buitenlandse omkoping

Buitenlandse omkoping door Nederlandse bedrijven blijft onbestraft

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, CPI, Internationaal, Omkoping

Amsterdam 19 februari, 2024 – Landen met een hoge score op de Corruption Perceptions Index (CPI) creëren de schijn ‘corruptievrij’ te zijn. Bedrijven betrokken bij corruptieschandalen in het buitenland zijn vaak afkomstig uit landen met een hoge CPI-score, waar de autoriteiten zelden handhaven bij buitenlandse omkoping. Zo blijft Shell vooralsnog onbestraft na haar vermeende rol in een grootschalig omkoopschandaal in Nigeria.

Afgelopen maand is de Corruption Perceptions Index (CPI) van 2023 gepubliceerd. Hierin staat Nederland met een score van 79 op plaats 8 van de wereldwijde ranglijst. Over het algemeen worden landen met een hoge score op de CPI, zoals Denemarken, Finland, maar ook Nederland, gezien als politiek stabiele landen met een sterke rechtsstaat en een goed functionerend rechtssysteem. Daarnaast hebben hoog scorende landen weinig corruptie binnen de publieke sector. De hoge score betekent echter niet dat Nederland vrij is van corruptie. Het imago van een sterke rechtsstaat maakt de landen met een hoge score aantrekkelijk voor corrupte functionarissen om grootschalige witwasconstructies in op te zetten. Verder blijken bedrijven afkomstig uit landen met een hoge CPI-score vaak betrokken bij corruptieschandalen in het buitenland. Deze buitenlandse vorm van corruptie wordt niet meegenomen in  de CPI.

Geen consequenties voor Nederlandse bedrijven

Als onderdeel van de Anti-Bribery Convention van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), is Nederland verplicht om het omkopen van ambtenaren door bedrijven in het buitenland te verbieden, te handhaven en actief te bestrijden. Toch blijken Nederlandse bedrijven buitenlandse ambtenaren en overheden te kunnen omkopen, zonder dat daar consequenties aan verbonden zijn. Nederland krijgt dan ook het label “beperkte handhaving“, wat de één na slechtste categorie is. De Nederlandse bedrijven Philips NV en Frank’s International NV hebben zich schuldig gemaakt aan omkoping in het buitenland en zijn hiervoor door de Amerikaanse autoriteiten vervolgd. Nederland was hier niet toe in staat, omdat de anti-corruptiewetgeving tekort schiet. Op plannen van de Europese Commissie om de anti-corruptiewetgeving binnen de lidstaten te harmoniseren en aan te scherpen, reageert Nederland terughoudend.

Buitenlandse omkoping in Nigeria

De zaak van Shell in Nigeria illustreert hoe de Nederlandse autoriteiten omkoping in het buitenland niet tot nauwelijks handhaven. De multinational, die grootschalig olie wint in Nigeria, werd verdacht van het omkopen van de Nigeriaanse oud-president Goodluck en diens regering. Shell en de Italiaanse branchegenoot Eni zouden 1,3 miljard dollar hebben betaald om het Nigeriaanse olieveld OPL245 te verkrijgen. Van dit bedrag zou vervolgens rond de 1 miljard dollar zijn doorgesluisd naar Nigeriaanse politici en tussenpersonen. De toenmalige Nederlandse ambassadeur in Nigeria, Robert Petri, zou onder andere geheime informatie over een lopend onderzoek van het OM naar corruptie door Shell naar het omkoopschandaal rond het Nigeriaanse olieveld OPL245 hebben doorgespeeld naar Shell. Zo zou hij bijvoorbeeld de lokale Shell-directeur hebben gewaarschuwd voor een naderend bezoek van de FIOD. De Nigeriaans-Britse Fidelia Onoghaife, werkzaam als senior policy advisor op de ambassade, deed melding van deze nauwe banden. Na deze klokkenluidersmelding is Onoghaife geschorst, alvorens te worden ontslagen.

Shell vrijgesproken van omkoping

In 2017 besloot het Openbaar Ministerie van Italië een rechtszaak aan te spannen tegen Shell en Eni, die uiteindelijk in 2021 werden vrijgesproken. In Nederland kwam het onderzoek naar de zaak traag op gang en na de vrijspraak van de Italiaanse rechter besloot het Openbaar Ministerie af te zien van verdere vervolging. De twee tussenpersonen die destijds betrokken waren in de OPL245 deal, de Nigeriaan Emeka Obi en de Italiaan Gianluca Di Nardo, zijn wel veroordeeld voor corruptie door de Italiaanse autoriteiten.

Landen aan de top krijgen kritiek

De verontwaardiging over de vrijspraak van de bedrijven heerst onder meer bij de Nigeriaanse regering en drie NGOs, die pleiten voor strafrechtelijke vervolging. De drie organisaties, ReCommon, The Corner House en Heda startten daarom in december 2022 een Artikel-12 procedure om Shell toch strafrechtelijk te vervolgen. De ontwikkelingen rondom deze omkopingszaak geven goed weer hoe landen zoals Nederland en Italië omgaan met het bestrijden van corruptie en omkoping door bedrijven in het buitenland. TI en TI-NL ondersteunen de drie organisaties in hun inspanningen en roepen de Nederlandse autoriteiten op Shell te vervolgen voor haar rol in het omkoopschandaal in Nigeria.

Wil jij TI-NL ondersteunen in haar strijd voor klokkenluidersbescherming, politieke integriteit en een samenleving vrij van corruptie? Word dan lid, of steun ons via een donatie: