijgen. Daarnaast wordt veel gesjoemeld met de kwaliteit van bouwmaterialen om de kosten te drukken, wat resulteert in gebouwen die niet aardbeving-bestendig zijn.
Rampen in de afgelopen twee decennia illustreren de grote variatie in schade tussen landen die worden getroffen door natuurgeweld. De preventieve maatregelen en strikte bouwregulering in Japan heeft talloze levens gered van de tsunami in 2011. Hetzelfde gold voor een sterke beving in Nieuw-Zeeland, waarbij er geen enkele dode viel. Dit terwijl aardschokken in Haïti, China, en nu Turkije en Syrië voor grote schade en duizenden doden hebben gezorgd.
Beloftes van Erdoğan na de aardbevingen in 1999
De Turkse President Recep Tayyip Erdoğan kwam in 2002 aan de macht, in de nasleep van twee eerdere catastrofale aardbevingen in het noordwesten van Turkije in 1999. Daarbij vielen ruim 18.000 doden en 50.000 gewonden. Ook toen kwam een groot deel van de slachtoffers om doordat gebouwen niet aan de geldende veiligheidsrichtlijnen voldeden. Erdoğan legde de schuld neer bij de hoge mate van corruptie in het land, en beloofde in zijn verkiezingscampagne radicale verandering.
Ondanks de beloftes lijkt er weinig aan de situatie veranderd. Ook in de afgelopen jaren is er amper geïnvesteerd in de soliditeit van gebouwen, ondanks dat de bouwindustrie in Turkije floreerde onder Erdoğan’s bewind. De onderliggende redenen zijn de aan corruptie gerelateerde gedragingen zoals het gebrek aan onpartijdige controle, het onderhands gunnen van contracten en aanbestedingen, hebzuchtige aannemers, en het ongestraft wegkomen met eerdere misdaden. De aardbeving van afgelopen week brengt deze ondermijnende wanpraktijken pijnlijk aan het licht.
In de laatste jaren laat Turkije een sterke dalende trend zien in haar score op de Corruption Perceptions Index. Sinds de coup in 2016 zijn politiek onafhankelijke toezichts- en vervolgingsmechanismen steeds vaker afwezig. Dit geldt ook voor good governance en het afleggen van politieke verantwoording aan de maatschappij. Deze trends lijken nodig toe te zijn aan hervorming. Met de wederopbouw van het getroffen gebied is dit nog belangrijker geworden. De stabiliteit van de bouwconstructie hangt immers sterk samen met de stabiliteit van haar politieke instituties.