De wereldkaart volgens de Corruption Perceptions Index 2024

Problemen aan de top: met een hoge CPI-score is een land niet meteen corruptievrij

Maartje BlomAlgemeen, Corruptie, CPI, Internationaal, Omkoping, UBO transparantie, Witwassen

Amsterdam, 20 februari – Vorige week kwam de Corruption Perceptions Index 2024 van Transparency International uit. Deze wereldwijde index meet corruptie in de publieke sector in 180 landen. Hoewel Nederland hier steevast in de top 10 staat, betekent dit niet dat er geen problemen met corruptie zijn in Nederland. De CPI meet namelijk niet alle soorten van corruptie.

De Corruption Perceptions Index van Transparency International is een wereldwijde index van corruptie in de publieke sector. De CPI is gebaseerd op verschillende bronnen en combineert deze tot een score tussen de 0 en 100. Een hoge score duidt op minder corruptie. Ondanks een dalende trend staat Nederland al jaren in de top 10, samen met landen als Denemarken, Nieuw-Zeeland en Singapore.

Trouble at the Top

De top 10 halen allen meer dan 75 punten, maar dit betekent niet dat er in deze landen geen problemen zijn met corruptie. De CPI meet niveaus van omkoping, misbruik van publieke middelen, belangenverstrengeling en andere vormen van corruptie in de publieke sector. Dit wordt in landen met een hoge score dus relatief weinig waargenomen. We schreven eerder hoe blijvende problemen op deze gebieden dalende score van Nederland ook kunnen verklaren. Andere vormen van corruptie, zoals buitenlandse omkoping en witwassen, worden echter niet gemeten in de CPI, en een hoge CPI-score betekent niet dat deze vormen van corruptie ook niet voorkomen.

Aantrekkelijk voor witwassen

Met hun sterke instituties en welvaart zijn landen als Zwitserland, Luxemburg en Singapore erg aantrekkelijk voor mensen die corrupt geld willen witwassen. Een gebrek aan handhaving en opsporing maken illegale geldstromen mogelijk. Ook financiële centra als Frankrijk en Duitsland zijn aantrekkelijk voor witwassers. Hiermee faciliteren deze landen corruptie in het buitenland.

Onderzoek van Transparency International in 2024 wees uit dat meer dan 3,7 miljard dollar aan bezittingen, gelinkt aan corruptie in Afrika, werd verborgen in financiële centra als de VK en Frankrijk, naast Panama en andere belastingparadijzen. In november werd bekend dat honderden bankrekeningen in Luxemburg een rol hadden gespeeld in het witwassen van gestolen geld uit Azerbaijan, wat uiteindelijk terecht kwam in vastgoed in het Verenigd Koninkrijk. In Hongkong, nummer 17 van de CPI-ranking, zijn de regels rond het bijhouden van Ultimate Beneficial Owners (UBO) relatief zwak, wat het risico op misbruik verhoogt. Er is geen centraal toegankelijk UBO-register, en in sommige gevallen is er helemaal geen verplichting tot het registeren van eigendommen.

Corrupt geld in Nederland

Ook Nederland speelt een vergelijkbare manier een faciliterende rol bij het wegsluizen van corrupte gelden. Nederland is een van de weinige landen binnen Europa waar het UBO-register niet voldoende toegankelijk is. Een UBO-register geeft inzicht in de eigendom van bezittingen, als onroerend goed, bedrijven en bankrekeningen. Hiernaast laten professionals als advocaten, accountants en notarissen het vaak na signalen van witwassen te melden. In 2018 sloot ING nog een schikking van 775 miljoen euro met het Openbaar ministerie rond een witwasaffaire. De bank had jarenlang onvoldoende klantenonderzoek gedaan, waardoor klanten hun bankrekeningen ongestoord konden gebruiken voor criminele activiteiten. In 2020 werd een onderzoek ingesteld naar Ralph Hamers, die ten tijde van de witwasaffaire topman was bij ING. Dit onderzoek werd in 2024 gesloten vanwege gebrek aan bewijs.

Met strengere regelgeving kunnen tussenpersonen, als notarissen en accountants, verplicht worden due diligence uit te voeren, en verdachte transacties te melden. Op deze manier, met sancties op overtredingen, kunnen dergelijke tussenpersonen ook verantwoordelijk worden gehouden voor hun faciliterende rol bij witwassen.

Omkoping in het buitenland

Ook op andere manieren spelen landen met een hoge CPI-score een faciliterende rol bij corruptie wereldwijd. Vanuit deze, vaak relatief rijke, landen opereren veel grote, internationale bedrijven. Bij gebrek aan transparantie en controle op hun exporten zijn er grote risico’s op corruptie. Eerder bleek uit onderzoek van Transparency International dat er in toonaangevende exportlanden amper actief wordt gehandhaafd bij bedrijven die buiten de landsgrenzen steekpenningen betalen. In Nederland is het rechtssysteem zelfs ontoereikend om corruptie in het buitenland te kunnen vervolgen. Bovendien krijgt het Openbaar Ministerie door het transnationale karakter van deze zaken de bewijslast vaak moeilijk rond. Uit onderzoek van de Volkskrant kwam vorig jaar bijvoorbeeld naar voren dat scheepsbouwer Damen lokale ‘agenten’ betaald om te helpen (overheids)klussen binnen te halen. Volgens (oud-)medewerkers worden via deze agenten, en andere routes, steekpenningen betaald om opdrachten te krijgen. Ook andere bedrijven als Shell worden met tussenpersonen in verband gebracht met omkopingsschandalen.

Ondanks hoge CPI-scores zijn er in deze landen dus nog op verschillende manieren problemen met corruptie. Een relatief schone publieke sector betekent niet dat alle vormen van corruptie zijn bestreden. Bovendien dragen deze landen veelal bij aan corruptie in andere landen, door gebrekkige regelgeving en handhaving.

Wil jij TI-NL ondersteunen in haar strijd voor klokkenluidersbescherming, politieke integriteit en een samenleving vrij van corruptie? Word dan lid, of steun ons via een donatie: