Amsterdam, 4 november 2024 – De Eurocommissarissen voor de nieuwe Europese commissie zijn bekendgemaakt. Na de Europese verkiezingen van afgelopen juni heeft Ursula von der Leyen de kandidaten aangekondigd voor haar tweede termijn als voorzitter van de Europese Commissie. Als wetgevende macht is het van essentieel belang dat Eurocommissarissen niet worden beïnvloed door belangen die conflicteren met die van de inwoners van de Europese Unie. Belangenconflicten kunnen niet alleen het vertrouwen in het besluitvormingsproces schaden, maar ook de genomen besluiten ondermijnen.
Gezien de omvang van de verantwoordelijkheden die Eurocommissarissen dragen, zou men verwachten dat het Europese Parlement tot het uiterste gaat om mogelijke belangenverstrengeling te toetsen. Dit zou moeten gebeuren middels een toetsingsproces waarmee geverifieerd wordt of kandidaat-commissarissen volledige toewijding hebben, vrij van enige externe belangen die hun integriteit mogelijk aantasten. De huidige procedure is om meerdere redenen echter totaal ongeschikt.
Gebreken in het toetsingsproces Europese Parlement
Ten eerste, wordt er te weinig tijd uitgetrokken voor het betreffende proces. De parlementaire controle is gedelegeerd aan een enkele commissie van het Europese Parlement (de Commissie juridische zaken, of JURI), die verantwoordelijk is voor een grondige beoordeling van de verklaringen van de kandidaat-commissarissen voordat ze een goedkeuring geven. Vaak ontbreekt het Europarlementariërs überhaupt de benodigde expertise om deze verklaringen effectief te evalueren, laat staan onder zulke tijdsdruk.
Ondanks de complexiteit van het proces, is er geen kader voor de Europarlementariërs om een diepere inspectie uit te voeren, mochten er dingen aan het licht komen. Integendeel, de regels van het parlement verhinderen het zelfs om van betekenis te zijn in het handhaven van de integriteitsstandaarden. De regels schrijven namelijk voor dat de Europarlementariërs zich in hun oordeel alleen mogen baseren op de verklaring van de kandidaat-commissarissen, en niet op externe bronnen, zoals onderzoeken van journalisten. Het hele onderzoeksproces naar belangenverstrengeling is dus volledig gestoeld op een compleet vertrouwen dat de kandidaat-commissarissen de informatie zij verstrekken aan de JURI eerlijk en alomvattend is.
Eigen beoordeling van mogelijke belangenconflicten
Het legt een grotere tekortkoming in het proces bloot: het is aan de kandidaat-commissarissen zelf om in te schatten of hun persoonlijke belangen conflicteren. Wanneer dat zo is het ook nog onduidelijk of zij dit daadwerkelijk aangeven. Niets belet hen ervan om belangen niet op te geven als ze niet relevant lijken voor hun specifieke portefeuilles. Dit wordt vergroot door een totaal gebrek aan transparantie van het proces zelf. Buitenstaanders hebben geen controle op de verklaringen, maar Europarlementariërs buiten de JURI ook niet. Het openbaar maken van de verklaring van kandidaat-commissarissen zou onderzoeksjournalisten en waakhonden de mogelijkheid geven om potentiële belangenconflicten bloot te leggen die de JURI mogelijk mist.
Wopke Hoekstra
Aangezien kandidaat-commissarissen zelf kunnen beslissen wat ze vertellen tijdens de verklaringen, blijven mogelijke belangenverstrengelingen geheim. Zo weigert Wopke Hoekstra, die opgaat voor een tweede termijn als Eurocommissaris voor Klimaat en Schone Groei, nog steeds zijn klantenportefeuille van zijn tijd bij consultancybedrijf McKinsey te openbaren. Ondanks dat hij toegezegd heeft aan het Europese Parlement dit wel te doen. McKinsey adviseert meer dan de helft van ‘s werelds olie en gasbedrijven. Volgens Hoekstra heeft hij in zijn tijd bij het bedrijf niet voor Shell, noch voor een ander oliebedrijf te hebben gewerkt. Het is belangrijk dat hij dit openbaar maakt, want de klanten die Hoekstra in het verleden heeft gehad in deze sector zouden zijn functioneren als klimaatcommissaris kunnen beïnvloeden. Een recent rapport van TI-EU liet zien dat oliebedrijven al disproportioneel toegang hebben tot Europarlementariërs.
Hoekstra kwam eerder in opspraak door de Pandora Papers, de gelekte boekhouding van 14 bedrijven gespecialiseerd in belastingontwijking. Hoekstra zei destijds dat hij niet wist dat hij geld investeerde via een brievenbusfirma op de Britse Maagdeneilanden, een notoir belastingparadijs, maar verkocht zijn belangen net voordat hij Minister van financiën werd onder kabinet Rutte III. In de zes jaren daarvoor, waarin Hoekstra Eerste Kamerlid was, had hij gezwegen over deze belangen, en was hij zelfs vice-voorzitter van de Commissie voor Financiën die wetsvoorstellen om belastingontwijking tegen te gaan behandelde. De regels voor de Eerste Kamer met betrekking tot belangenverstrengeling leggen de verantwoordelijkheid voor het opgeven van belangen bij Kamerleden zelf, net als bij de Europese Commissie. Toendertijd oordeelde Hoekstra dat deze belangen niet opgegeven hoefde te worden, waardoor het risico bestaat dat hetzelfde weer gebeurt als Eurocommissaris.
Cijfers over de kandidaat-Eurocommissarissen
Het toetsingsproces is voornamelijk een politiek proces, waarbij zowel nationale als partijbelangen een rol spelen in de JURI. Terwijl onafhankelijke toetsing dus essentieel is, wordt dit overgelaten aan een parlementaire commissie die niet onpartijdig opereert. De cijfers over de verklaringen van de kandidaat-commissarissen zijn daarom, niet geheel onverwachts, schrikbarend:
- Slechts zes van de kandidaat-commissarissen (22%) kiest ervoor om zijn nevenactiviteiten op te geven, waarvan het merendeel erefuncties zijn.
- Slechts zeven van de kandidaat-commissarissen (26%) kiest ervoor om financiële belangen aan te geven. De helft van hen, 12 in totaal, geeft aan schulden of bezittingen te hebben.
- 21 Eurocommissarissen (78%) kozen ervoor geen financiële belangen van partners of kinderen op te geven.
Hervorming toetsingsproces
Hervorming van het proces is hard nodig en had allang moeten plaatsvinden. Het volgende is er daarom nodig:
- Volledige transparantie over de verklaringen vanaf het begin, zodat journalisten en non-gouvernmentele waakhonden in staat zijn ze te onderzoeken.
- Meer tijd voor Europarlementariërs om de verklaringen te toetsen, en de mogelijkheid om aanvullende informatie op te vragen.
- Een externe autoriteit moet het toetsingsproces onafhankelijk uitvoeren.
- De verklaringen moeten zo worden ingestoken dat kandidaat-commissarissen hun mogelijke belangenconflicten niet zelf beoordelen.
Wil jij TI-NL ondersteunen in haar strijd voor klokkenluidersbescherming, politieke integriteit en een samenleving vrij van corruptie? Word dan lid, of steun ons via een donatie: