Amsterdam, 1 december 2023 – Dit jaar heeft het kabinet besloten om in te zetten op de openbare agenda’s van bewindspersonen en de lobbyparagraaf. Het doel is daarbij om meer openheid te geven over de invloed van derden op het besluitvormingsproces. Begin 2024 wil het kabinet evalueren of deze inzet het gewenste effect sorteert. De Open State Foundation houdt het kabinet nu alvast een spiegel voor: de transparantie van de agenda’s van bewindspersonen is in het afgelopen jaar verslechterd.
Open State onderzocht in hoeverre bewindspersonen openheid van zaken geven in hun agenda’s van de periode 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023. Uit dat onderzoek is gebleken dat slechts 12 procent van alle geagendeerde afspraken gesprekspartner én het gespreksonderwerp benoemen. In haar tweede nalevingsrapport stelde anti-corruptiewaakhond GRECO dat het kabinet nog niet voldoende doet om het contact tussen bewindspersonen en lobbyisten aan banden te leggen. Daarbij hebben verschillende moties in de Kamer opgeroepen tot het invoeren van een verplicht lobbyregister, een mogelijke invulling van de GRECO aanbeveling. De regering heeft deze oproep van de Kamer links laten liggen door te kiezen voor openbare agenda’s en de lobbyparagraaf als invulling van meer transparantie.
Bewindspersonen minder transparant
Open State doet voor de tweede keer onderzoek naar de agenda’s van bewindspersonen. Het vorige onderzoek toonde aan dat 14 procent van de agenda-items compleet compleet geregistreerd werd. De uitgangspunten voor complete registratie van afspraken, zoals vastgelegd in de Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda bewindslieden, zijn vermelding van gesprekspartner, gespreksonderwerp, en gegevens voor laagdrempelig contact met een medewerker van de directie Communicatie. Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat de transparantie er op achteruit is gegaan; slechts 12 procent van de geagendeerde afspraken is compleet aangeleverd. Open State stelt vast dat 26 procent van de agenda-items een concrete gesprekspartner benoemt. Daarbij is in 44 procent van de gevallen het gespreksonderwerp genoteerd. Slechts drie demissionar ministers – Adriaansens, Adema, en Jetten – noteren per afspraak een persoonlijk 06-nummer en/of e-mailadres voor contact.
Verder constateert Open State dat er grote verschillen tussen de demissionair ministers bestaan. Zo komen Adriaansens (EZK) en Jetten (K&E) het beste uit de bus als het gaat om complete registratie. Jetten heeft daarbij 23 procent van zijn afspraken compleet geregistreerd. De demissionair ministers van Buitenlandse Zaken (Hoekstra & Bruins-Slot) en Defensie (Ollongren) scoren daarentegen het slechtst op complete registratie. Zij registreren, respectievelijk, 0 en 1 procent van hun afspraken compleet. Of alle externe afspraken überhaupt geregistreerd worden is volgens Open State nog maar de vraag. Een grote discrepantie tussen Dijkgraaf (OCW) met 242 afspraken, en Hoekstra en Bruins-Slot (BuZa) met slechts 27 afspraken roept die vraagtekens op.
Geen verplicht lobbyregister, wel agenda’s
Sinds 2021 liggen er moties van Laurens Dassen en Pieter Omtizigt die het kabinet oproepen om door te pakken met het invoeren van een verplicht lobbyregister. Beide moties zijn daarbij aangenomen door een Kamermeerderheid. Toch heeft het kabinet besloten hier geen gehoor aan te geven. Uit een onderzoek naar een lobbyregister door prof. Braun en dr. Fraussen van de Universiteit Leiden heeft het kabinet de conclusie getrokken dat een verplicht register onwenselijk is. Het definiëren van een lobbyist zou volgens het kabinet moeilijk zijn en leiden tot een verslechterde toegang tot de overheid. Zoals Transparency International Nederland (Transparency) het rapport leest lijkt dit echter een selectieve interpretatie van het onderzoek te zijn. De conclusie van het rapport is niet dat het invoeren van een verplicht register onwenselijk is. Er wordt vooral gewezen op de noodzaak voor duidelijkheid over het achterliggende doel en de bijbehorende invulling van een lobbyregister.
Toch baseert het kabinet zich op beperkte delen van het rapport om haar inzet op openbare agenda’s en lobbyparagrafen te rechtvaardigen. Hugo de Jonge, demissionair minister van Binnenlandse Zaken, geeft in een reactie op het nalevingsrapport van GRECO aan dat het kabinet ‘de transparantie van agenda-afspraken van bewindspersonen wil verbeteren door deze, meer dan tot nu toe, nauwgezet bij te houden.’ Begin 2024 staat een evaluatie gepland waarin het kabinet wil kijken of deze inzet de gewenste openheid over het contact tussen bewindspersonen en lobbyisten bewerkstelligt. Wanneer het gewenste effect niet is bereikt, wordt er alsnog overwogen een ontwikkeltraject voor een lobbyregister te starten. Bij veel partijen in de Kamer heerste grote ontevredenheid over de inzet van het kabinet, zo blijkt uit een commissiedebat integriteit openbaar bestuur eerder dit jaar.
Kabinet gaat door op ingezette koers
Open State noemt het ‘ronduit schokkend’ dat slechts 12 procent van de agenda-afspraken de minimale vereiste van gesprekspartner en gespreksonderwerp bevat. Terwijl een duidelijke meerderheid van de Kamer pleit vóór een lobbyregister, blijft het kabinet aansturen op de verbetering van de inzet op openbare agenda’s en lobbyparagrafen. Het onderzoek laat zien dat de openbare agenda’s niet naar behoren ten uitvoer worden gebracht. Verschillende Kamerleden hebben demissionair minister Bruins-Slot (destijds in haar rol als minister van BZK) dit jaar al voorgehouden dat vrijblijvende registratie van afspraken door bewindspersonen waarschijnlijk niet het gewenste effect gaat sorteren. Toch houdt het kabinet vast aan de reeds ingezette koers. Nederland moet helaas nog langer wachten op daadwerkelijke transparantie.
Wil jij TI-NL ondersteunen in haar strijd voor klokkenluidersbescherming, politieke integriteit en een samenleving vrij van corruptie? Word dan lid, of steun ons via een donatie: