Europese Commissie

Nederland houdt voet op de rem bij Europese aanpak corruptie

Andor AdmiraalAlgemeen, Business integriteit, Corruptie

Amsterdam, 26 januari 2024 – Nederland blijft op de rem staan bij de pogingen van de Europese Commissie om corruptie effectiever te bestrijden. Waar Transparency International Nederland al langer klaagt over het opvallende gebrek aan ambitie van de regering in het bestrijden van corruptie, laat het Kabinet de Tweede Kamer nu expliciet weten het Europees anti-corruptiepakket zo minimaal mogelijk te willen houden. Transparency noemt die opstelling onverdedigbaar.

Directeur Lousewies van der Laan: “Het bestrijden van corruptie is één van de beste manieren om een groot aantal hardnekkige problemen tegen te gaan: van georganiseerde criminaliteit tot sociale ongelijkheid en ondermijning van de rechtsstaat – je kunt het niet bestrijden zonder corruptie aan te pakken. De opstelling van Nederland ondermijnt ook de geloofwaardigheid van politici die zeggen migratie te willen indammen: grote migratiestromen vinden hun oorzaak in problemen als armoede, rechtsongelijkheid en klimaatverandering en geen van die problemen kan effectief worden aangepakt waar corruptie welig tiert. Het is belangrijk dat Den Haag dit verband scherp op het netvlies krijgt”.

Ambitieus Europees anti-corruptiepakket

De houding van Nederland staat in schril contrast tot die van de Europese Commissie. Vorig jaar kondigde Commissievoorzitter Von der Leyen een ambitieus anti-corruptiepakket aan, dat een einde moet maken aan het versnipperde en vaak verouderde beleid in de EU. De Commissie wil nu dat Europa geloofwaardige minimumnormen stelt die alle strafbare feiten onder het anti-corruptie verdrag van de Verenigde Naties (UNCAC) via wetgeving in de hele EU sanctioneren, inclusief het gelijktrekken van straffen en betere instrumenten voor rechtshandhaving.

Geen overbodige luxe

Door als één blok op te treden met een set van heldere regels kan de EU, als tweede economie ter wereld, wereldwijd grote invloed uitoefenen. Volgens Transparency zijn de Europese ambities geen overbodige luxe: de bestrijding van corruptie verloopt wereldwijd steeds moeizamer, zo bleek vorig jaar uit de Corruption Perceptions Index (CPI) 2022. Deze mondiaal meest gebruikte indicator van corruptie geeft aan dat de bestrijding wereldwijd stagneert[1]. (Let op, komende week, op 30 januari, publiceert Transparency International een nieuwe versie van de CPI).

Het Europees anti-corruptiepakket zou volgens Transparency een grote stap voorwaarts betekenen, omdat het zou zorgen voor een betere wettelijke basis voor de bestrijding van corruptie, betere handhaving met afschrikwekkende sancties, effectievere samenwerking van corruptiebestrijders in Europa door geharmoniseerde regels en stimulering voor overheden om een actieve en leidende rol op te pakken.

Nederland wil de handrem erop houden

Nederland heeft volgens Transparency inmiddels echter een traditie in het op de rem staan bij corruptiebestrijding en deze keer maakt de regering dit zelfs expliciet. In haar officiële reactie op de Europese plannen schrijft de regering aan de Tweede Kamer dat zij inzet op ´helder afgebakende (…) maatregelen die niet verder gaan dan noodzakelijk’[2]. Volgens Transparency is dit een perfecte omschrijving van de houding van Nederland op het gebied van corruptiebestrijding. Van der Laan: “In het Engels noem je dit: saying the quiet part out loud. Wij klagen al jaren dat Nederland consequent kiest voor een zo minimaal mogelijke implementatie en beperkte handhaving. Het is hoog tijd dat dit verandert en dat het bestrijden van corruptie ook voor Nederland prioriteit wordt”. Zo is Nederland al sinds 2006 partij bij het VN-verdrag tegen corruptie maar voldoet nog steeds niet aan sommige bepalingen uit dat verdrag.

Bedrijfsleven

Van der Laan: “De enige verklaring voor de terughoudende houding van Nederland die wij kunnen bedenken, is dat de regering bang is dat een stevige, internationale aanpak van corruptie bepaalde Nederlandse multinationals zou schaden. Maar zelfs als het belang van het Nederlandse bedrijfsleven een alles overstijgende prioriteit zou zijn, dan is dit bijzonder kortzichtig. Ook bedrijven hebben baat bij een gelijk speelveld, bij heldere regels die in heel Europa gelden, bij heldere normen en een cultuur van wereldwijd eerlijk zakendoen. De meeste bedrijven willen gelukkig zo ver mogelijk wegblijven van omkoping, fraude en andere vormen van corruptie. Er is werkelijk geen goede reden te bedenken voor de wens van Nederland om de Europese ambities in te dammen”.

Reputatie van Nederland in gevaar

Volgens Transparency stapelen de keuzes waarmee Nederland haar reputatie op het spel zet zich op. Zo hebben wij een notoir slecht trackrecord als het gaat om het vervolgen van Nederlandse bedrijven die zich in het buitenland schuldig maken aan omkoping. Vervolging vindt niet of nauwelijks plaats, in weerwil van internationale verdragen waaraan ons land zich heeft gecommitteerd. Vorig jaar zijn twee Nederlandse bedrijven (Philips en Frank International) in de Verenigde Staten vervolgd wegens omkoping, omdat de handhaving in Nederland te zwak is. Maar het gaat niet alleen om grensoverschrijdende kwesties. Zo zouden volgens experts de werkwijze van de Nederlandse bewindslieden De Jonge en Van Rijn in de “mondkapjesdeal” met Sywert van Lienden en de manier waarop Hart voor Den Haag fondsen werft in veel landen strafbaar en eenvoudig te vervolgen zijn, maar kiest Nederland er bewust voor om deze vorm van netwerkcorruptie, wat internationaal ‘handel in invloed’ wordt genoemd, niet strafbaar te stellen.

Lousewies van der Laan: “Wie vráágt er eigenlijk om, dat Nederland steeds zoveel ruimte afdwingt voor wat feitelijk vriendjespolitiek is? Hoe is dit in het belang van Nederland? Wij zijn bang dat ons nationale zelfbeeld hier parten speelt; Nederlanders kunnen zich simpelweg niet voorstellen dat dit soort zaken hier slechter zijn geregeld dan in vergelijkbare landen en daardoor blijft de verontwaardiging in politiek Den Haag uit”.

Aanbevelingen Transparency

In plaats van de anti-corruptiemaatregelen af te zwakken pleit Transparency er in een position paper aan de regering juist voor om het Europese pakket op specifieke punten verder te versterken. Zo vragen wij de regering zich hard te maken voor onder meer:

  • Expliciet vervolgbaar maken van grootschalige corruptie, inclusief passende instrumenten;
  • Recht op representatie en compensatie voor slachtoffers van corruptie;
  • Verzwaarde straffen voor hoge ambtenaren en personen met geschillen functies die hun positie misbruiken;
  • Wettelijke kaders voor buitengerechtelijke schikkingen;
  • Wettelijke definitie en regulering van lobbyactiviteiten;
  • Effectieve handhaving van wetgeving op het gebied van partijfinanciering;
  • Betere regels en protocollen om uitwisseling van gegevens ten behoeve van corruptiebestrijding te stimuleren.

Overigens zou Transparency graag zien dat Nederland de vlucht naar voren neemt en zelf, in navolging van Europa, met een ambitieus nationaal anti-corruptieplan komt bij de vorming van een nieuwe regering.

De position paper van Transparency International Nederland in reactie op het Europees anti-corruptiepakket en de Nederlandse inzet daarin vindt u hier.

[1] Zie https://www.transparency.nl/nieuws/2023/01/corruption-perceptions-index-toont-wereldwijde-stagnatie-in-bestrijding-corruptie-nederland-zakt-naar-laagste-score-ooit/

[2] BNC-fiche 1: Richtlijn en mededeling ter bestrijding van corruptie binnen de EU. Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2023/05/03/fiche-1-richtlijn-en-mededeling-ter-bestrijding-van-corruptie-binnen-de-eu