Ongeacht waar ter wereld je dit leest, weet je waarschijnlijk dat het alweer een jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel. Helaas was er een tragedie van deze omvang voor nodig om de westerse regeringen wakker te schudden voor de gevaren van het faciliteren van kleptocraten. Een jaar geleden is het Westen eindelijk in actie gekomen om een deel van de mogelijk illegale rijkdom die binnen hun grenzen verborgen ligt onder de loep te nemen. Ook Nederland werd wakker, terwijl al jaren duidelijk was het financiële klimaat geliefd is onder oligarchen en de Zuidas een belangrijke rol speelt bij het faciliteren van illegale geldstromen.
Maar Nederland heeft nog steeds een passieve houding bij de uitvoering van de sancties. Uit onderzoek van FTM bleek dat er slechts 465 miljoen euro aan Russische gelden bevroren zijn terwijl oligarchen die in de eerste weken na de oorlog op de sanctielijst belandden, gezamenlijk ruim 44 miljard euro aan bezittingen op de balans hadden staan van Nederlandse brievenbusfirma’s. In mei vorig jaar, na een analyse van TI-NL naar de inzet van de G7-landen en Nederland bij de bevriezing en inbeslagname van Russisch geld, riep TI-NL al op voor structurele gegevensuitwisseling tussen de autoriteiten. Communicatie en samenwerking is de sleutel tot succesvolle actie, en we lopen veel mis door hier steken te laten vallen.
Oekraïne: een jaar later
Transparency International volgt het werk van de Task Force ‘Russische Elites, Proxies en Oligarchen’ (REPO) – die kort na de invasie van Oekraïne door de lidstaten van de G7 is opgericht – met bijzondere belangstelling. Onderzoeken naar complexe financiële misdrijven zijn lange tijd gehinderd door gebrekkige internationale samenwerking. Deze taskforce kan een veelbelovend nieuw model zijn in het verstoren van transnationale corruptie. Daarom hebben wij de leiders van de G7 opgeroepen om te onderzoeken of het mandaat van de REPO Task Force kan worden uitgebreid, zodat regeringen inlichtingen kunnen uitwisselen over onderzoeken naar corruptie, witwassen en financiële criminaliteit – ook over zaken van buiten Rusland. We moeten echter eerst begrijpen hoe effectief deze acties tot zover in de praktijk zijn geweest.
Zo nu en dan duiken er krantenkoppen op over miljarden dollars aan bevroren tegoeden, maar dat is niet genoeg. Ten eerste zijn ze waarschijnlijk slechts een fractie van alle verdachte activa, aangezien naar schatting ten minste 1 biljoen (1000 miljard) dollar aan Russische rijkdom in het buitenland is gestald – vuil of schoon. Ten tweede zijn bevroren tegoeden zonder onderzoek en handhavingsacties slechts een tijdelijk ongemak voor deze elites.
Onze oproep
Transparency International schreef onlangs een brief aan de leden van de REPO Task Force met een aantal open vragen. Wij willen onder meer weten hoe de leden samenwerken en of zij inlichtingen delen. Vorige week publiceerden we onze brief waarin we de regeringen oproepen om meer openheid te geven over de vooruitgang die ze hebben geboekt – en waar hun inspanningen hebben gefaald.
We hebben een redelijk beeld van de problemen die hun werk belemmeren. In al deze landen ontbreekt het de autoriteiten immers aan informatie, capaciteit en bevoegdheden om illegale rijkdom op te sporen. Tegen deze achtergrond zijn onofficiële berichten dat de G7 overweegt een nieuw mechanisme voor de coördinatie van de handhaving in het leven te roepen, veelbelovend. Transparency International Nederland roept de Nederlandse politiek dan ook op om deze ontwikkeling te steunen.
Medeplichtigheid
Door hun zelfgenoegzaamheid ten opzichte van grensoverschrijdende corruptie zijn westerse regeringen, inclusief Nederland, medeplichtig aan de consolidatie van kleptocratie die meewerkt als er brute oorlog wordt ontketend. Het is tijd dat die zaken nu eindelijk veranderen.