Amsterdam, 5 juli 2023 – Een coalitie van maatschappelijke organisaties, waaronder Transparency International Nederland, heeft in haar reactie op de consultatie het wetvoorstel “Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers”, opgeroepen het wetvoorstel te herzien. Het huidige voorstel ontneemt maatschappelijke organisaties en journalisten de toegang tot het UBO-register, ondanks het door de rechter toegewezen legitieme belang van deze partijen.
In november 2022, heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat de openbare toegankelijkheid van nationale UBO-registers in strijd is met het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens. Als gevolg hiervan is het Nederlandse UBO-register achter slot en grendel verdwenen. Enkel bevoegde autoriteiten, zoals de Belastingdienst of de Financial Intelligence Unit, hebben nu nog toegang tot het register. De uitspraak van het gerechtshof heeft het noodzakelijk gemaakt de wet rondom het UBO-register aan te passen zodat het recht op privacy wordt gewaarborgd en de toegang tot het register wettelijk wordt vastgelegd. De overheid heeft met het huidige wetsvoorstel de keuze gemaakt de journalistiek en andere maatschappelijke partijen geen toegang te geven tot het register waardoor hun onderzoeken naar mogelijke corruptie of belangenverstrengeling alleen maar worden belemmerd.
Het belang van UBO-registers
In een UBO-register kan iedereen met toegang informatie vinden over de uiteindelijke belanghebbende van een onderneming of andere juridische entiteit, oftewel de Ultimate Beneficial Owner – UBO. Ieder individu met minstens 25% zeggenschap of bezit moet worden geregistreerd in dit centrale register ondergebracht bij de Kamer van Koophandel. Het UBO-register levert zo een belangrijke bijdrage aan de strijd tegen witwassen en de financiering van terrorisme. Doordat de uiteindelijke belanghebbende van een bedrijf is geregistreerd en zo inzichtelijk wordt gemaakt wie er binnen welke ondernemingen aan de touwtjes trekken, is het niet langer mogelijk om corrupte geldstromen via complexe constructies anoniem te verplaatsen en te verschuilen.
Niet alleen de autoriteiten kunnen goed gebruik maken van het register voor de opsporing van fraude en witwassen, maar ook maatschappelijke organisaties en onderzoeksjournalisten gebruiken het register om bijvoorbeeld corruptie bloot te leggen. Zo heeft Transparency International in Tsjechië het register gebruikt om de belangenverstrengeling van de voormalige premier Andrej Babiš te onthullen en in Denemarken, Brazilië en Turkmenistan hebben vondsten uit het UBO-register geleid tot de onthulling van grote corruptieschandalen. Ook in Nederland heeft het maatschappelijke middenveld goed gebruikgemaakt van het UBO-register. Journalisten van Follow the Money ontdekten via het UBO-register de mondkapjes deal met Sywert van Lienden. Dankzij een toegankelijk UBO-register, kan het maatschappelijke middenveld de overheid dus controleren en de vaak onderbezette autoriteiten ondersteunen in de strijd tegen corruptie en witwassen.
De kritiek op het wetsvoorstel
Gezamenlijk met Open State Foundation, Instituut Maatschappelijke Innovatie, Vereniging voor Onderzoeksjournalistiek, Vereniging voor Zakelijke B2B Informatie, heeft TI-NL in een openbare reactie haar zorgen geuit over het nieuwe wetsvoorstel. In de uitspraak van het Europees Hof, erkende de rechter dat partijen met legitiem belang toegang moeten hebben tot het register. Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat zowel de pers en maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met het voorkomen en bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering een gerechtvaardigd belang hebben bij toegang tot UBO-informatie. De Nederlandse overheid heeft er echter voor gekozen geen rekening te houden met het legitieme belang van maatschappelijke organisaties en de journalistiek. Terwijl het Europees Hof heeft bevestigd dat deze partijen wel degelijk een legitiem belang hebben, vanwege hun bijdrage aan de publieke controle en de democratie.
Daarnaast lijkt de overheid zichzelf niet de vraag te hebben gesteld of de Nederlandse beperkte toegang tot UBO-gegevens niet al voldoende privacy-waarborgen had. In Nederland was al minder informatie toegankelijk dan in Luxemburg waar de zaak voor het Europees Hof zich afspeelde. De voornaam, geboortedag en -plaats worden bijvoorbeeld niet gedeeld en bovendien zat de informatie achter een betaalmuur waarbij de opvrager zichzelf ook moest registreren voordat de UBO-gegevens werden verstrekt. Ook kon de opvrager niet op naam van een UBO kan zoeken: de UBO-gegevens waren enkel opvraagbaar per onderneming. Het huidige voorstel stelt het recht op privacy van juridische entiteiten gelijk met die van persoonlijke individuen, terwijl bedrijfsinformatie, zoals de identiteit van de uiteindelijke belanghebbende, minder bescherming nodig heeft dan bijvoorbeeld gevoelige persoonsgegevens.
De strijd tegen corruptie en witwassen is een gezamenlijke strijd van de overheid en de maatschappij. Het uitsluiten van het maatschappelijke middenveld en het achter slot en grendel laten verdwijnen van het UBO-register kan als gevolg hebben dat plegers van fraude en corruptie weer vrij spel krijgen in Nederland. Daarom roept TI-NL de wetgever op het legitieme belang te definiëren in overeenstemming met de uitspraak van het Europees Hof en terug naar de tekentafel te gaan met dit wetsvoorstel.
U kunt de volledige reactie hier lezen.